Zigo 1080 Serie Handbuch Seite 33

De afmeting en de spanningsklasse zijn aangeduid op de zijkant van de band.
De belangrijkste informatie is hierbij de bandenspanning.
WAARSCHUWING: Pomp een band nooit op boven de maximale
spanning die op de zijkant van de band is aangegeven. Door de
aanbevolen maximale spanning te overschrijden zou de band van de velg
kunnen springen en dit zou de fi ets kunnen beschadigen en de fi etser of
anderen kunnen verwonden.
De beste en veiligste manier om een fi etsband op te pompen tot de correcte
druk, is door middel van een fi etspomp met een ingebouwde drukmeter.
WAARSCHUWING: Luchtslangen van tankstations of andere
luchtcompressoren gebruiken, houdt een veiligheidsrisico in. Ze zijn niet
gemaakt voor fi etsbanden. Ze verplaatsen grote luchtvolumes op heel
korte tijd, waardoor de druk in uw banden zeer snel stijgt en dit zou de
binnenband kunnen doen springen.
De bandenspanning wordt ofwel als een maximale druk ofwel als een drukbereik
aangegeven. Hoe een band zich gedraagt voor verschillende ondergronden
en weersomstandigheden hangt grotendeels af van de bandenspanning.
Het oppompen van een band tot bijna aan de maximaal aanbevolen
bandenspanning geeft de laagste rolweerstand, maar geeft ook het hardste
rijgevoel. Hoge bandenspanningen werken het best op gladde, droge wegen.
Zeer lage bandenspanningen, rond het minimum van het aanbevolen
drukbereik, geven een zachter rijgevoel op een hardere ondergrond, maar leiden
wel tot een verhoogde rolweerstand.
Een bandenspanning die te laag is voor uw gewicht en rijomstandigheden
kunnen leiden tot een lekke binnenband doordat de band zodanig vervormt dat
de binnenband tussen de velg en het rijoppervlak knel komt te zitten.
OPGELET: Penvormige bandenspanningsmeters voor autobanden
kunnen onnauwkeurig en daarom onbetrouwbaar zijn voor consistente
bandenspanningmetingen. Gebruik daarom een meter met meetklok van
goede kwaliteit.
Vraag een dealer om u de beste bandenspanning aan te raden voor uw rijgedrag
(hoe u het vaakst rijdt) en laat de dealer uw banden op die bandenspanning
oppompen. Controleer daarna de bandenspanning zoals beschreven in sectie
1.3 zodat u weet hoe correct opgepompte banden er moeten uitzien en moeten
aanvoelen wanneer u geen meetklok bij u hebt. Banden moeten ongeveer
om de twee weken weer worden opgepompt, het is dus belangrijk dat u uw
bandenspanning meet voor elke rit.
31