Pentair Water SW series Wartungsanleitung Seite 14

NL
De leidingen moeten zo worden geïnstalleerd, dat eventuele trillingen, spanningen en zwaartekrachten niet door de
pomp gevoeld kunnen worden. Voorts moeten de leidingen zo kort mogelijk worden gehouden en moet het aantal
bochten tot een minimum worden beperkt om overmatig drukverlies te voorkomen. Voor de SW 33 moeten de in- en
uitgaande leidingen een minimale diameter van 3" hebben. Zorg ervoor dat de motor op een ruime plaats wordt
gemonteerd, zodat het gemakkelijk is om erbij te kunnen in het geval van onderhoudsingrepen.
HFD.STK. 4. ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING
GEVAAR
Risico elektrische
ontlading
GEVAAR
Risico elektrische
ontlading
Voor de electrische aansluiting gebruikt men kabels van het type H07RN-F (extern), H05RN-F of H07RN-F (intern).
Voor de aansluiting moet men afbeelding 2 raadplegen voor enkelfasige motoren, afbeelding 3 is er voor de
driefasemotoren. De enkelfasige motoren hebben de condensator vast ingebouwd, terwijl ook de thermische beveiliging
in de wikkeling van de motor zit. De driefasemotoren hebben deze beveiliging niet en deze moet dus door de client
worden bijgebouwd. De electrische installatie moet zijn voorzien van een schakelaar met onderbreking van alle polen.
HFD.STK. 5. INBEDRIJFSTELLING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voordat men de pomp opstart, moet men de doorzichtige dop op het filter eraf schroeven en het filterlichaam opvullen
totdat de ingang onder water staat. Indien de pomp onder de waterspiegel is gemonteerd, dan moet men langzaam de
klep aan de aanzuigkant openzetten terwijl de klep aan de uitgang open staat. Op die manier zal de lucht vanzelf uit
de pomp worden gedrukt. Controleer dat de pomp in de richting van de klok draait, gezien vanaf de kant van de
motorventilator. De driefasemotoren kunnen van richting worden omgedraaid door twee van de drie faseleidingen te
verwisselen. Deze pompen zuigen zelf de waterkolom omhoog. De tijd die ze daarvoor nodig hebben varieert van 1 tot
5 minuten met aanzuigdiepte van 2 tot 3 meter, onder normale omstandigheden (dat wil zeggen, aanzuigbuis met
interne Ø van 50 mm, watertemperatuur 20 °C, frequentie 50 Hz).
HFD.STK. 6. ONDERHOUD EN SCHADEONDERZOEK
GEVAAR
Risico elektrische
ontlading
In normale omstandigheden hebben de voorfiltermandjes van de pompen van de serie SW geen periodiek onderhoud
nodig. Reinig indien nodig het doorzichtige deksel met alleen water en een neutrale detergent, gebruik geen
oplosmiddelen. Maak het filter schoon en zet het weer op zijn plaats. Sluit het doorzichtige deksel weer en breng de
pomp op gang. Wordt de pomp voor lange tijd niet gebruikt of vreest men vorst, dan wordt aangeraden om de machine
geheel te legen door middel van de ontlaadschroef. Men moet het filterdeksel, de ontlaadschroef en de moeren van
de koppelstukken met de hand los- en vastdraaien, men moet daar geen tangen of andere gereedschappen voor
gebruiken.
PROBLEEM
DE POMP DRAAIT NIET
DE MOTOR DRAAIT, MAAR DE
POMP POMPT GEEN VLOEISTOF
DE POMP STOPT NA EEN KORTE
TIJD DOOR INGRIJPEN VAN DE
THERMISCHE MOTOR
BESCHERMER
12
Nagaan of de spanning en de frekwentie, zie plaatje, overeenkomen
met die van het beschikbare voedingsnet.
De man die verantwoordelijk is voor de installatie moet nagaan of de
elektrische voedingsinstallatie voorzien is van een doeltreffende
grondaarding volgens de geldende normatieven.
Het is nodig na te gaan of de elektrische voedingsinstallatie voorzien
is van een differentiele schakelaar met hoge gevoeligheid
mA (DIN VDE 0100/739).
Gebruik de pomp alleen binnen het op het plaatje aangegeven
bedrijfsgebied.
Laat de pomp niet droog lopen.
De pomp niet laten draaien met een totaal gesloten afsluitklep op de
toevoer.
Voor iedere onderhoudsingreep moet de verbinding met het net worden
onderbroken.
MOGELIJKE OORZAAK
1) Gebrek aan elektrische energie
2) Ingrijpen motorbescherming
1) Zuigt lucht op
2) Verkeerde draairichting
1) Elektrische voeding niet volgens
de gegevens van het typeplaatje
2) Een vast deeltje heeft het pomprad
-
geblokkeerd
3) Vloeistof te warm
4) Pomp is drooggelopen
5) Te weinig ventilatie van de motor
REMEDIE
1) Controleer of er spanning is
2)Neem contact op met Uw dealer (klantenservice).
1) a)Controlleren of de verbindingen dicht zijn - b)Controlleren of
het niveau van de vloeistof niet onder de bodemklep is gezakt -
c)Nagaan of de bodemklep dicht is en niet geblokkeerd is
2)Neem contact op met Uw dealer (klantenservice).
1) De spanning op de geleiders van de voedingskabel
controleren
2)Neem contact op met Uw dealer (klantenservice).
3) Zorg dat de temperatuur omlaag gaag
4) Controleer de pomp op eventuele schade en verhelp het probleem
5) Zorg dat er meer luchtstroming komt of verplaats de pomp
D = 30