Veiligheidsinstructies Voor Batterij / Oplader; Batterijen; Charger - Alemite 596-Serie Benutzer- Und Wartungsanleitung

Veiligheids-
instructies voor
batterij en oplader
Deze handleiding bevat belangrijke veilig-
heids- en bedieningsinstructies voor de
batterijlader.
GEVAAR

Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
Laad geen beschadigde batterij op.
Vervang onmiddellijk.
Risico van elektrische schok 120 V AC
of 230 V AC aanwezig op
laderaansluitingen.
Niet-naleving kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.

Batterijen

• Probeer nooit om wat voor reden dan ook
te openen.
• Stel de batterij niet bloot aan water.
• Bewaar niet op locaties waar de temper-
atuur hoger kan zijn dan 40 ° C ( 40 ° C),
zoals buitenhuisjes of metalen gebouwen
in de zomer.
• Laad alleen op bij omgevingstempera-
turen tussen 10 en 40 ° C (50 en 104 ° F).
• Laad alleen op met de lader die is meege-
leverd met het gereedschap.
• Volg de instructies in het gedeelte "Bes-
cherming van het milieu" wanneer u bat-
terijen weggooit.
NOTITIE
Probeer geen beschadigde
batterijen op te laden.
NOTITIE
Stel de batterij niet bloot aan
vuur.
GEVAAR

Stel de batterij niet bloot aan vonken of
vlammen.
Batterijvloeistof kan verbranden.
Niet spatten of onderdompelen in
water of andere vloeistoffen. Dit kan
voortijdig celfalen veroorzaken.
Niet-naleving kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
GEVAAR

Probeer om wat voor reden dan ook de
batterij niet te openen. Als de plastic
behuizing van het batterijpak breekt of
scheurt, moet u het recyclen naar een
servicecentrum.
Niet-naleving kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
VOORZICHTIGHEID

Laad geen accu's op met een andere
oplader.
Laad geen ander type batterij op met
een batterijoplader. Andere soorten bat-
terijen kunnen barsten.
Reinig de oplader niet als deze op een
stopcontact is aangesloten.
Niet-naleving kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
8

Charger

• Lees voordat u een batterijlader gebruikt
alle instructies en waarschuwingsmark-
eringen op batterijlader, batterijpakket en
product met behulp van de batterij.
• Stel de oplader niet bloot aan regen,
sneeuw of vorst.
• Misbruik het snoer niet. Vervoer de
oplader nooit aan het snoer of trek eraan
om de stekker uit het stopcontact te halen.
Trek aan de stekker in plaats van aan het
snoer als u de oplader loskoppelt. Zorg
ervoor dat het beschadigde of versleten
netsnoer en de ontspanner meteen zijn
vervangen. Probeer het netsnoer niet te
repareren.
• Lokaliseer het snoer zo dat er niet op kan
worden getrapt, erover kan struikelen of
dat het anderszins wordt blootgesteld aan
schade of stress.
• Gebruik geen verlengsnoer tenzij absoluut
noodzakelijk. Het gebruik van een onjuist
verlengsnoer kan leiden tot brand en elek-
trische schokken.
• Gebruik de oplader niet als deze een harde
klap heeft gekregen, is gevallen of op
andere wijze is beschadigd, breng deze
naar een gekwalificeerd servicecentrum.
• Demonteer de oplader of het batterijpa-
kket niet. Breng het naar een gekwalifi-
ceerd servicecentrum wanneer onderhoud
of reparatie vereist is. Onjuiste her-
montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok of brand.
• Koppel de oplader los van het stopcontact
voordat u probeert te reinigen om het
risico van een elektrische schok te
verminderen.
• Laad de accu op op een goed geven-
tileerde plaats; bedek de oplader en bat-
terij niet tijdens het opladen.
• Bewaar oplader of batterijpakketten niet
op plaatsen waar de temperatuur
50 ° C (122 °F) of hoger kan zijn, zoals een
metalen schuurtje, of een auto in de
zomer. Hoge temperaturen kunnen leiden
tot een verslechtering van de
opslagbatterij.