Pego 202BASE Bedienungsanleitung Seite 8

Verdamperventilatoren
luchtrecirculatie. De ventilatoren worden gedurende
een door F7 gedefinieerde tijd geactiveerd als ze niet
F6
voor de F6-tijd zijn begonnen te werken. Als de
activeringstijd samenvalt met de ontdooitijd, wacht u het
einde van het ontdooien.
Verdamper ventilatieduur voor
F7
luchtrecirculatie. Fans werktijd voor F6
Sensor aanwezigheid
Als de verdampersensor
worden ontdooiingen
cyclusperiode d0: ontdooiing eindigt als een
dE
externe sensor aanspreekt en het remote
ontdooicontact schakelt en sluit of als tijd d3
afloopt.
Type ontdooicyclus, omkeersysteem (heet
d1
gas) of met ontdooi-elementen
dPo Ontdooien bij inschakelen
dSE Slim ontdooien
Smart Defrost Setpoint (indien dSE = 1)
Het tellen van de tijd tussen het ontdooien wordt alleen
dSt
geïncrementeerd als de compressor AAN staat en de
verdampertemperatuur lager is dan dSt.
Weergave weergeven tijdens ontdooien
dFd
Netwerkadres
Ad
TeleNET supervisor systeem
RS-485 communicatieprotocol
SEr
Modbus baudrate
Bdr
Modbus pariteitscontrole
Prt
Minimum-
Ald
signalering en alarm weergave vertraging
Minimum tijd tussen uit- en inschakelen van de
C1
compressor.
Ruimtesensor waarde correctie
CAL
Duur van de inschakeltijd van de compressor in het
geval van
(noodmodus).
Als CE1 = 0 blijft de noodmodus in aanwezigheid van
CE1
fout E0 uitgeschakeld,
uitgeschakeld en ontdooien wordt voorkomen om de
resterende koude te behouden.
Duur van de UIT-tijd van de compressor
in het geval van een defecte omgevingssonde
CE2
(noodmodus).
Compressor veiligheidstijd voor deurschakelaar:
als de deur open is schakelt de verdamperventilator en
doC
de compressor zal continue werken gedurende tijd
doC, daarna schakelt hij uit.
Compressor herstarttijd na opening van de deur.
Wanneer de deur wordt geopend en na de tdo-tijd, is
het teruggekeerd naar de normaal functionerende deur
open alarm (ED). Als de deurschakelaar is gesloten en
tdo
het lampje langer blijft branden dan wordt het Tdo-
lichtcelalarm gesignaleerd (E9). Met tdo = 0 is de
parameter uitgeschakeld.
Ventilator uitschakeltemperatuur
De ventilator stopt als de temperatuur waarde van de
Fst
verdampersensor hoger is dan deze waarde.
ECP202 BASE – Parameters Abstract
Pag. 8
activeren
Is aangesloten
uitgevoerd
voor aansluiting
en maximum temperatuur
een defecte omgevingssonde
de compressor
voor
0 = (functie niet geactiveerd)
volgens
0 = verdampersensor aanwezig
1 = geen verdampersensor
0 = verwarmingselement
1 = heet gas
2 = kachel met temperatuurregeling
0 = uitgeschakeld
1 = ontdooien bij inschakelen (indien
mogelijk)
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
0 = huidige temperatuur
1 = temperatuur aan het begin van het
ontdooien
2 = "DEF"
op het 0 ÷ 31 (met SEr=0)
1 ÷ 247 (met SEr=1)
0 = TeleNET-protocol
1 = Modbus-RTU-protocol
0 = 300 baud
1 = 600 baud
2 = 1200 baud
0 = none
blijft
0 – 240 min
0-240 sec
-30 ÷ 30 °C
3 = 2400 baud 6 = 14400 baud
4 = 4800 baud 7 = 19200 baud
5 = 9600 baud 8 = 38400 baud
| 1 = even | 2 = odd
0 ÷ 240 min
0 ÷ 15 min
-10,0 ÷ +10,0 °C
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
5 ÷ 240 min
0 ÷ 5 minuten
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
-45 ÷ +99 °C
Rev. 01-21
0 min
10 sec
0
0
0
0
1°C
1
0
0
5
0
120 min
0 min
0,0 °C
0 min
5 min
0 min
0 min
+99 °C