Lennox SWING Bedienungsanleitung Seite 69

Voorwaarden voor het in bedrijf stellen van de airconditioner
Laat voor een correct rendement de airconditioner functioneren overeenkomstig de volgende
temperaturen en omstandigheden:
Koelen
Werking in de modus verwarming
(niet van toepassing op apparaten
uitsluitend bestemd voor koeling
Werking in de modus ontvochtigen
Indien u de airconditioner gebruikt buiten de bovengenoemde marges kunnen er
beveiligingsfuncties in werking treden.
Buitentemperatuur Tussen 18 y 43 ºC
Kamertemperatuur meer dan 17 ºC
LET OP
De relatieve vochtigheidsgraad dient lager te zijn dan 80 %. Boven deze
waarde kan er condensatie optreden op de oppervlakte van het apparaat.
Buitentemperatuur tussen -7 y 24 ºC
Kamertemperatuur Minder dan 30 ºC
Buitentemperatuur tussen 11 y 43 ºC
Kamertemperatuur tussen 17 y 32 ºC
LET OP
Probeer niet zelf dit apparaat te monteren. Deze unit dient te worden
geïnstalleerd door een deskundige.
GEVAAR
Probeer niet zelf dit apparaat te repareren. Deze unit bevat geen onderdelen
die door de gebruiker gecheckt kunnen worden. Indien u het deksel opent of
verwijdert stelt u zich aan een gevaarlijke spanning bloot. Het uitschakelen
van de elektrische stroom doet het risico op elektrische schokken niet geheel
verdwijnen.
GEVAAR
Plaats nooit uw handen of enig voorwerp voor de luchtafvoer van de
interne of externe units. Deze units zijn voorzien van een ventilator die
met een grote snelheid draait. Indien u een draaiende ventilator aanraakt
kunt u zich ernstig verwonden.
GEVAAR
Laat geen water of vloeistoffen vallen op de unit teneinde het gevaar op
elektrische schokken te voorkomen.
OPGELET
Ventileer regelmatig terwijl de airconditioner in werking is, in het bijzonder
wanneer er een huishoudelijk apparaat in de kamer is dat werkt op gas.
Zoniet bestaat er gevaar op zuurstoftekort.
OPGELET
Teneinde elektrische schokken te voorkomen zet u de schakelaar op uit
of trekt u de stekker uit het stopcontact vóór u met een routinematige
schoonmaak- of onderhoudsbeurt begint. Volg de schoonmaakinstructies
van de gebruikershandleiding.
OPGELET
Reinig de unit niet met behulp van schoonmaakvloeistoffen of sprays,
gebruik alleen maar een droge, zachte doek. Besprenkel de unit bij het
schoonmaken niet met water om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP
Gebruik geen caustische ontstoppers Onderdelen zouden hierdoor
beschadigd kunnen raken (waterafvoerbak, serpentijn van de
warmteafvoerbuis, etc.)
OPMERKING
Voor een optimaal rendement, laat u de unit draaien binnen de
temperatuur- en vochtigheidsmarges zoals beschreven in de
gebruikershandleiding. Buiten deze marges werkt het apparaat niet
optimaal en wordt er condensatiewater gevormd.
4