Werkingsprincipe
Systeem brandstofvoorziening: de brandstof wordt door de brandstofpomp onder
druk naar de nozzle geleid, die de brandstof vervolgens onder een uniforme hoek in
minutieuze deeltjes de branderkamer in spuit.
Onmiddellijk ontstekingsproces: Zodra de transformator onder spanning (230V)
staat, transformeert hij deze naar hoge spanning (16,5 kV) die in de bougie middels
een vonk ontlaadt. Deze vonk ontsteekt de brandstofdeeltjes in de verbrandings-
kamer. Het vonken gaat ongeveer 20 seconden door en stopt dan. De verbranding
gaat door zo lang er brandstof wordt toegevoerd.
Koelings- en Ventilatieproces: De heater heeft voldoende zuurstof in de
verbrandingskamer nodig voor een goede verbranding. Deze wordt aangezogen door
de frisse-lucht-ventilator. Teveel zuurstof geeft een blauwe vlam en de ontsteking
kan haperen. Daarentegen geeft te weinig zuurstof een gele vlam en rook- en
geurontwikkeling; dit is een serieus signaal van onvolledige verbranding.
Wanneer de temperatuur in het apparaat te hoog oploopt wordt de koelventilator
geactiveerd om oververhitting te voorkomen, terwijl tegelijktijdig de frisse-lucht-
ventilator wordt geactiveerd.
Bescherming elektrisch circuit: Een zekering beschermt het elektrische circuit
tegen te hoge spanning. Deze zekering beschermt echter niet tegen een plotselinge
hele hoge spanning, blikseminslag enz. Neem de stekker dus uit het stopcontact
wanneer de heater niet in gebruik is. Controleer bij een storing altijd éérst of de
zekering nog intact is.
Vlamdetectie: In de heater zit een fotocel gemonteerd als vlamdetector. Dit buisje
controleert de vlam, en daarmee de verbranding. Wanneer de vlam gedoofd is, of
niet goed brandt, ontdekt de detector dit. De verbranding wordt dan stilgelegd en er
verschijnt een foutmelding op het instrumentenbord.
Oververhittingssensor:
een
oververhittingsbeveiliging
controleert
abnormale
(over)verhitting in het apparaat door de verbranding. Wanneer de temperatuur
binnenin de heater (buiten de verbrandingskamer) oploopt tot 80 à 90°C, laat deze
de verbranding stilleggen. Er verschijnt een foutmelding op het instrumentenbord.
Instellen van de temperatuurcontrole: Op deze heater kan de gewenste
temperatuur worden ingesteld d.m.v. de temperatuurcontroleknop (thermostaat). De
heater zal werken tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Op het display wordt de
huidige temperatuur weergegeven. Ligt deze lager dan de ingestelde temperatuur,
dan zal de heater niet werken.
8