S2.9
Afkoeling van boiler 3
S2.10
Het nakomen van de
gewenste temperatuur
van boiler 1
S2.11
Het nakomen van de
gewenste temperatuur
van boiler 2
S2.12
Het nakomen van de
gewenste temperatuur
van boiler 3
S2.13
Minimale
collectortemperatuur
S2.14
Minimale temperatuur van
de ondersteunende
warmtebron Q1
S2.15
Minimale temperatuur van
de ondersteunende
warmtebron Q2
S2.16
Snelheid van de
servomotor.
S2.17
Regelaarconstante van
mengklep.
Onderhoudsaanwijzing
Betekend, dat wanneer boiler 3 met meer dan de
gewenste temperatuur wordt verhit, deze gedwongen
tot op de gewenste temperatuur wordt afgekoeld. Het
afkoelen vindt plaats door de collectoren en de
buisinstallatie.
Hier wordt bepaald, of boiler 1 zich met de
Solarcollectoren alleen tot op de gewenste temperatuur
opwarmt.
Hier wordt bepaald, of boiler 2 zich met de
Solarcollectoren alleen tot op de gewenste temperatuur
opwarmt
Hier wordt bepaald, of boiler 3 zich met de
Solarcollectoren alleen tot op de gewenste temperatuur
opwarmt.
Met deze instelling wordt bepaald, „of" en „hoe" er
rekening wordt gehouden met de minimale
collectortemperatuur.
Met deze instelling wordt bepaald, „of" en „hoe" er
rekening wordt gehouden met de minimale temperatuur
van de ondersteunende warmtebron Q1.
Met deze instelling wordt bepaald, „of" en „hoe" er
rekening wordt gehouden met de minimale temperatuur
van de ondersteunende warmtebron Q2.
De noodzakelijke tijd van de servomotor voor de
draaihoek van 90°. Er wordt hierbij rekening gehouden
met de vertraging van de omschakeling met de
servomotor.
De instelling is de PI -constante van de 3-puntregeling
van de mengklep.
118
0 - nee
0
1 - ja
0 - nee
1
1 - ja
0 - nee
1
1 - ja
0 - nee
1
1 - ja
0 - nee
2
1 - ja
2 - ja – alleen bij
het inschakelen
0 - nee
1
1 - ja
2 - ja – alleen bij
het inschakelen
0 - nee
1
1 - ja
2 - ja – alleen bij
het inschakelen
1 ÷ 8 min
2
15 ÷ 60 s
25