Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Eufab 16227 Bedienungsanleitung Seite 25

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Het elektriciteitskabeltje moet normaalgesproken aan de bovenkant van de camera
zitten. (Als het voor het monteren makkelijker is om de kabel aan de onderkant te
hebben, dan moet het beeldscherm in de auto ook andersom gemonteerd
worden.)
3.
Bevestig de kentekenplaat met de schroeven (inclusief camera en wiggen) weer
aan de auto. De wiggen zorgen ervoor dat de camera naar beneden wijst.
4.
U zult een route moeten kiezen om het elektriciteitskabeltje van de camera door de
carrosserie van uw auto te leiden naar het circuit voor de achteruitrijdlampen.
5.
Sommige auto's hebben bij de kentekenplaat al een gaatje waar het kabeltje
doorheen geleid kan worden, bij andere auto's zult u zelf, dicht bij de plek waar de
kabel uit de camera komt, een gaatje door de carrosserie moeten boren. Als u de
plaats bepaald heeft waar de opening moet komen, kunt u de camera met
kentekenplaat weer verwijderen.
Als u een bestaande opening gebruikt, kunt u de volgende twee stappen
overslaan.
6.
CHECK, VOOR U GAAT BOREN, EERST WAT ZICH OP DIE PLEK AAN DE BINNENKANT
VAN DE AUTO BEVINDT! Zorg ervoor dat u bijvoorbeeld elektriciteitskabeltjes of
vloeistoftanks vermijdt. U dient bij het boren alle voorzichtigheid te betrachten.
7.
Nadat u een gat heeft geboord bevestigt u de bijgeleverde ring in het gat,
waardoor de kabel van de camera geleidt kan worden. De ring beschermt het
kabeltje tegen de scherpe rand van het boorgat.
8.
Bevestig het verzendkastje in de achterbak en sluit het elektriciteitskabeltje van de
camera hierop aan. Sluit vervolgens ook het netsnoertje van het verzendkastje zelf
aan.
9.
Zet het contact aan van uw auto, trek uw handrem aan en zet de auto in de
achteruitrijdversnelling. Kijk achter uw auto waar de lichten voor het achteruitrijden
zich bevinden (dit zijn de witte lichten). Om de elektriciteitskabel van uw
achteruitrijdlampen te vinden, moet u bij de achterkant van uw lampen kunnen
komen. Voor hulp bij het traceren van het elektriciteitscircuit van uw lampen, kunt
u contact opnemen met de leverancier van uw auto of uw garagebedrijf.
10. Als u het betreffende circuit heeft gelokaliseerd, leidt u het netsnoer van het
verzendkastje naar het punt waar u de koppeling wil gaan maken. Zorg dat u het
snoer goed en veilig bevestigd zodat deze niet geraakt kan worden door bijv. de
achterklep van uw auto of spullen die u in uw achterbak plaatst. LEIDT DE KABEL
NOOIT LANGS DE BUITENKANT VAN UW AUTO!
11. Aan de contactdoos van de achteruitrijdlampen zijn twee draadjes bevestigd.
Meestal is de negatieve draad zwart en de positieve gekleurd. Als u hier onzeker
over bent, kunt u een 12 volt multimeter (verkrijgbaar bij winkels voor auto-
onderdelen) gebruiken om te bekijken welke draad de positieve is en welke de
negatieve. Volg de gebruiksaanwijzing van de multimeter voor een goed en veilig
gebruik van dat apparaat.
12. Als u heeft vastgesteld welke draad de positieve is en welke de negatieve, draai
dan de contactsleutel van de auto weer om, haal deze eruit en verwijder de
negatieve kabel van uw accu (zodat u er zeker van bent dat er geen stroom meer
op de draden staat).
25

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis