Klacht/storing
Aanwijzingen
Geen koeling, wel
Geen spanning
ventilatie
Compressor uit;
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_COMPRESSOR
ERROR"
Compressor aan;
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_COMPRESSOR
ERROR"
Compressor aan
Compressor uit;
Melding op
warmteterugwinunit:
"GEVAAR! CCOOL
OVERVERHIT!"
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_TEMP ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"TEMP_SENSOR_SUP
ERROR"
Geen koeling
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_CONNECT
ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"FAN_SUP ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"FAN_EHA ERROR"
Onregelmatige
geen
ventilatie
5.3 Servicedelen
Onderdeel
Skid ComfoCool Q600
Besturingsprint ComfoCool Q600
Datakabel ComfoCool Q600
NTC voeler toevoer
NTC voeler condensor
Overdrukschakelaar
Onderstel
NL - 8
Controle / actie
Controleer de aansluiting van het netsnoer op de ComfoCool Q600. Controleer de zekering op de
besturingsprint van de ComfoCool Q600. Vervang de besturingsprint.
Controleer de werking van de compressorschakeling op de besturingsprint. Controleer de
overdrukschakelaar. Vervang de koeltechnische skid.
Controleer of er voldoende koudemiddel in het systeem aanwezig is. Controleer het koelcircuit op
lekkage. Vervang de koeltechnische skid.
Controleer of de toe- en afvoerkanalen geïsoleerd zijn. Controleer of de unit condens produceert.
Controleer of de condensor warm wordt en de verdamper koud. Vervang de koeltechnische skid.
De condensor is oververhit. Er is onvoldoende lucht beschikbaar om de condensor te koelen. Controleer
de instellingen van de warmteterugwinunit. Het toestel wacht, totdat de condensortemperatuur
voldoende is gedaald. Controleer of het systeem na een periode van enkele minuten opnieuw
inschakelt.
Controleer de aansluiting van de sensor voor condensortemperatuur. Meet de weerstand van de sensor
(circa 10 kOhm bij 25˚C). Vervang de sensor.
Controleer de aansluiting van de sensor voor inblaastemperatuur. Meet de weerstand van de sensor
(circa 10 kOhm bij 25˚C). Vervang de sensor.
De sensor voor de inblaaslucht van de warmteterugwinunit geeft geen signaal. Zie de handleiding van
de warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
De ComfoCool Q600 geeft geen signaal aan de warmteterugwinunit. Controleer de aansluitingen van de
datakabel tussen de ComfoCool Q600 en de warmteterugwinunit.
De toevoerventilator is uitgeschakeld of geeft geen signaal. Zie de handleiding van de
warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
De afvoerventilator is uitgeschakeld of geeft geen signaal. Zie de handleiding van de
warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
Controleer of de ventilatiestand voldoende hoog is gekozen. Controleer of het debiet juist is ingesteld.
Voor een goede werking is minimaal 200m3/h noodzakelijk. Wanneer een lager debiet is ingesteld, zal
de unit kortstondig het debiet verhogen, om de condensortemperatuur op een veilig niveau te houden.
5.4 Einde levensduur
Informeer bij afdanking van het toestel of van
Artikelnummer
de koeltechnische skid bij uw gemeente naar de
400400040
mogelijkheden voor hergebruik of verwerking van het
400400066
toestel. De ComfoCool Q600 bevat het koudemiddel
400400067
R134a. Het is belangrijk, dat dit koudemiddel
400300071
milieuvriendelijk wordt afgevoerd. De broeikasbijdrage
400300072
van de hoeveelheid koudemiddel in dit systeem is bij
400300073
ondeskundige afvoer ongeveer even groot als van 700kg
471502008
CO
.
2