Inbedrijfstelling - SFA SANIFOS-Serie Betriebsanleitung

Houd er rekening mee dat de druktest van de drukleiding niet tegen de
gesloten schuif in de pompschacht mag worden uitgevoerd.
Als alle leidingen zijn aangesloten en op lekken zijn getest, kan de uitgra-
ving worden gevuld.
Voor het opvullen van de uitgraving moet zand of grindzand worden gebruikt volgens de
voorschriften.
Gebruik grindzand alleen tot een korrelgrootte van 32 mm, voor zover de
uitgravingsgrond niet met de korrelgroep 0 - max 32 mm overeenkomt.
Compacte aarde, keien, rotsen en scherpe korrels mogen niet worden
gebruikt!
Het vulmateriaal moet in laagdikten van maximaal 30 cm worden aangebracht en gelijkmatig
worden gecompacteerd. Met een verlaging van het grondwater van de uitgraving, kan het
aggregaat worden verdicht door toevoeging van water terwijl tegelijkertijd het daalsysteem wordt
bediend.
Gebruik geen compact vulmateriaal !
Om bescherming tegen drijfvermogen in de grondsoort klei te waarborgen, moet de schacht van
buitenaf met zand, klei of beton worden gevuld. Om vervorming van de PE-schacht te voorkomen,
moet eenzijdig hoge vulling ten koste van alles worden vermeden.
Pas na de laatste voltooiing van de schacht, inclusief het vullen en verdichten van de uitgraving,
mag het eventueel gebruikte grondwaterverlagende systeem worden uitgeschakeld.
Het uitstekende deel van het bovenstuk moet goed gevuld en gecompacteerd zijn.
Om een veilige werking van het systeem te garanderen, is het noodzakelijk dat de schacht na het
vullen nog steeds in een horizontale positie is uitgelijnd.
Let bij het gebruik van een putdeksel van klasse D op de opmerkingen in de
bijlage.

6. INBEDRIJFSTELLING

Voorafgaand aan de inbedrijfstelling moeten alle verbindingen opnieuw worden gecontroleerd
op correcte installatie en dichtheid: de schuifafsluiter moet open staan.
Om de pomp in bedrijf te stellen, dient u de afzonderlijke bedieningsinstructies voor de pompen
en de schakelapparatuur te lezen.
54