Standaardgebruik van de camcorder
en uitschakelen, tussen modi schakelen en het instellen van indicators op het scherm.
UW CAMCORDER IN- EN UITSCHAKELEN
1. Open het LCD-scherm en druk op de knop Aan/uit (
om de camcorder aan te zetten.
•
Stel de schakelaar voor openen/sluiten van de lenskap
in op open (
).
2. U kunt de camcorder uitschakelen door op de knop Aan/uit
(
) te drukken.
Wanneer de camcorder is ingeschakeld, werkt de zelfdiagnosefunctie. Als een waarschuwing
verschijnt, kunt u "Waarschuwingsindicators en berichten" raadplegen ( pagina's 104~106)
en de benodigde stappen nemen.
De camcorder de eerste keer gebruiken
•
Wanneer u uw camcorder de eerste keer gebruikt of deze opnieuw instelt, verschijnt als eerste het
Wanneer u de datum en de tijd niet instelt, wordt het scherm voor de tijdzone elke keer geopend
wanneer u de camcorder inschakelt.
NAAR DE STROOMBESPARINGSMODUS SCHAKELEN
Wanneer u de camcorder langere tijd wilt gebruiken, kunt u met de volgende functies voorkomen dat er
onnodig stroom wordt gebruikt en behoudt de camcorder een snellere reactie in de stroombesparingsmodi.
Functie Auto Power Off (Autom. uit)
•
Om de batterij te sparen kunt u de
functie "Auto Power Off" (Autom.
uit) gebruiken zodat de camcorder
automatisch wordt uitgeschakeld
wanneer het apparaat gedurende 5
minuten niet wordt bediend.
•
Als u deze optie wilt uitschakelen, wijzigt
u de instelling "Auto Power Off"(Autom.
uit) in "Off" (Uit).
- Wanneer de camcorder met een kabel is aangesloten. (USB-kabel, of AV-kabel)
- Wanneer het opnemen, afspelen of de diashow actief is.
wordt het aanbevolen om de camcorder uit te schakelen door op de Aan/uit(
wanneer u het apparaat niet gebruikt.
pagina 89
)
LCD-scherm
Na 5 minuten
Aan/Uit( ) -knop
pagina 28
)knop te drukken
23