Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

TFA SPRING Bedienungsanleitung Seite 23

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SPRING:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
TFA_No. 35.1129_Anleit_12_13
27.12.2013
SPRING – Radiografisch weerstation
• De maximale temperatuur en de luchtvochtigheid voor binnen en buiten sinds de laatste terug-
stelling worden aangetoond.
• Druk op de ▼ toets in de normaalmodus.
• MIN verschijnt op het display.
• De minimale temperatuur en luchtvochtigheid voor binnen en buiten sinds de laatste terugstel-
ling worden aangetoond.
• Druk nog eens op de ▲ of ▼ toets om het display met de actuele waarden te verkrijgen.
• Het apparaat verlaat automatisch de MAX/MIN modus, als er geen toets wordt ingedrukt.
• Houd de ▲ toets ingedrukt, wanneer op het display de maximum waarden verschijnen, om de
betreffende waarden te verwijderen.
• Houd de ▼ toets ingedrukt, wanneer op het display de minimum waarden verschijnen, om de
betreffende waarden te verwijderen.
• Maximum- en minimumwaarden worden automatisch om middernacht teruggezet.
7.3.2 Trendpijlen
• De trendpijlen tonen u of de luchtvochtigheid en de temperatuur actueel stijgt (RISING), daalt
(FALLING)of gelijk blijft (STEADY).
7.4 Symbolen voor de weersverwachting
• Het radiografische weerstation gebruikt 6 verschillende weersymbolen (zonnig, half bewolkt,
bewolkt, regen, stormachtig en sneeuwval).
• Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een periode van 12 uur en geeft
alleen een weertrend aan. Is het bijvoorbeeld momenteel bewolkt en wordt er regen aangege-
ven, duidt dit niet op een verkeerd functioneren van het apparaat, maar geeft dit aan, dat de
luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering moet verwachten, waarbij het echter niet per
se om regen hoeft te gaan.
• Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake is van een kraakhelde-
re nacht.
Belangrijk!
• Met betrekking tot de symboolvoorspelling a.u.b. opletten, want tijdens de exploitatie wordt
deze nog aangepast. Het prognose-symbool is vanaf het begin actief, maar de betrouwbaarheid
neemt toe door de hoeveelheid van de verzamelde gegevens.
• De sensor moet zich eerst op het plaatselijke referentieniveau instellen.
• De best mogelijke betrouwbaarheid van de prognose symbool wordt meestal gegeven na 30
dagen.
7.5 Instelling van de buitentemperatuur- en de binnentemperatuuralarm
• Druk op de ALERTS toets in de normaalmodus.
• HIGH en 60°C (standaardinstelling) of de ingestelde buitentemperatuurbovengrens verschijnt
op het display.
• Houd de ALERTS toets ingedrukt.
• De temperatuurweergave knippert.
• Met de ▲ of ▼ toets kunt u de gewenste bovengrens instellen.
• Bevestig met de ALERTS toets.
• LOW en -40°C (standaardinstelling) of de ingestelde buitentemperatuurondergrens verschijnt
op het display.
• De temperatuurweergave knippert.
• Met de ▲ of ▼ toets kunt u de gewenste ondergrens instellen.
• Bevestig met de ALERTS toets.
• Stel op dezelfde manier de boven- en de ondergrens voor de binnentemperatuur in.
(Meetbereik: 0°C...+50°C)
7.5.1 Activeren en deactiveren van het alarm voor de buiten- en binnentemperatuur.
• Om de aparte alarmfuncties te activeren en deactiveren moet u de ALERTS toets in de normaal-
modus indrukken.
• HIGH en de ingestelde temperatuurbovengrens verschijnt op het display.
• Voor het activeren van het alarm drukt u op de ▲ toets.
• Voor het deactiveren van het alarm drukt u op de ▼ toets
44
11:24 Uhr
Seite 23
SPRING – Radiografisch weerstation
• Het alarmsymbool verschijnt/verdwijnt op het display boven HIGH.
• Druk nog eens op de ALERTS toets om de aparte alarmfuncties intestellen en om naar de nor-
maal modus terug te keren.
7.5.2 Geval van een alarm
• In het geval van een alarm knippert het juiste symbool en u hoort een alarmsignaal.
• Het alarm kunt u met een willekeurige toets beëindigen.
7.6 Dauwpunt
• Druk op de HEAT/DEW toets, om de actuele dauwpunt te vragen.
• DEW-POINT en de temperatuur verschijnen op het display.
• De display schakelt automatisch terug naar de huidige weergave van temperatuur en vochtig-
heid.
• Het dauwpunt druk deze wisselwerking tussen temperatuur en relatieve luchtvochtigheid uit:
Wordt de lucht continu afgekoeld, stijgt bij onveranderlijke absolute luchtvochtigheid de rela-
tieve luchtvochtigheid tot 100%. Koelt de lucht verder af, wordt de overtollige waterdamp in
de vorm van druppels afgescheiden.
8. Opstellen en bevestigen van het basisapparaat en de buitenzender
• U kunt het basisapparaat met de uitklapbare standaard aan de achterkant op effen oppervlak-
ken plaatsen.
• Met de bevestigingsogen aan de achterkant van het basisapparaat kan het aan de wand van de
kamer worden bevestigd. Vermijd de nabijheid van andere elektrische apparaten (televisie,
computer, radiografische telefoons) en massieve metalen voorwerpen.
• U kunt de buitenzender op effen oppervlakken plaatsen of met het ophangoog aan de muur
bevestigen. Zoek een schaduwrijke en een tegen regen beschermde plaats uit voor de buiten-
zender (direct zonlicht vervalst de meetwaarden en continue vochtigheid belast de elektroni-
sche componenten onnodig).
• Controleer of een overdracht van de meetwaarden van de buitenzender op de gewenste opstel-
lingsplaats naar het basisapparaat plaatsvindt (reikwijdte vrij veld ca. 60 meter). Massieve wan-
den, in het bijzonder met metalen delen, kunnen de reikwijdte van de zender aanzienlijk
beperken.
• Zoek eventueel een nieuwe opstellingsplaats voor de zender en/of het basisapparaat.
9. Schoonmaken en onderhoud
• Maak de apparaten met een zachte, enigszins vochtige doek schoon. Geen schuur- of oplosmid-
delen gebruiken!
• Verwijder de batterijen en trek de stekker uit het stopcontact als u de apparaten langere tijd
niet gebruikt.
• Bewaar de apparaten op een droge plaats.
9.1 Batterijwissel
• Vervang de batterijen in de buitenzender als het batterijsymbool op het display van de buiten-
waarden verschijnt.
• Vervang de batterijen in het basisapparaat als het batterijsymbool op het display van de binnen-
waarden verschijnt.
• Attentie:
Bij een batterijwissel moet het contact tussen zender en ontvanger weer worden hersteld – dus
altijd beide apparaten van nieuwe batterijen voorzien of de handmatige zenderzoeker starten.
12. Storingswijzer
Probleem
Oplossing
Geen indicatie op
Netbedrijf:
➜ Aansluiten van het basisapparaat met stroomadapter
het basisapparaat
➜ Achtergrondverlichting permanent activeren
➜ Stroomadapter controleren
45

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

35.1129

Inhaltsverzeichnis