Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

richtingen aan kruispunten. Vergeet niet dat een fi ets altijd het onderspit delft
bij een aanrijding met een motorvoertuig, wees dus altijd klaar om voorrang
te verlenen, zelfs indien u voorrang hebt.
7. Gebruik goedgekeurde handsignalen voor het draaien en stoppen.
8. Draag nooit een koptelefoon tijdens het rijden. Ze dempen immers de
verkeersgeluiden en noodsirenes, leiden uw aandacht af van de weg, zodat u
zich niet meer kunt concentreren op wat er zich rond u afspeelt en bovendien
kunnen de kabels verstrikt raken in de onderdelen van de fi ets, waardoor u er
mogelijk de controle over verliest.
9. Draag nooit een kind op uw fi ets, tenzij in de ChildPod® voor u in de Carrier
Bicycle Mode of achter u in de Trailer Mode. Controleer dat het kind een
goedgekeurde helm draagt en goed vastzit met de Veiligheidsgordel.
10. Draag nooit iets dat uw gezichtsveld belemmert of u belet om een volledige
controle te hebben over uw fi ets, of iets dat verstrikt kan raken met de
onderdelen van de fi ets.
11. Hang nooit aan een ander voertuig om u voort te laten slepen.
12. Haal geen stunts, wheelies of sprongen uit.
13. Laveer niet door het verkeer en voer geen bewegingen uit die andere
weggebruikers kunnen verrassen.
14. Kijk goed uit en verleen voorrang.
15. Rijd nooit op uw fi ets wanneer u onder invloed bent van alcohol of drugs.
16. Vermijd, wanneer mogelijk, het rijden bij slecht weer, bij beperkte
zichtbaarheid, bij zonsopgang, bij zonsondergang of in het donker, of wanneer
u uiterst moe bent. Elk van deze omstandigheden verhoogt het risico op een
ongeluk.

2.3 Rijden Bij Nat Weer

WAARSCHUWING: Nat weer vermindert de tractie, het remmen en de
zichtbaarheid, zowel voor de fi etser als voor de andere voertuigen op de
baan. Het risico op een ongeluk is veel hoger onder natte omstandigheden.
Onder natte omstandigheden zijn uw remmen minder doeltreff end (en dit geldt
ook voor de remmen van de andere voertuigen) en ook uw banden hebben
minder grip. Hierdoor beheerst u uw snelheid minder en verliest u sneller de
controle over uw fi ets. Om zeker te zijn dat u veilig kunt vertragen en stoppen
onder natte omstandigheden, rijdt u trager en gebruikt u uw remmen vroeger en
geleidelijker dan onder normale, droge omstandigheden. Zie ook sectie 4.3.
15

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis