Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Sygonix Master Bedienungsanleitung Seite 11

Decken-einbau-bewegungsmelder
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Functie van de bewegingsmelder
De in de bewegingsmelder geïntegreerde PIR-sensor reageert op temperatuurveran-
deringen in het registratiebereik, bijv. wanneer een mens waarvan de temperatuur
anders is dan die van de achtergrond, binnen het registratiebereik komt.
Het herkenningbereik van de PIR-sensor kan door de meegeleverde kunststof kap
worden begrensd, die eenvoudig op de bewegingsmelder wordt gestoken (evt. kun-
nen ook individuele delen van de kunststof kap worden verwijderd).
De reikwijdte voor de herkenning van een beweging is afhankelijk van meerdere
factoren:
• Montagehoogte van de bewegingsmelder
• Temperatuurverschil tussen het zich bewegende object en de achtergrond (omge-
ving)
• Grootte van het object
• Afstand van het object ten opzichte van de bewegingsmelder
• Bewegingsrichting en -snelheid
• Omgevingstemperatuur
Na het activeren van de netspanning voor het besturingsapparaat, duurt het ca. 30
seconden, voordat de PIR-sensor in de bewegingsmelder zich op de achtergrondtem-
peratuur heeft ingesteld en de temperatuurveranderingen in het registratiebereik her-
kent en er wordt geschakeld.
Voorbereidingen voor aansluiting en montage
• Aansluiting en montage mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de betreffende
stroomgroep spanningsvrij is.
Schakel de elektrische netspanning voor alle polen af door de zekering van de des-
betreffende groep uit te nemen, resp. door de zekeringautomaat uit te schakelen.
Zorg ervoor, dat deze niet onbevoegd weer wordt aangezet, bijv. met een waarschu-
wingsbordje. Schakel ook de bijbehorende aardlekschakelaar uit.
• Controleer of het netsnoer volledig spanningsvrij is, bijv. met behulp van een ge-
schikt meetinstrument.
• De bewegingsmelder alsmede het besturingsapparaat zijn uitsluitend bedoeld voor
de inbouw in een verlaagd plafond (bijv. een plafondplaat)
• Monteer het product zo dat het buiten bereik van kinderen is.
Aansluiten en monteren
Lees het hoofdstuk "Veiligheidsaanwijzingen" en het hoofdstuk "Voor-
bereidingen voor aansluiting en montage".
• Schakel vervolgens het netsnoer op alle polen uit.
• Verwijder de behuizingsdeksel van het besturingsapparaat, door de beide schroe-
ven eruit te draaien. Til de deksel voorzichtig van het bodemdeel af (aan de tegen-
overliggende zijde van de schroeven, wordt de behuizing via twee klemmen vastge-
klemd).
• Sluit het netsnoer en de kabel aan op de verbruiker met de klemmen in het bestu-
ringsapparaat. Let op de tekst op de klemmen.
A
B
Afbeelding (A) toont de aansluiting zonder externe toets.
In afbeelding (B) wordt de indeling met één resp. meerdere externe toetsen ge-
toond. Via de toets(en) kan de aangesloten verbruiker handmatig worden geacti-
veerd. Indien meerdere toetsen worden aangesloten, moeten deze parallel worden
geschakeld (er mogen alleen toetsen worden gebruikt, geen schakelaars!).
De inschakelduur komt hierbij overeen met de ingestelde tijd op de "Master"-bewe-
gingsmelder.
Het besturingsapparaat biedt daardoor eenzelfde functie als een gebruikelijke
traplicht-automaat.
Het merk voor huistechniek voor het hele huis. Kijk voor meer informatie op www.sygonix.com
L = Phase (fase)
N = Neutrale ader
L = schakeluitgang
S = aansluiting voor toets
0.5 - 2.5 mm²
9 - 10 mm
Belangrijk!
