Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Silverline 549095 Bedienungsanleitung Seite 37

Kfz-ladegerät mit starthilfefunktion, 12 a, 6/12 v
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 16
549095
• Zorg ervoor dat de accu en oplader op een vlak en stabiel oppervlak, in een goed
geventileerde ruimte uit de buurt van kinderen geplaatst zijn
• Identificeer de accupolen. De positieve pool is gemarkeerd met een '+' en de negatieve
pool is gemarkeerd met een '-'. Als u enigszins twijfelt zoek dan professionele hulp
1. Ontkoppel de negatieve '-' accuklem
2. Ontkoppel de positieve '+' accuklem
3. Als de accupolen/klemmen verroest zijn, maakt u deze met een geschikte
staalborstel schoon
4. Sluit de rode positieve klem (9) op de positieve accupool aan
5. Sluit de zwarte negatieve klem (8) op de negatieve accupool aan
6. Controleer of de klemmen goed aangesloten zijn en niet los kunnen raken tijdens
het laadproces
Let op: Als de klemmen juist aangesloten zijn, geeft het display de spanning weer en
'Connected' wordt verlicht op het display. Als de klemmen onjuist aangesloten zijn, geeft
het display 0.0 weer `en wordt 'Connected' niet verlicht op het display
Gebruik
WAARSCHUWING: Gebruik de boost stand op de laadsnelheid schakelaar (6) slecht
voor een korte periode. Laat de accu niet alleen wanneer in de boost stand geladen wordt
WAARSCHUWING: Laad een accu met een laag vloeistofniveau nooit op. Dit
beschadigd de accu en produceert een grotere hoeveelheid ontvlambare/explosieve gassen
BELANGRIJK: Dit is een 3-stap automatische lader. In de 'normale' laadstand kan de
eenheid voor langere tijd op de aangesloten blijven. Houdt het laadproces in de gaten en
ontkoppel de accu als het gewenste laadniveau bereikt is
BELANGRIJK: Laad accu's enkel in goed geventileerde ruimtes op om de ophoping van
ontvlambare gassen te voorkomen
BELANGRIJK: De lader dient op een geaard stopcontact aangesloten te worden
BELANGRIJK: Het is aanbevolen één accu per keer op te laden. Het gelijktijdig opladen van
meerdere accu's wordt niet in deze handleiding beschreven. Het is belangrijk dat spanning,
capaciteit, laadniveau en ideaal gezien leeftijd en merk van alle accu's overeenkomen. Het
is tevens belangrijk dat de gecombineerde Ah waarde binnen het bereik (weergegeven in
de specificaties) valt
BELANGRIJK: Zorg er te allen tijde voor dat de kabels op de juiste accupolen aangesloten
worden. Het onjuist aansluiten van de kabels kan de accu en het voertuig beschadigen en
kan resulteren in explosie
Het opladen van accu's
Let op: Volg de juiste bovenstaande procedure op, passend bij de locatie van accu,
vrijstaand of aangesloten in het voertuig
1. Controleer of de klemmen juist op de juiste accupolen aangesloten zijn en dat deze
tijdens de laadprocedure niet los kunnen raken
2. Sluit de eenheid op de stroombron aan
3. Zorg ervoor dat de accutype knop (5) en de laadstart knop (6) in de juiste standen
geschakeld zijn (Zie: 'Accutype selectieknop' en 'Laadstart knop' voor verdere
informatie)
• Om door alle standen heen te schakelen met gebruik van de digitale schermknop (4), de
accutype knop (5) en de laadstart knop (6), drukt u elke individuele knop herhaaldelijk in
tot het lampje de gewenste stand bereikt
Let op: Houdt het laadniveau, aangeduid door de lampjes op het scherm (1), regelmatig
in de gaten:
- Aangesloten: De oplader is juist op de accu aangesloten en de accu word herkend
- Opladen: De accu wordt juist opgeladen
- Opgeladen: De accu is volledig opgeladen en de oplader kan ontkoppeld worden
• Wanneer het gewenste laadniveau bereikt is, ontkoppeld u de oplader van de
stroombron voordat u de zwarte negatieve klem (8) loskoppelt, gevolgd door de rode
positieve klem (9)
• Bij het opladen van koude accu's is de start laadsnelheid mogelijk wat lager. Probeer
bevroren accu's niet op te laden
• Beschadigde (kortsluiting) accu's trekken een erg hoge stroomsterkte zonder dat
de accu opgeladen wordt. Als het laadniveau en de stroomvraag na 5-10 minuten
niet verandert, is de accu mogelijk beschadigd. Stop het laden en laat de accu door een
professional nakijken
• Sluit de accu op het voertuig aan en zorg daarbij voor een juiste accupool aansluiting
BELANGRIJK: Ontkoppel de oplader van de stroombron voordat u de accu ontkoppeld van
de oplader. Als u de accu niet ontkoppeld overlaad en beschadigd u deze mogelijk
Het selecteren van de startstand
Deze stand voorziet een korte 75 A stroomstoot aan lege of zwakke accu's om te
assisteren bij jumpstarten
BELANGRIJK: Schakel deze stand enkel uit door het verwijderen van de stekker uit het
stopcontact
Automatische accu starter/lader, 12 A, 6/12 V
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat alle aansluitingen juist en in de juiste volgorde
gemaakt zijn om beschadiging aan elektronische systemen te voorkomen. Het is de
gebruikers verantwoordelijkheid de eenheid anders dan beschreven in de handleiding
te gebruiken
BELANGRIJK: Deze functie is niet geschikt voor accu's met een Ah waarde onder 45, waar
deze accu's beschadigd kunnen raken
Let op: De oplader is voorzien van een ingebouwd analyseprogramma om de accu te
beschermen tegen sulfatering en snelle spanningsdalingen. Als de oplader aangesloten is
op een erg zwakke accu, schakelt de oplader niet in. Tijdens het analyseproces wordt de
accu met lage stroomsterktes, aangeduid door het lampje, en het scherm geeft '0' weer.
