Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie; Transport; Elektrische Aansluiting; Aandrijving Van De V-Snaar - Elektror HRD series Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HRD series:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
2.5 Lawaai
Het door de ventilator veroorzaakte geluid is niet over het
gehele vermogensbereik constant (zie onderstaande
diagrammen).
HRD 1 T
1
2
3
4
5
60
120
180
240
300
Luchtopbrengst V
HRD 14 T
2
4
6
8
10
12
120 240
360 480 600
720 840
Luchtopbrengst V
HRD 2 T
2
4
6
8
10
12
14
120 240 360 480 600 720 840 960 1080 1200 1320 1440 1560 1680 m
Luchtopbrengst V
HRD 60
2
4 6
8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 m
240
480
720
960
1200
Luchtopbrengst V
HRD 65
5
10
15
20
25
30
300
600 900 1200 1500 1800 2100 2400 2700 3000 3300 3600 3900 m
Luchtopbrengst V
HRD 7
5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95
600
1200
1800
2400
3000
Luchtopbrengst V
In bepaalde ongunstige gevallen is een geluiddemper noodza-
kelijk (wij adviseren de gebruiker metingen uit te voeren).
De gebruiker dient de geluiddemping te verzorgen, opdat de
wettelijk toegestane maximale waarden op de werkplek in de
omgeving van de ventilator niet worden overschreden.

3 Installatie

3.1 Transport

G Controleer voor de montage en de inbedrijfstelling alle onder-
delen op transportbeschadigingen.
G De ventilator niet onbeschermd in de buitenlucht opslaan
(tegen vocht beschermen).
G De hefmiddelen veilig plaatsen. Alleen hefgereedschap en
lastopnamevoorzieningen gebruiken die voldoende sterk zijn.
G De snaaraandrijing en de vrij bewegende delen moeten met
een snaarbeveiliging overeenkomstig DIN EN 294 worden
afgedekt.
G De riemspanning moet na een looptijd van ca. 2 uur worden
gecontroleerd. Indien nodig moeten de riemen worden
nagespannen.
dB(A)
90
85
80
75
6
7
8
9
10
11 m
360
420
480
540
600
660 m
.
dB(A)
95
90
85
80
14
16
18
20
22
24
26 m
960 1080 1200 1320 1440 1560 m
.
dB(A)
94
92
90
88
16
18
20
22
24
26
28 m
.
dB(A)
98
96
94
92
1440
1680
1920
2160
2400 m
.
dB(A)
100
98
96
94
35
40
45
50
55
60
65 m
.
dB(A)
105
100
95
100
m
3600
4200
4800
5400
6000
m
.
3.2 Plaatsen, montage
G De ventilator tegen weersinvloeden beschermd, horizontaal
plaatsen.
G Niet aan trillings- of stootbelastingen blootstellen.
G De ventilator op de plaats van bestemming op een vlakke,
stevige ondergrond monteren.
G De open zuig- en blaasopeningen met veiligheidsroosters
conform DIN EN 294 afdekken.
G De snaaraandrijing en de vrij bewegende delen moeten met
3
/min
een snaarbeveiliging overeenkomstig DIN EN 294 worden
3
/h
afgedekt.
G De riemspanning moet na een looptijd van ca. 2 uur worden
gecontroleerd. Indien nodig moeten de riemen worden
nagespannen.
G Zorgdragen voor voldoende ventilatie van de motor, max.
omgevingstemperatuur +40˚C.
3
/min
3
/h

3.3 Elektrische aansluiting

Opmerking!
Neem de instructies van de betreffende elektromoto-
renfabrikant in acht. De aansluiting moet volgens de
desbetreffende plaatselijke bepalingen worden uitge-
voerd. De in dit hoofdstuk omschreven werkzaamhe-
den mogen alleen door een gediplomeerd elektricien
3
/min
worden uitgevoerd.
/h
3
Controle van de draairichting
De ventilator inschakelen.
De draairichting van de ventilatorbladen moet overeenkomen
met de richting van de pijl op de behuizing.
3
/min
3
/min

4 Aandrijving van de V-snaar

Opmerking!
De ventilatoren zijn standaard voorzien van V-snaar-
schijven voor smalle V-snaren overeenkomstig
DIN 7753.
3
/min
Om voortijdige beschadiging van de groefkogella-
3
/h
gers te voorkomen, moet de aandrijving van de
V-snaar op de juiste wijze worden voorgespannen.
Het bepalen van de aandrijving van de V-snaar dient
overeenkomstig de berekeningsprocedure van de
betreffende fabrikant van de V-snaar te worden
uitgevoerd.
G De pulley van de ventilatorriem mag niet worden veranderd.
3
/min
3
/h
G Het maximaal toegestane toerental van de ventilator mag
niet worden overschreden (zie tabel in hoofdstuk 1).
G De snaaraandrijving en de vrij bewegende delen moeten met
een snaarbeveiliging overeenkomstig DIN EN 294 worden
afgedekt.
G De riemspanning moet na een looptijd van ca. 2 uur worden
gecontroleerd. Indien nodig moeten de riemen worden
nagespannen.
G Neem de ventilator nooit in gebruik, wanneer het veiligheids-
rooster niet aangebracht en stevig vastgeschroefd is
(gevaar voor lichamelijk letsel).

5 Onderhoud

Aan slijtage onderhevige onderdelen vallen onder de door ons
geadviseerde onderhoudsintervallen en vormen een deel van
de geldende garantieclaims. De levensduur van de aan slijtage
onderhevige onderdelen (kogellagers, aandrijfriemen en filters)
is afhankelijk van de bedrijfsuren, de belasting en andere
invloeden zoals temperatuur enz.
NL
27

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Hrd 1tHrd 7Hrd 65Hrd 14tHrd 2tHrd 60

Inhaltsverzeichnis