Philips LTC 0809 Series AutoDome Installationshinweise Seite 37

4 INSTALLATIE
LET OP: De eenheid moet door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel in overeenstemming met de
plaatselijk geldende bepalingen worden
geïnstalleerd.
4.1 Module uit verpakking halen
Raadpleeg de ILLUSTRATIES voor een beschrijving van de
onderdelen.
VOORZICHTIG: Haal de onderdelen pas uit de
verpakking wanneer deze onmiddellijk in het
montagedeel kunnen worden geïnstalleerd. Volg
alle veiligheidsmaatregelen m.b.t. statische
elektriciteit op wanneer deze eenheid zich buiten
de behuizing bevindt. Gebeurt dit niet, dan kan er
schade ontstaan.
Raadpleeg de handleiding met betrekking tot de installatie van
de LTC 0809 serie camera die bij het betreffende product uit
de LTC 7460 series werd geleverd, voor instructies voor het uit
de verpakking verwijderen en het installeren van het onderdeel.
VOORZICHTIG: Pak de eenheid niet vast bij de
printplaat, omdat de eenheid hierdoor beschadigd
kan worden.
5 WERKING
5.1 Cameraregeling
• Deze eenheden zijn op onderstaand beschreven wijze in de
fabriek afsteld:
• Modus lijnstabilisatie ingeschakeld zonder faseverschuiving.
• AGC aan.
• Compensatie voor tegenlicht uit.
• Elektronische sluiter uit.
• Automatische witbalans aan.
5.2 Bedieningsmodi wijzigen
De bedieningsmodi van de AutoDome-eenheid kunnen worden
gewijzigd met behulp van of een besturingseenheid/volger uit de
TC8135B serie of een Allegiant ® toetsenbord. Om profijt te
kunnen trekken van alle toepassingen is een Allegiant
toetsenbord nodig. Zie AutoDome-commando's voor
beschrijvingen van de verschillende bedieningsafstellingen.
5.3 AutoDome-commando's
PANNING & KANTELEN – COMMANDO'S VIA EXTRA
BEDIENINGSKNOPPEN
Ontvanger-/ Com.nr. Beschrijving
driver-functie
Scannen 1
Auto-panning 2
Voorinstelling 8
oproepen
Naar beginpositie 9
Scan/auto-panning- 14
snelheid instellen
Naar voorinstelling 15
Auto-snelheid 16
Inschakelen 18
Auto-draaien
Optimaliseren 45
gezichtsveld
LENS – COMMANDO'S VIA EXTRA BEDIENINGKNOPPEN
Lens-functie Com.nr. Beschrijving
Irisregeling 3
Focusregeling 4
Afstelling auto- 10
iris ALC
Afstellen auto- 11
irisniveau
Activering
auto-focus 12
beweging
Activering 13
auto-iris beweging
Spotfocus 17
auto-focus
5.3
Aan/Uit
Auto-panning Aan/uit
zonder limieten
Auto-panning Aan/uit
tussen limieten
-- Aan/uit
Terugkeren naar Aan/uit
beginpositie
wanneer er
niets gebeurt
-- Verh./
verl.
Instellen van pauzes Verh./
tussen oproepen van verl.
voorinstellingen
In-/uitschakelen van Aan/uit
auto-snelheid
In-/uitschakelen
van auto-draaien Aan/uit
--- Aan/uit
Aan/Uit
-- Auto/
hand
-- Auto/
hand
-- Top/dal
-- Verh./
verl.
Activeert AF bij Aan/uit
Activeert AI bij Aan/uit
Activeert spot Aan/uit
Opmer-
kingen
5, 8
8
8
2, 7
2, 7
2, 7
2, 7
2, 7
2, 7
Opmer-
kingen
1, 9
1, 9
1, 7
1, 7
2
2
2, 7