Zuigen
Grof vuil zoals bijvoorbeeld katonnen
bekers, kartonnen borden, snoeren en
gelijkaardige voorwerpen voor het zui-
gen verzamelen.
Netstekker in het stopcontact steken.
Hoofdschakelaar op IN stellen.
Met aangepaste, gelijkmatige snelheid
over het te reinigende oppervlak rijden.
Sterke verontreiniging meermaals of
langzaam behandelen.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar voor bodemdeklaag.
Apparaat niet op die plaats gebruiken.
Door de eenzijdige aanbrenging van de
borstels kan met de rechterkant tot aan
de rand gereinigd worden.
Wanneer de weergave Filterzak vol
brandt, hoofdschakelaar uitschakelen
en filterzak vervangen.
Vervoer
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Opslag
Voorzichtig
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Gevaar
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Onderhoudsintervallen
Dagelijks
Inhoud van de filterzak indien nodig
naar beneden schudden.
Electriciteitskabel op beschadigingen
controleren. Defecte electriciteitskabel
vervangen.
onderkant van het apparaat reinigen.
Vezels, haar en kabels van de borstel-
walsen verwijderen.
Afdichtingen controleren en reinigen,
beschadigde afdichtingen vervangen.
Wekelijks
Borstels reinigen en controleren op slij-
tage.
De borstels zijn versleten wanneer de
borstelharen dezelfde lengte hebben
als de gele indicatorborstels.
Maandelijks
Motorfilter op de bodem van de filterka-
mer reinigen en controleren op bescha-
diging.
Halfjaarlijks
Wielen demonteren, assen reinigen en
dun instrijken met siliconevet.
Filterzak vervangen
Deksel filterkamer openen.
Filterzak van de aansluitmof trekken en
uit het apparaat nemen.
Nieuwe filterzak plaatsen (zie "Filterzak
plaatsen") .
– 3
NL
Onderhoud
29