Indien één of meerdere toetsen worden aangesloten op het besturingsap-
paraat, mag de "PULSE"-modus (instelstand "PULSE" op de "Master"-bewe-
gingsmelder) niet worden gebruikt.
De "PULSE"-modus van de "Master"-bewegingsmelder dient bij aansluiting
van het besturingsapparaat op een traplicht-automaat als toets-simulatie.
Mochten er naast de bewegingsmelders extra toetsen worden gebruikt, moe-
ten deze als gewoonlijk op de traplicht-automaat worden aangesloten en niet
op het besturingsapparaat.
• Sluit de behuizing van het besturingsapparaat weer en draai de aan het begin verwij-
derde 2 schroeven er weer in.
• Maak het besturingsapparaat weer via de beide schroefgaten op de behuizing vast;
houd voldoende afstand ten opzichte van lampen, halogeentrafo's enz.
• De in de leveringsomvang aanwezige "Master"-bewegingsmelder (2) wordt op één
van de beide bussen van de aansluitkabel op het besturingsapparaat (1) gestoken.
Indien er extra "Slave"-bewegingsmelders (4 resp. 6) worden aangesloten (niet in
de leveringsomvang, als accessoire te bestellen), dan moet telkens een extra aan-
sluitkabel (3 resp. 5, in de leveringsomvang van de "Slave"-bewegingsmelder), zoals
boven in de afbeelding wordt getoond, worden aangesloten.
In totaal kunnen 6 bewegingsmelders worden aangesloten op het besturingsapparaat
(waarvan 1 "Master"- en 5 "Slave"-bewegingsmelders).
Dit is ideaal, wanneer meerdere bewegingsmelders, bijv. in een trappenhuis of in
een lange gang, moeten worden gemonteerd.
• Voor de bewegingsmelder(s) is voor de montage telkens een toereikend grote pla-
fondopening noodzakelijk (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Het materiaal bijv. voor een verlaagd plafond, moet een dikte hebben tussen 5 en
25 mm.
• Stap 1: Klap de beide metalen beugels, zoals
in de afbeelding wordt weergegeven, lood-
recht naar boven.
Stap 2: Steek de bewegingsmelder vervol-
gens in het voorbereide montagegat.
Stap 3: De metalen beugels draaien door de
geïntegreerde veren naar onderen en fi xeren
de bewegingsmelder.
• Na de eerst keer gebruiken van de netspanning voor het besturingsapparaat, wordt
de aangesloten verbruiker gedurende ongeveer 30 seconden ingeschakeld. In deze
tijd stelt de PIR-sensor in de bewegingsmelder zich in op de aanwezige temperatu-
ren in het bewakingsgebied.
Aansluitend wordt de verbruiker uitgeschakeld en de bewegingsmelder is klaar voor
gebruik.
Als de PIR-sensor temperatuurveranderingen herkent in het bewakingsgebied,
wordt de op het besturingsapparaat aangesloten verbruiker geactiveerd.
Raadpleeg het volgende hoofdstuk voor de instelling van de inschakelduur, helder-
heidregeling en gevoeligheid.
Instellingen op de "Master"-bewegingsmelder
Op de "Master"-bewegingsmelder zijn na het openklappen (let op opschrift 'open'
)drie draairegelaars zichtbaar.
3
5
10
1
30S
20
Instelling van de inschakelduur voor aansluiting L
PULSE
30
Met deze draairegelaar kan de tijd voor de inschakelduur voor de aansluiting L wor-
den ingesteld. Draaiïng naar links verkort de inschakelduur, draaiïng naar rechts ver-
hoogt deze. Er is een instelling van 1 seconde (stand "PULSE"), 30 seconden resp. 1, 3,
5, 10, 20 of 30 minuten mogelijk.
Indien tijdens de inschakeltijd door de PIR-sensor opnieuw een warmteveran-
dering in het registratiebereik wordt herkend, dan start de tijd voor de inscha-
keltijd opnieuw, de verbruiker blijft ingeschakeld.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis