Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Philips LTC 0809 Series AutoDome Installationshinweise Seite 40

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
FASE VERTICALE LIJNSTABILISATIE AFSTELLEN
(COM 41)
Bij systemen waarin meerdere camera's worden gebruikt met
verticale-intervalschakelaars, wordt aangeraden de video-
uitgangssignalen van alle camera's verticaal te synchroniseren.
Het is mogelijk dat hiervoor faseverschuivingen moeten worden
gegenereerd in bepaalde camera's, met name wanneer de
camera's worden gevoed vanuit de verschillende fasen van een
3-fasen net. In de fabriek wordt de camera zo ingesteld dat de
verticale synchronisatie in lijn staat met de positieve
nuldoorgang van de plus van de AC-voedingsingang naar de
bol. In deze stand is er een "faseverschuiving van nul graden".
De faseverschuiving tussen de nuldoorgang van het
wisselspanningsignaal en de verticale synchronisatie van de
camera kan maximaal 360 graden bedragen ten opzichte van de
originele positie van "faseverschuiving van nul graden". Het
bereik van 360 graden is verdeeld in stappen van ongeveer 2
graden.
Faseverschuiving vergroten: Wanneer dit commando wordt
gegeven, wordt de faseverschuiving van de lijnstabilisatie met
een stap vergroot (COM - Aan).
Faseverschuiving verlagen: Wanneer dit commando wordt
gegeven, wordt de faseverschuiving van de lijnstabilisatie met
een stap verlaagd. De commando's voor faseverschuivingen
hebben geen effect wanneer de camera is ingesteld op de
synchronisatiemodus van het geïntegreerde kristal (COM 41 -
Uit).
SELECTIE SYNCHRONISATIEMODUS (COM 42)
Modus Lijnstabilisatie aan: Wanneer dit commando wordt
gegeven, wordt de camera ingesteld op de modus voor het
synchroniseren van de lijnstabilisatie. De faseverschuiving wordt
ingesteld op de meest recentelijk ingestelde positie (COM 42 -
Aan).
Mode Geïntegreerde kristal aan: Wanneer dit commando
wordt gegeven, wordt de camera in de modus Geïntegreerde
kristal gezet. In deze modus bestaat er geen vaste relatie tussen
de verticale synchronisatie van de camera en de AC-voeding. De
verticale snelheid is 59,94 Hz voor NTSC-camera's en 50 Hz
voor PAL-camera's. (In de modus Lijnstabilisatie is de verticale
snelheid 60 Hz voor NTSC-camera's en 50 Hz voor PAL-
camera's.) (COM 42 - Uit.)
SELECTIE MODUS AUTOMATISCHE
SIGNAALSTERKTEREGELING (COM 43)
De camera is uitgerust met een circuit voor automatische
signaalsterkteregeling (AGC) dat de gevoeligheid van de camera
voor verlichtingsniveau's verhoogt.
AGC aan: Wanneer dit commando wordt gegeven, wordt de
AGC ingeschakeld. Het maximumbereik van de AGC is 30 dB
(COM 43 - Aan.)
AGC uit: Wanneer dit commando wordt gegeven, wordt de
AGC uitgeschakeld. De AGC werkt met een vaste
versterkingsfactor van 5 dB, waarbij weliswaar de gevoeligheid
van de camera minder wordt, maar de signaal/ruisverhouding
wordt verbeterd (COM 43 - Uit).
OPTIMALISATIE GEZICHTSVELD (COM 45)
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt het kantelen
automatisch zodanig bijgesteld tijdens het zoomen dat het
gebied boven het bevestigingsvlak van het montagedeel wordt
geminimaliseerd.
AUTO-AFSPELEN (COM 50, 51,100, 101, 500)
Opnemen:
1. Zet de AutoDome op de plaats waar met het afspelen moet
worden begonnen.
2. Druk op On (aan), COM 100, ENTER (ingeven).
3. Bedien de AutoDome.
4. Druk na afloop op Off (uit), COM 100, ENTER (ingeven).
N.B.: Wanneer de opnametijd verloopt voordat het stop-
commando wordt gegeven, zal de AutoDome teruggaan naar het
begin en niet bewegen tot de joystick ten minste één seconde
wordt losgelaten.
Afspelen:
1. Druk op ON (aan), COM 50, ENTER (ingeven) voor
continu afspelen.
2. Druk op ON (aan), COM 51, ENTER (ingeven) om het
geheel eenmaal af te spelen.
Afspelen stoppen:
1. Druk op Off (uit), COM 50 of COM 51, ENTER
(ingeven) of beweeg de joystick.
Toevoegen aan eerder opgenomen materiaal:
1. Speel het geheel eenmaal af.
2. Wacht tot het einde van de opname.
3. Druk op On (aan), COM 101, ENTER (ingeven).
4. Bedien de AutoDome.
5. Druk na afloop op Off (uit), COM 100 of COM 101,
ENTER (ingeven).
Einde van eerder opgenomen materiaal wijzigen:
1. Speel het geheel eenmaal af.
2. Wacht tot het punt wordt bereikt waar de wijziging moet
worden aangebracht.
3. Druk op Off (uit), COM 50 of COM 51, ENTER
(ingeven) om het afspelen te stoppen. Deze stap is optioneel.
4. Druk op On (aan), COM 101, ENTER (ingeven).
5. Bedien de AutoDome.
6. Druk na afloop op Off (uit), COM 100 of COM 101,
ENTER (ingeven).
Een opname vanaf een bepaald punt tot het einde wissen:
1. Speel het geheel eenmaal af.
2. Wacht tot het punt waarop moet worden gestopt.
3. Druk op Off (uit), COM 50 of COM 51, ENTER
(ingeven).
4. Druk op Set (instellen), COM 500, ENTER (ingeven).
DISPLAY OP SCHERM INSCHAKELEN (COM 60)
Wanneer deze optie is geselecteerd, verschijnen er ondertitels en
commandofeedback op het scherm.
5.6

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis