HP Deskjet 6980 series Handbuch Seite 41

de computer de printer niet in het netwerk kan vinden, zelfs als de printersoftware
zonder problemen op de computer is geïnstalleerd.
Oplossing
Wanneer u ervoor wilt zorgen dat de printer kan worden gebruikt op een netwerk
waarop de computers zijn beveiligd door een softwarefirewall, moet u het volgende
doen:
1. Schakel de softwarefirewall tijdelijk uit voordat u de printersoftware op de
computer installeert.
2. Wijs een statisch IP-adres aan de printer toe.
De softwarefirewall tijdelijk uitschakelen voordat u de software installeert
Schakel de softwarefirewall op de computer tijdelijk uit voordat u de printer een
statisch IP-adres toewijst en de printersoftware op de computer installeert. Zie de
documentatie bij de softwarefirewall voor instructies over het uitschakelen van de
softwarefirewall.
Wanneer de softwarefirewall is uitgeschakeld, raadt HP ten zeerste aan de volgende
items op de computer te hebben:
● Een hardwareapparaat, zoals een gateway, dat een firewallbeveiliging biedt
tussen de computer en het internet
● Een up-to-date virusprogramma
Om ervoor te zorgen dat de computer is beschermd tegen virussen wanneer de
firewall is uitgeschakeld, koppelt u de computer of router los van het internet wanneer
u de printersoftware op de computer installeert. Wanneer de printersoftware is
geïnstalleerd, kunt u de computer of router weer op het internet aansluiten.
Na het uitschakelen van de softwarefirewall volgt u de stappen op voor het toewijzen
van een statisch IP-adres aan de printer.
Een statisch IP-adres aan de printer toewijzen
Voorbereiden
Voordat u de printer een statisch IP-adres kunt toewijzen, moet u de volgende
informatie over het netwerk opzoeken:
● Het IP-adresbereik van de DHCP-server in het netwerk
● Subnetmasker
● Gateway
U kunt deze informatie vinden via het configuratieprogramma voor de netwerkrouter of
-schakelaar. U kunt ook de documentatie raadplegen die bij de netwerkrouter of -
schakelaar werd geleverd.
Het statische IP-adres moet buiten het bereik van IP-adressen liggen, dat door het
netwerk wordt gebruikt om IP-adressen aan apparaten in het netwerk toe te wijzen.
Een netwerk kan bijvoorbeeld met behulp van DHCP IP-adressen toewijzen die in het
bereik 10.0.0.1 tot 10.0.0.100 liggen. In dit geval zou 10.0.0.25 geen goed statisch IP-
adres voor de printer zijn, omdat dit binnen het bereik van IP-adressen ligt, dat door
Netwerkhandleiding
11