Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beta 1498/30A Gebrauchsanweisung Seite 61

Elektronisches multifunktions-batterieladegerät
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 29
GEBRUIKSAANWIJZING
de stand-bystand. Op het display verschijnt het opschrift ''Errx'' waarbij 'x' het nummer is dat overeenkomt
met de oorzaak van de fout (Zie tabel 1). Twee seconden durend enkel geluidssignaal.
• Polariteitinversie : de led ''Reverse'' gaat branden en op het display wordt ''Err7'' weergegeven met een
twee seconden durend geluidssignaal.
FOUTMELDINGEN
De fouten die kunnen worden gemeld staan in tabel 1.
MELDING
DISPLAY
Er01
Kabels zitten los, kabels
kortgesloten.
Accu volledig kortgesloten.
Er02
De accu is kapot of kan niet wor-
den hersteld.
Neemt na 20h recovery geen stro-
om op.
Er03
Interne overtemperatuur van de
acculader. Overbelasting van het
apparaat.
Er04
Spanningsfout.
Accuspanning te laag.
Accu met een of meerdere
kortgesloten elementen.
Er05
Accu met te hoge spanning ten
opzichte van de ingestelde.
Er06
Te sterke accu. Hij is nooit klaar
met opladen.
Er07 and led
De klemmen van de uitgangsge-
reverse
leiders zijn niet goed op de accu
aangesloten.
Er08
Uitgangsstroom te hoog.
Stroom hoger dan de maximumli-
miet.
DE ACCU OPLADEN
Accu's opladen die op het voertuig zijn aangesloten.
1. Voordat u met opladen begint, controleert u of de stroomkabel van het elektriciteitsnet is gekoppeld.
2. Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de negatieve
klem aangesloten.
3. Laad een accu die met de negatieve klem op de massa van het voertuig is aangesloten op de volgende
manier op:
• Sluit de uitgangsgeleider met de rode klem aan op de positieve pool (+) van de accu.
Tabel 1: foutmeldingen
OORZAAK
OPLOSSING
Breng de klemmen goed aan en hervat het opladen
van de accu; (zie de paragraaf "De acculader
gebruiken").
Wend u tot het dichtstbijzijnde Servicecentrum.
De accu kan defect zijn.
Verwijder eventuele voorwerpen die de ventilatiezo-
ne van de batterijlader bedekken of verplaats hem in
een koeler gebied. Wacht tot de acculader automa-
tisch weer gaat werken.
Stel de spanning die overeenkomt met die, die bij de
accu hoort opnieuw in. Hervat het opladen van de
accu; (zie de paragraaf "De acculader gebruiken").
De accu kan defect zijn.
Stel de spanning die overeenkomt met die, die bij de
accu hoort opnieuw in. Hervat het opladen van de
accu; (zie de paragraaf "De acculader gebruiken").
Gebruik een acculader met een groter laadvermo-
gen. De accu kan defect zijn.
Breng de klemmen goed aan en hervat het opladen
van de accu; (zie de paragraaf "De acculader
gebruiken").
Verminder de opname van de accu.
NL
61

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis