aLGEMENE waaRSCHUwING!
Gelieve in het bijzonder op de volgende aspecten te letten bij het gebruik van de CYBEX first.GO
BABYDRAAGzAK:
waaRSCHUwING: Uw evenwicht Kan verStOOrd wOrden dOOr Uw Bewegingen Of die van
Uw Kind.
waaRSCHUwING: lET OP BIJ HET BuIGEn OF VOOROVER lEunEn.
waaRSCHUwING: DEzE DRAAGzAK IS nIET GESCHIKT VOOR GEBRuIK BIJ HET SPORTEn.
waaRSCHUwING: zORG ERVOOR DAT EEn TWEEDE PERSOOn DE BABY VASTHOuDT, WAnnEER u DE
BaBYdraagzaK aantreKt.
waaRSCHUwING: GElIEVE EROP TE lETTEn DAT DE MAnnElIJKE GESP STEEDS DOOR DE
ElASTISCHE luS WORDT GEHAAlD AlVOREnS DE GESP TE SluITEn. HET MAnnElIJKE DEEl VAn DE
GESP MOET VOllEDIG In DE ElASTISCHE luS VASTGEHAAKT WORDEn.
waaRSCHUwING: GEbRUIK DE VEILIGHEIDSLUSSEN VOOR DE bENEN VOOR KINDEREN VaN 3,5 TOT
7KG. DIT VOORKOMT DaT KLEINE KINDEREN DOOR DE bEENOPENING VaLLEN.
• Vergewis er u van dat u deze handleiding goed begrijpt, alvorens de BABYDRAAGzAK te gebruiken.
• De BABYDRAAGzAK moet steeds optimaal aangepast worden aan de grootte van de baby.
• De BABYDRAAGzAK mag enkel door volwassenen gebruikt worden. Een beschadigde BABYDRAAGzAK
mag nIET gebruikt worden!
• Controleer steeds dat alle gespen, lussen, riemen, knopen en clipsen veilig vastgemaakt zijn en perfekt
functioneel zijn; indien dit niet het geval is, of in geval van twijfel, mag de draagzak nIET gebruikt worden.
• Controleer steeds dat er voldoende ruimte is rond het hoofd van het kind zodat een goede luchtcirculatie
verzekerd wordt.
• Kleed uw kind niet te warm aan maar zorg ervoor dat het aangenaam warm heeft.
• Maak de heupgesp nooit los, terwijl uw kind in de draagzak zit.
GEbRUIK bIJ PaSGEbORENEN
1
3
34
2
4
(horizontale positie / 0- 4 maanden, 6kg)
OPGELET: let er Bij de hierOnder getOOnde
DRAAGPOSITIE OP DAT HET HOOFD VAn HET KInD
SteedS lichtjeS OmhOOg gehOUden wOrdt
Om te vermijden dat het BlOed van het Kind
naar het hOOfd Stijgt.
OPGELET: maXimUmgewicht 6Kg.
Stap 1: plaats de babydrager op een stevig en veilig
oppervlak.
Stap 2: leg uw baby voorzichtig in de draagzak.
Stap 3: Plaats de sluiting van de tussenbeengordel
voorzichtig op de buik van de baby. Haal nu
de armen van de baby links en rechts door het
schouderharnas. Sluit het veiligheidsharnas door
beide gespen in de sluiting te steken. De lengte van
het harnas kan aangepast worden aan de lengte van
het kind door de ingenaaide aanpassingsglijders op
beide schoudergordels en de tussenbeengordel te
verzetten.
OPGELET: cOntrOleer SteedS dat het
harnaS gOed geSlOten werd en dat de
lEnGTE VAn HET HARnAS GOED AAnGEPAST
werd.
Stap 4: De shoudergordels kunnen zowel op de
linker- als rechterkant gedragen worden. Indien u de
babydrager over de linkerschouder draagt, dient u
de rechtse draaggesp door de lus op het einde van
de drager te halen. Indien u de babydrager over de
rechterschouder draagt, dient u de linkse draaggesp
door de lus op het einde van de drager te halen.