VERBINDINGEN
Verbinding maken met een netwerk
Voorbereidingen voor verbinding met een netwerk
Dit toestel kan draadloos of via bedrading worden verbonden met een netwerk. Kies de verbindingsmethode die het meest
geschikt is voor uw situatie.
Als u een draadloze verbinding wilt maken
Maak de instellingen zo dat dit toestel draadloos kan
communiceren.
1.
Zet de INPUT-schakelaar op het
achterpaneel op NET.
2.
Zet de WIRELESS-schakelaar op het
achterpaneel op AUTO.
LET OP
Sluit geen netwerkkabel aan op de NETWORK-
aansluiting. Als er een netwerkkabel wordt
aangesloten, zal deze de prioriteit krijgen en kunt u
geen draadloze verbinding meer maken.
(achterpaneel)
2
Inschakelen van dit toestel
1.
Doe de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
(achterpaneel)
naar het stopcontact
OPMERKING
● Als het netwerk aan het opstarten is, zal de STATUS-indicator op het bovenpaneel groen gaan knipperen.
● Als u een verbinding via bedrading gebruikt, zal de LED in de NETWORK-aansluiting knipperen wanneer er verbin-
ding is met de router.
12
Nl
1
Als u een verbinding via bedrading wilt maken
Gebruik een in de handel verkrijgbare STP-netwerkkabel
(CAT-5 of hoger rechtstreeks (straight) doorverbonden
kabel) om dit toestel te verbinden met uw router.
1.
Zet de INPUT-schakelaar op het
achterpaneel op NET.
2.
Zet de WIRELESS-schakelaar op het
achterpaneel op OFF.
3.
Sluit een netwerkkabel aan op de
NETWORK-aansluiting.
(achterpaneel)
2
2.
Druk op het achterpaneel op
A (STANDBY/ON) om dit toestel in te
schakelen.
3
1
(achterpaneel)