Dit betekent dat de startstand niet gebruikt kan worden zodat de accu niet beschadigd kan
raken. Herstart de oplader en laad de accu eerst op met gebruik van de snellaad stand of
Let op: Diesel motors en grote motoren vereisen een stroomsterkte boven 75 A voor
jumpstarten. Laad de accu tot minimaal 60% op met behulp van de laadindicator op het
digitale scherm (1). Sluit deze stand af door de eenheid te ontkoppelen van de stroombron
Bij het gebruik van deze stand:
- Zorg ervoor dat de accu licht geladen is; de automatische oplader is geen jumpstarter
maar kan assisteren bij het starten van voertuigen met ontladen accu's
Let op: Voor het snelladen van een gedeeltelijk ontladen accu, laad u de accu voor 5-10
minuten met de accutype knop (5) in de juiste stand en de laadstart knop (6) gesteld op
de snellaad stand
1. Zorg ervoor dat de voertuigklemmen juist op de juiste polen aangesloten zijn; positief
'+' op positief en negatief '-' op negatief
2. Steek de stekker van de eenheid in het stopcontact
3. Sluit de rode positieve klem (9) op de positieve accupool aan
4. Sluit de negatieve klem (8) op de negatieve accupool aan
5. Bij een juiste aansluiting wordt het juiste accutype automatisch geselecteerd; controleer
dit en pas dit wanneer vereist aan met behulp van de accutype knop (5)
6. Selecteer de startstand door de laadstart knop (6) in te drukken tot de gewenste stand
weergegeven wordt
7. Het digitale scherm geeft '0' weer
8. Draai de sleutel in het contact om de motor te proberen te starten. Het scherm beeld
een '5' af en telt af: 2 seconden analyse en 3 seconden jumpstart ondersteuning
met 75 A
9. Tijdens het aftellen geeft de lader een korte 75 A stoot, gevolgd met 180 seconde
veiligheidspauze, om de motor zo te proberen te starten
10. Na de pauze start de 5 seconden cyclus opnieuw, gevolg door een nieuwe
veiligheidspauze
- Gebruik de startcyclus slechts 5 keer
- Als de motor na 5 pogingen niet start, laat u de accu volledig afkoelen en schakelt u
naar een andere laadstand om de accu op te laden voordat de startstand
opnieuw gebruikt
- Als de motor gestart is, selecteert u de generator stand ('Alternator') op het digitale
scherm (1) om te zien of de generator werkt. Als deze 100 weergeeft functioneert deze
juist. Als de lezing anders is dan 100, is de voertuig generator mogelijk defect en dient
deze door een professionele automonteur nagekeken te worden
- Als de accu na het opladen en een nieuwe poging met het gebruik van de startstand
nog niet start, dan is de accu mogelijk defect of is er een technisch defect in het
voertuig. Laat de accu en het voertuig door een professionele automonteur nakijken
Het ontkoppelen van de accu
1. Ontkoppel de zwarte negatieve klem (8) van de negatieve (-) accupool
2. Ontkoppel de rode positieve klem (9) van de positie (+) accupool
3. Ontkoppel de oplader van de stroombron
4. Plaats enige accupool doppen, wanneer aanwezig, terug op de accupolen
Let op: Bij het aansluiten van de accu in het voertuig:
- Sluit de positieve (+) pool aan
- Sluit de negatieve pool (-) aan
- Bevestig enige kappen terug op de accu
www.silverlinetools.com
www.silverlinetools.com
37
37

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis