Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
apparatuur kan omkeren.
•
Het is gevaarlijk om de boor in een lastige of ongemakkelijke
positie te gebruiken.
•
Zorg ervoor dat u de motor stopt voordat personen binnen
5 meter van de apparatuur komen. Zorg ervoor dat
iedereen die de boor benadert, deze vanaf de voorkant
benaderd.
•
Stop de motor en neem de nodige voorzorgsmaatregelen
bij het opschorten van werkzaamheden of bij het
verplaatsen naar een andere locatie.
•
Laat de apparatuur niet bedienen door kinderen, of door in
het gebruik van de apparatuur ongeschoolde personen.
•
Raak de boor niet aan terwijl de motor draait. Zorg ervoor
dat de motor is uitgeschakeld en de boor tot stilstand is
gekomen, voordat u hem aanraakt.
•
Pas op voor de boor wanneer deze draait. Houd handen,
andere lichaamsdelen, en kleding uit de buurt van de boor.
•
Zorg ervoor dat de boor volledig gestopt is met draaien
voordat u hem op de grond plaatst.
•
Laat de motor inactief wanneer de boor overmatig belast is,
of wanneer de rotatie is gestopt.
•
Probeer bij diepe boringen de taak niet in 1 keer te
voltooien. Verwijder aarde in 2 of 3 stappen.
2.6
Voorzorgsmaatregelen na gebruik
•
Stop de boor altijd voordat u begint met onderhoud of
reparaties aan de boor, verwijder de dop van de bougie, en
laat de motor afkoelen.
•
Voor het opslaan van de boor: tap alle resterende brandstof
af en veeg vuil en onkruid van het apparaat. Bewaar de
boor nooit in de buurt van open vuur.
3 Onderdelenlijst
Zie afbeelding 1
A
Wormwiel behuizing
B
Handvat frame
C
Accelerograph regelaar
D
Hendel
E
Benzinemotor
F
Handstarter
G
Boorsteel
4 Montage-instructies
1. Trek de bout uit zijn opening.
2. Breng het gat op de tandwielas en de boorpaal in lijn, plaats
vervolgens de bout over de as met de pen bescherming.
Zie afbeelding 2
5 Gebruiksaanwijzing
5.1
Vóór gebruik
5.1.1 Controles
1. Zorg ervoor dat er geen onderdelen los zitten of ontbreken.
Dit geldt vooral voor de bougie.
2. Controleer de luchtinlaat en uitlaat op verstopping. Deze
machine maakt gebruik van een luchtgekoelde motor.
Indien de luchtdoorgang wordt geblokkeerd, kan de motor
oververhit raken.
3. Zorg ervoor dat het luchtfilter niet vuil is. Een vuile
luchtfilter zal ervoor zorgen dat de boor meer brandstof
verbruikt tijdens het werk.
4. Controleer of de bougie niet defect is.
5.1.2 Controleer de olie
Zie afbeelding 3
1
Oliefilterpoort
2
Tandwielbehuizing
3
Vul olie bij tot hier
1. Ververs de olie een keer na de eerste 50 gebruiksuren, en
daarna elke 100 werkuren. Ververs de olie terwijl de
tandwielkast nog warm is.
2. Voeg 250 cc olie toe. (SAE 80-90 tandwielolie).
3. Voeg geen olie toe via het gat van de aftapplug. Om het
oliepeil te bepalen; zet de boor rechtop op de boor. Het
oliepeil dient zich aan de onderkant van het plug gat te
bevinden.
5.2
Motor
5.2.1 Voorbereidingen voor het starten van de
motor.
1. Vul de tank met brandstof. Gebruik het mengsel van
benzine bestaande uit normale autobenzine en olie voor
tweetaktmotoren.
6 Benzine, Mengsel: olie voor tweetaktmotoren 25: 1.
Voorzorgsmaatregelen:
a.
Als u de brandstof met onjuiste mengselproportie
gebruikt, zal dit leiden tot onvoldoende vermogen of
onjuiste werking van de motor.
b.
Veeg alle overtollige benzine weg. Het kan uw kleding
bevlekken of brand veroorzaken.
2. Kabelregulator of versneller
Zie afbeelding 4
1
Stel de schroef van de gaskabel.
2
Ritsmoer
NL Gebruikshandleiding
|
19
Werbung
