Comfy Go Mobility X-1 Bedienungsanleitung Seite 41

Nederlands Nederlands
3. Gebruik en bediening
Rijden met de rolstoel
Als uw rolstoel is uitgerust met een veiligheidsgordel, zorg er dan voor
dat u de veiligheidsgordel tijdens het gebruik vastmaakt om te voorkomen
dat u uit de rolstoel valt. Als u in de rolstoel zit, plaats u dan zo ver
mogelijk naar achteren in de rolstoel, zodat uw rug de rugleuning raakt.
Uw bovenbeen moet horizontaal zijn terwijl u in de stoel zit en uw benen
moeten comfortabel aanvoelen.
1) Wanneer u comfortabel in de rolstoel zit, maakt u de remmen los als dat
veilig is.
2) Plaats na het loslaten van de remmen beide handen op de hoogste
positie van de handvelg.
3) Om vooruit te gaan, duwt u beide handen naar voren op de handvelg.
Om achteruit te rijden trekt u beide handen naar achteren op de handvelg.
4) Voor een continue beweging in beide richtingen laat u tijdens de
beweging uw greep op de handvelg los en pakt u voorzichtig de bovenkant
van de handvelg weer vast en zet u uw handbeweging voort. Door deze
stap te herhalen kunt u de rolstoel over lange afstanden verplaatsen.
5) Om de rolstoel te draaien, oefent u meer druk uit op een van de
handranden dan op de andere. Als u bijvoorbeeld naar rechts wilt draaien,
oefent u meer druk naar voren uit op de linkervelg. Als u naar links wilt
draaien, oefent u meer voorwaartse druk uit op de rechtervelg.
- Uw rolstoel is ontworpen voor optimale stabiliteit onder normale
rijomstandigheden zoals droog en vlak beton of asfalt.
- Vermijd rijden op oneffen terrein en/of zachte oppervlakken
- Vermijd hoog gras waarin de wielen verstrikt kunnen raken
- Vermijd losliggend grind en zand
- Vermijd oneffen oppervlakken
- Gebruik uw rolstoel niet aan de rand van een beek, meer of oceaan
- Zet de rolstoel vast door aan beide zijden aan de handrem te trekken
voordat u de posities aanpast.
- Let er goed op dat uw vingers of handen niet bekneld raken tussen de
wielspaken of tussen de handvelg en het achterwiel om letsel te
voorkomen.
- Wees voorzichtig wanneer u in een warme of koude omgeving rijdt,
omdat dit uw vermogen om de rolstoel te verplaatsen kan beïnvloeden. Als
het oppervlak van de stoel extreem warm of koud is, neem dan voldoende
tijd om het oppervlak op een geschikte temperatuur te brengen voordat u
in de rolstoel stapt.
16