Plaatsen Van De Batterijen; Inbedrijfstelling En Bediening - Conrad Gas Detector Bedienungsanleitung

Plaatsen van de batterij
Het apparaat mag alleen met batterijen worden gevoed.
• Schuif het deksel van de batterijhouder(5) eraf.
• Plaats twee mignon-batterijen in de houder. De pluspool van de
batterijen moet in de richting van de gassensor wijzen. Gebruik,
indien mogelijk, alkaline-batterijen, omdat deze een langere le-
vensduur hebben.
• Sluit de batterijhouder weer.
Om beschadiging van het apparaat door leeglopende batterijen te
voorkomen, moet u de batterijen uit het apparaat verwijderen
wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
Om dezelfde reden is het raadzaam lege batterijen meteen te
verwijderen.
Milieutip!
De eindgebruiker is wettelijk verplicht gebruikte
batterijen en accu's (van knoopcellen tot lood-zuu-
raccu's) in te leveren: het is niet toegestaan batteri-
jen samen met het normale huisvuil weg te werpen.
Uw lege batterijen en accu's kunt u kosteloos inle-
veren zowel bij onze vestigingen resp. onze hoofd-
vestiging in Hirschau als bij de gemeentelijke reini-
gingsdienst, die verplicht is deze in te nemen.
Draag uw steentje bij om het milieu te beschermen!
34

Inbedrijfstelling en bediening:

Om de correcte inbedrijfstelling te garanderen,
moet u voor gebruik beslist deze gebruiksaanwij-
zing met de veiligheidsvoorschriften volledig en
grondig doorlezen!
• Verwijder de beschermhuls (1)
• Schakel de gasdetector in door op de Aan/Uit-schakelaar (4) te
drukken.
• Het apparaat laat gedurende 2 - 4 seconden een fluittoon ho-
ren. De indicator-LED (3) licht even rood op en wordt vervol-
gens groen.
Klinkt er geen fluittoon of stopt de fluittoon niet na 4 se-
conden, dan moeten de batterijen worden vernieuwd.
• Nadat de fluittoon is gestopt, houdt u de gassensor (2) in de
nabijheid van het te meten object om vast te stellen of er even-
tueel gas uitstroomt.
• Mocht de gasdetector uitstromend gas detecteren, dan wordt
dit aangegeven doordat de indicator-LED (3) rood oplicht. Te-
vens klinkt er een fluittoon. Het apparaat beëindigt deze alarm-
status zodra de gasconcentratie te laag wordt of er geen gas
meer uitstroomt.
Let bij de meting op de verschillende gedragingen van gas.
Vloeibaar gas bijvoorbeeld is zwaarder dan lucht en zinkt naar de
grond, de hoogste gasconcentratie bevindt zich daarom vlak boven
de grond. Win advies in bij uw energiemaatschappij of een deskun-
dig installateur.
35