Werbung
6.De horizontale/verticale hoek van de camera aanpassen: dit gebeurt op afstand via de knoppen op de ontvanger.
•Druk op de linkerpijl van de ontvanger en de camera zal naar links draaien. Haal uw vinger uit de knop en de camera
zal niet meer bewegen.
•Druk op de rechterpijl van de ontvanger en de camera zal naar rechts draaien. Haal uw vinger uit de knop en de
camera zal niet meer bewegen.
•Druk op de bovenpijl ▲ van de ontvanger en de camera zal naar boven draaien. Haal uw vinger uit de knop en de camera
zal niet meer bewegen.
•Druk op de onderpijl ▼ van de ontvanger en de camera zal naar onder draaien. Haal uw vinger uit de knop en de camera
zal niet meer bewegen.
7.Scherm
•Signaalsterkte (pictogram A): 5 niveaus. Een hoger niveau betekent een sterker signaal.
•Batterijstand (pictogram A): toont de huidige batterijstatus. Staat: volledig opgeladen, 3/4 opgeladen, 2/4 opgeladen,
1/4 opgeladen, batterij leeg. Laadtijd: 8 uur met de meegeleverde oplader.
•Indicator batterij bijna leeg: Wanneer de lading van de batterij van de zender minder dan 20% is, zal op het scherm een
pictogram voor lege batterij verschijnen. Wanneer de lading van de batterij minder dan 10% is, wordt het knipperende
rode batterijpictogram weergegeven. Ondertussen hoort om de 3 seconden een alarm totdat de zender automatisch
wordt uitgeschakeld.
HOOFDMENU VAN DE ONTVANGER
WERKWIJZE: Om de functies te activeren, druk op de knoppen 'OK' en 'MENU' (PU.1-7) - op het scherm verschijnt het
hoofdmenu. Met behulp van de pijltjestoetsen omhoog/omlaag (▲&▼), links/rechts (&)) kunt u door het menu en
door het submenu van elke functie bladeren. Druk op 'OK' om de geselecteerde functie te bevestigen. Druk op de terug-
knop (PU.1-4) om de geselecteerde functie te verlaten.
1. EEN CAMERA TOEVOEGEN/VERWIJDEREN: De ouderunit kan op maximaal 4 camera's van hetzelfde model worden
aangesloten.
•Een camera toevoegen: Druk op de knop voor het hoofdmenu (PU.1-7) Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag en
links/rechts om naar het pictogram 'Camera' te navigeren en dit pictogram te selecteren (zie A). Selecteer opnieuw met
behulp van de pijltjestoetsen het pictogram 'Een camera toevoegen' (zie A). Druk op OK om uw keuze te bevestigen. Als
op het scherm het verbindingspictogram (PAIR) verschijnt, hou de knop gedurende 30 seconden ingedrukt. De
verbindingsknop (PAIR) bevindt zich op de zender (de babyunit). Er zal op het scherm het pictogram voor een geslaagde
verbinding moeten verschijnen (zie A).
•Een andere manier om de door u gekozen camera op de ontvanger aan te sluiten: Houd de PAIR-knop op de camera
ongeveer 3 seconden ingedrukt. De aan/uit-indicator begint te knipperen. Selecteer vervolgens de gewenste camera op
het scherm en druk op de OK-knop op de ontvanger. De zender en de ontvanger zullen verbinding maken en er verschijnt
een realtime beeld van de geselecteerde camera.
•Een camera verwijderen: Druk op de knop voor het hoofdmenu (PU.1-7) Selecteer het pictogram 'Camera' (zie A).
Selecteer het pictogram 'Een camera verwijderen' (zie A). Druk op OK om uw keuze te bevestigen. Op het scherm
verschijnt de vraag 'YES' of 'NO' om uw keuze te bevestigen. Nadat u op de 'YES'-knop hebt gedrukt, druk nogmaals op OK
om de camera te verwijderen.
• Functie om het scherm te splitsen: Het babyscherm heeft de functie 'Het scherm splitsen'. Wanneer er 2 camera's zijn
aangesloten, worden de beelden van de twee geselecteerde camera's gelijktijdig naast elkaar op het beeldscherm
weergegeven. Wanneer er 3 of 4 camera's gekoppeld zijn, worden alle beelden realtime gesplitst op het scherm
weergegeven.
NACHTLICHTFUNTIE De babyunit (camera) heeft een functie 'Nachtlicht' met 8 kleuren.
•De functie van de ontvanger bedienen: Druk op de knop voor het hoofdmenu (PU.1-7) Gebruik de pijltjestoetsen om
naar het pictogram 'Nachtlicht' te gaan (zie A) en selecteer het. Selecteer met behulp van de pijltjestoetsen de gewenste
kleur voor het nachtlicht. Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
•Druk op de ON/OFF-knop (zie A) om het nachtlicht aan- of uit te zetten. Als u wilt dat de kleuren opeenvolgend
veranderen met intervallen van 1 minuut, selecteer het pictogram voor automatische kleurafwisseling (zie A). Druk op de
terug-knop (PU.1-4) om de geselecteerde functie te verlaten.
•De functie van de camera bedienen: U kunt het nachtlicht uitschakelen door de knop voor het nachtlicht op de camera
ingedrukt te houden (zie A). Druk nogmaals op de knop en houd deze ingedrukt om de gewenste kleur te kiezen.
3. HET VOLUME EN DE HELDERHEID AANPASSEN: Druk op de knop Volume/Helderheid aanpassen (PU.1-3). De
pictogrammen 'Volume' en 'Helderheid' verschijnen op het scherm (zie A).
•Gebruik de pijltjestoetsen links/rechts (&)) om het gewenste volume in te stellen.
•Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag (▲&▼) om de gewenste helderheid in te stellen.
Druk op de terug-knop (PU.1-4) om de geselecteerde functie te verlaten.
90
Werbung
