Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Werken Met De Wobbel-Functiegenerator; Functiegenerator - VOLTCRAFT 8202 Bedienungsanleitung

Wobbel-funktionsgenerator mit frequenzzähler
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

De massa-aansluiting van de teller en de buitenzijde van de BNC-bussen (4), (5), (6),
en (7), zijn rechtstreeks verbonden met de beschermleiding van de netstekker.
Overtuig u ervan dat de schakelingen waarin/waaraan u uw metingen uitvoert, via
een scheidingstransformator galvanisch van de netspanning zijn gescheiden. Ver-
bind nooit de in-/uitgangen (BNC) direct met de netspanning, met chassis waarop
spanning kan staan, en met schakelingen, die zonder transformator (galvanische
scheiding van ingang en uitgang) werken. Let op: levensgevaar!
Denk om de max. spanningen, aangegeven op de ingangsbussen (4) en (5).
Controleer vóór elke meting alle BNC-bussen op beschadiging of kortsluiting.

7. Werken met de wobbel-functiegenerator

7.1 Functiegenerator

• Stel de functiegenerator in conform het punt „6.3 Basisinstelling".
• Druk op een schakelaar in het veld „FREQUENCY RANGE (Hz)" (13). Met deze factor wordt de waar-
de van de variabele frequentie-instelling (via stelknop „FREQUENCY" (18)) „vermenigvuldigd". In de
middelste stand bedraagt de factor ong. 1. Staat de instelknop op MAX, dan bedraagt hij iets meer dan
2 (MIN = 0,01).
Voorbeeld:
Bedien de schakelaar „1k" in het veld „FREQUENCY RANGE" (13). Staat de instelknop in het midden,
dan wordt op het display ong. 1 kHz aangegeven. Staat de instelknop rechtsom, dan bedraagt de aan-
gegeven waarde iets meer dan 2 kHz.
De uitgangsfrequentie kan met de instelknop „FREQUENCY" in het bovenste instelge-
bied (vanaf de middelste stand tot het maximum) gemakkelijker en nauwkeuriger worden
ingesteld als in het onderste deel (factor 0,01). Alle frequentiegebieden overlappen elkaar
en maken zo een nauwkeurige instelling mogelijk over het volledige frequentiegebied.
Selecteer indien mogelijk steeds een kleiner frequentiegebied en stel de frequentie dan in
in het bovenste deel van het instelgebied.
• De uitgangsimpedantie van de generator bedraagt 50 ohm; het uitgangsniveau is dus sterk afhankelijk
van de belasting. Om een zo constant mogelijke uitgangsspanning te bekomen, moet de uitgang wor-
den afgesloten met een afsluitweerstand van 50 ohm.
• Houd de aangesloten signaalleidingen zo kort mogelijk, vooral bij hogere frequenties en blokgolven.
Om een zo nauwkeurig mogelijke uitgangsspanning, een bepaald uitgangsniveau, te kun-
nen instellen, verdient het aanbeveling een oscilloscoop (als „voltmeter") te gebruiken.
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, niet op de VCF-ingang en niet op de
ingang van de frequentieteller, en sluit de generatoruitgangen niet kort
„TTL/CMOS-OUT" en „OUTPUT". In het andere geval bestaat er gevaar op bescha-
diging of zelfs stuk gaan van de frequentiegenerator.
Bij overschrijden van de max. ingangsgrootte resp. bij aanraken van spanningen,
groter dan 25 VAC resp. 35 VDC bestaat er gevaar op een levensgevaarlijke elektri-
sche schok.
60

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis