ZA-TEC ZA 6-2 Bedienungsanleitung Seite 47

8.4 Diodecontrole
- Kies met de draaiknop  de gewenste instelling (
- Met de blauwe toets 4 van de ZA-TEC ZA 6-2 omschakelen naar diodecontrole
( ).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpunten van
de diode en lees de gemeten waarde af in het display 1 van de ZA-TEC ZA 6-2
- Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroom spanning van 0,4 V tot 0,8 V aangegeven. De aanduiding "000 V"
wijst op een kortsluiting in de diode.
- Wordt geen fluxsprong vastgesteld, dan eerst de poling van de diode testen.
Wordt ook daarna geen fluxsprong gemeld, dan ligt de fluxsprong van de
diode buiten de meetgrenzen.
Zie fig. 7:
8.5 Doorgangstest met zoemer en rode led
- Kies met de draaiknop  de gewenste instelling (Ω,
- Met de blauwe toets 4 van de ZA-TEC ZA 6-2 omschakelen naar door-
gangstest ( ).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus J van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit. Als de leidingweerstand tussen de COM-bus  en de bus
 de waarde 20 Ω tot 200 Ω onderschrijdt, geeft in de ZA-TEC ZA 6-2 de
ingebouwde zoemer een signaal en gaat de rode led N oplichten.
Zie fig. 8:
8.6 Capaciteitsmeting
Voor capaciteitsmetingen dienen de condensatoren volledig ontladen

te zijn. Er mag nooit spanning gezet worden op de contactbussen voor
capaciteitsmeting. Het apparaat kan daardoor beschadigd worden of
defect raken. Een beschadigd apparaat kan spanningsgevaar opleveren.
- Kies met de draaiknop  de gewenste instelling (
- Stel de polariteit vast van de condensator en ontlaad de condensator.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren overéénkomstig po la-
riteit aan de ontladen condensator en lees de gemeten waarde af in het
display 1 van de ZA-TEC ZA 6-2
Zie. fig. 9:
8.7 Frequentiemeting
- Met de draaischakelaar 9 de gewenste functie (
ZA-TEC ZA 6-2 kiezen.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus  van de
ZA-TEC ZA 6-2
- Voor de frequentiemeting in het spanningsbereik de rode veiligheidsmeetlei-
ding op de bus  van de ZA-TEC ZA 6-2 aansluiten en met de toets (blauw)
4 omschakelen naar de frequentiemeting (Hz).
- Voor de frequentiemeting in het stroombereik de rode veiligheidsmeetleiding
op de bus L van de ZA-TEC ZA 6-2 aansluiten en bij de ZA-TEC ZA 6-2
met de toets (blauw) 4 omschakelen naar de frequentiemeting (Hz).
- Let op de minimale gevoeligheid voor frequentiemetingen met de
ZA-TEC ZA 6-2
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display 1 van de
ZA-TEC ZA 6-2
Zie fig. 10:
8.8 Spanningsindicator
De spanningsindicatorfunctie kan niet gebruikt worden voor

het vaststellen van de spanningsvrijheid. Ook zonder akoes-
tische of optische signaalmelding kan een gevaarlijke aanra-
kingsspanning bestaan. Elektrisch gevaar!
11/ 2016
diodecontrole
doorgangstest met zoemer
capaciteitsmeting
frequentiemeting
ZA-TEC ZA 6-2

, ).
).
).
Hz of Hz) op de
47