- Gegevensblok Geheugen
Er kunnen gegevens van,tot 20 Opdrachten, worden opgenomen. Dit zijn de
"Opdracht-betrokken-gegevens, zoals naam,Commentaar en de tijdens de
werkgang gebruikte gegevens zoals bewerkte oppervlakte e.d.
Met de toets T3 "Vlg.Speich"(volgende Geheugen-opslag) kan de gewenste "Vast-
opname"-Opdracht gekozen worden. Met toets T4 "Verder" worden de
afzonderlijke gegevens van de Opdrachten aangetoond
.
De gegevensblok Speicher (Geheugen) kan alleen met de toets T1 "Menu"
verlaten worden.
De Opname wordt met de toets T2 "Gelost".
4.3
Bedieningsverloop
Nadat de Uni-Control geinstalleerd is en de Specifieke machine gegevens zijn
ingevoerd.
Dan krijgt men het volgende bedieningsverloop:
- Machine aan de Tractor aankoppelen; schakelkast e.d. en machine-
Adapter(koppeldeel) aan de Uni-Control aansluiten,waarbij deze
AFGESCHAKELD moet zijn.
- Uni-Control inschakelen;"Soort" der machine wordt automatisch met de machine
stekker erkend en overeenkomende programma met de eenmaal ingevoerde
machine-gegevens worden automatisch gekozen.
- Ingeven van de naam(Slagbetekenis);klanten betekenis)
- Invoeren en beproeven van de Sollwaarde
- Invoeren van een Commentaar moet niet beslist uitgevoerd
De Sollwaarde zal in elk geval beproefd worden.
- Opdracht starten (T2)
- Tijdens de Werkgang kunnen alle functies, ook die van de Boordcomputer,
beproefd worden.Over de +/- toetsen kan de doseerhoeveelheid, betrokken op de
Sollwaarde, in 10% "stappen" verandert worden.
- De Opdracht wordt door indrukken van de toets T2 (einde) en de navolgende
"Kwitering" afgesloten .
De opgenomen gegevens: Oppervlakte, Werktijd, gedoseerde hoeveelheid etc.,
zijn daarmee vastgelegd.
Daarna wordt de tellers van deze gegevens automatisch op "0" gezet.
De uitgave van de nieuwe Opdracht-nummers volgt automatisch en het
bedieningsverloop kan weer opnieuw beginnen.
Seite - 10 -
Copyright Müller-Elektronik GmbH u. Co.
Bedieningshandleiding UNI-Control S aan Precisie Zaaimachine (11/94)
worden.