HP DesignJet Z6600 Einführende Informationen Seite 28

10. De toets Cancel (Annuleren): een procedure of interactie annuleren.
11. De toets omhoog (Up): in het menu een optie naar boven gaan of een waarde verhogen, bijvoorbeeld bij het
confi gureren van het schermcontrast van het bedieningspaneel of het IP-adres.
12. Toets OK (OK): een actie bevestigen tijdens een procedure of interactie. Om een submenu in het menu te openen. Om
een waarde te selecteren wanneer een optie wordt gegeven. Als het statusscherm wordt weergegeven, dan kunt u
met deze sleutel naar het hoofdmenu.
13. Statuslicht: geeft de status van de printer aan. Als het statuslampje groen brandt, dan is de printer klaar. Als het
groen knippert, dan is de printer bezig. Als het oranje brandt, dan is er een systeemfout. Als het oranje knippert,
dan heeft de printer uw aandacht nodig.
Foutmeldingen en -codes op het voorpaneel
Zet de printer uit en vervolgens weer aan als er een bericht op het voorpaneel verschijnt dat
u niet weet wat u hierop moet doen. Als het probleem hierdoor niet is verholpen, neemt u contact op met HP Support.
Zie Using your printer (Uw printer gebruiken).
Foutmelding of -code
[Color] cartridge has expired ([Kleur] patroon
is verlopen)
[Color] cartridge is incorrect ([Kleur] patroon
is niet juist)
[Color] cartridge is missing ([Kleur] patroon
ontbreekt)
[Color] cartridge is out of ink ([Kleur] patroon
is leeg)
[Color] printhead #[n] error: please remove
([Kleur] printkop #[n] fout: verwijderen)
[Color] printhead #[n] error: replace ([Kleur]
printkop #[n] fout: vervangen)
Faulty cartridge. Replace [color] cartridge
(Defecte cartridge. Vervang [kleur] patroon)
PDL Error: Ink system not ready (PDL-fout:
Inktsysteem niet gereed)
Replace [color] cartridge (Vervang [kleur]
patroon)
Reseat [color] cartridge (Installeer [kleur]
patroon opnieuw)
26.n.01 (where n = the ink cartridge number)
(26.n.01 (waarbij n = het nummer van
de inktpatroon))
29.01
32.1.01
32.2.01
Aanbeveling
Vervang de patroon.
Vervang de patroon door een die in deze regio wordt ondersteund.
Plaats een patroon van de juiste kleur.
Vervang de patroon.
Verwijder de onjuiste printkop en plaats een nieuwe printkop
van het juiste type (kleur en nummer).
Verwijder de niet-functionele printkop en plaats een nieuwe printkop.
Vervang de patroon.
Reinig de printkoppen.
Vervang de patroon.
Verwijder patroon en plaats deze opnieuw.
Verwijder de inktpatroon en installeer deze opnieuw in de printer.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de inktpatroon. Als het probleem
hierdoor niet is verholpen, neemt u contact op met HP Support.
De onderhoudspatroon is niet juist geplaatst. Open de deur van
de onderhoudscartridge aan de rechterkant van de printer, controleer
of de onderhoudscartridge op de juiste wijze is geplaatst en sluit
de deur. Wanneer het probleem niet is verholpen, vervangt u de
onderhoudscartridge. Als het probleem hierdoor niet is verholpen,
neemt u contact op met HP Support.
Er is een fout opgetreden bij de opwikkelspoel. Zorg ervoor dat het
papier juist aan de as van de opwikkelspoel is geplakt en dat de
opwindrichting juist is ingesteld.
De opwikkelspoel wordt niet herkend. Zorg ervoor dat sensorkabel
van de opwikkelspoel goed is aangesloten.
niet in deze lijst staat en
3