Zelfprogrammering Van De Slag Van De Deur; Test Van De Werking; Werking Met Totaal Openen - Fig; Werking Van De Obstakeldetectie - SOMFY DEXXO SMART io Installationsanleitung

DEXXO SMART io

4.4. Zelfprogrammering van de slag van de deur

Met de zelfprogrammering kan de snelheid, het maximale koppel en de
vertragingszones van de deur worden afgesteld.
Let op
• De zelfprogrammering is een verplichte stap bij het in bedrijf
stellen van de motorisatie.
• Tijdens de zelfprogrammering, is de obstakeldetectiefunctie niet
actief. Verwijder elk voorwerp of obstakel en zorg dat er nie-
mand dichtbij komt of in de actiestraal van de motorisatie komt.
• Tijdens de zelfprogrammering kan het zelfprogrammeren
worden onderbroken door het indrukken van de toets "SET", "+"
of "-".
• Tijdens de zelfprogrammering zijn de veiligheidsingangen actief.
De vertragingszones tijdens het sluiten en openen zijn standaard
ongeveer 20 cm.
In de vertragingszone mag de deur geen stroeve punten ondervinden.
Let op
Controleer aan het einde van de installatie beslist of de obstakel-
detectie voldoet aan de vereisten van bijlage A van de norm EN 12
453.
4.4.1. Zelfprogrammering paneeldeur of kanteldeur -
Fig. 19 A
1) Druk 2 seconden op de toets "SET".
De led "POWER" knippert snel.
2) Bedien de motor met de toets "+" of "-" zodat de aandrijfpendel zich
aan de wagen koppelt en de deur in gesloten stand brengt.
3) Stel de gesloten positie bij met de toets "+" of "-".
Laat de toets "-" los voordat er sprake is van enige forcering van de
motor op de deur.
4) Druk op de toets "SET" om het eindpunt van het sluiten te bevestigen
en start de zelfprogrammering:
• De deur gaat langzaam open.
• De deur sluit met nominale snelheid en vervolgens met gereduceerde
snelheid tot aan de gesloten positie.
• De deur gaat open met nominale snelheid en vervolgens met
gereduceerde snelheid tot aan de geopende positie.
• De deur sluit met nominale snelheid en vervolgens met gereduceerde
snelheid tot aan de gesloten positie.
Het inleren is voltooid. De led "POWER" brandt continu.
4.4.2. Zelfprogrammering zijdeur - Fig. 19B
De draairichting van de motor controleren
1) Druk 2 seconden op de toets "SET".
De led "POWER" knippert snel.
2) Bedien de motor met de toets "+" of "-" zodat de aandrijfpendel zich
aan de wagen koppelt en de deur in gesloten stand brengt.
3) Druk op de toets "+" of houd deze ingedrukt om de deur te openen.
Als de deur dicht gaat, tegelijkertijd de toetsen "+" en "-" indrukken. De
draairichting is dan omgekeerd.
De zelfprogrammering starten
4) Stel de gesloten positie bij met de toets "+" of "-".
Laat de toets "-" los voordat er sprake is van enige forcering van de
motor op de deur.
5) Druk op de toets "SET" om het eindpunt van het sluiten te bevestigen
en start de zelfprogrammering:
• De deur gaat langzaam open.
• De deur sluit met nominale snelheid en vervolgens met gereduceerde
snelheid tot aan de gesloten positie.
• De deur gaat open met nominale snelheid en vervolgens met
gereduceerde snelheid tot aan de geopende positie.
• De deur sluit met nominale snelheid en vervolgens met gereduceerde
snelheid tot aan de gesloten positie.
Het inleren is voltooid. De led "POWER" brandt continu.
©
Copyright 2018 SOMFY ACTIVITES SA. All rights reserved.

5. TEST VAN DE WERKING

5.1. Werking met totaal openen - Fig. 20

5.2. Werking van de obstakeldetectie

• Obstakeldetectie bij het sluiten = stoppen + weer totaal openen.
• Obstakeldetectie bij het openen = stoppen + terugtrekken.

5.3. Werking van de foto-elektrische cellen

• Bedekking van de cellen bij het openen = er wordt geen rekening
gehouden met de staat van de cellen, de deur gaat door met zijn
beweging.
• Bedekking van de cellen bij het sluiten = stoppen + weer totaal
openen.

5.4. Werking van het loopdeurcontact

• Activering van het loopdeurcontact bij het sluiten = stoppen
• Activering van het loopdeurcontact bij het openen = stoppen

5.5. Bijzondere functies

Zie gebruikersboekje.

5.6. Informatie van de gebruikers

Informeer altijd alle gebruikers over het veilig gebruiken van deze
gemotoriseerde deur (standaard gebruik en ontgrendelingsprincipe) en
over de verplichte periodieke controles.

6. AANSLUITEN VAN DE RANDORGANEN

Waarschuwing
Bij deze werkzaamheden moet de spanning zijn uitgeschakeld.

6.1. Algemeen bedradingsschema - Fig. 21

Klemmen Aansluiting
1 L 230 V voeding
2 N
3 Aux Verlicht gebied
4 Spanningsvrij contact
5 Flits Uitgang oranje licht
24 V - 15 W
6
7 Voeding 24 V acces-
soires
8 +
9 Tx Voeding van zender
met fotocel voor
zel est
10 Batt Accu
11
12 Start Ingang commando
Totaal openen
13 Gemeenschappelijk
14 Stop Contact van het hek
15
16 Wordt niet gebruikt
17 Gemeenschappelijk
18 Cel Veiligheidsingang
cellen
19 Ant Antennemassa
20 Antennekern
NL
Toelichting
230V - 500 W max
• hetzij 5 compacte fluo-
rescentie- of ledlampen
• hetzij 2 voedingseenhe-
den voor laagspannings
ledlampen
• hetzij 1 halogeenverlich-
ting van max. 500 W
Compatibele batterij 9,6V
Spanningsvrij contact NO
Spanningsvrij contact NO
Spanningsvrij contact NO
6