Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ingebruikname; Berekening Van Het Zachtwatervolume; Berekeningen Voor De Eerste Vulling - STIEBEL ELTRON HZEA Installation

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HZEA:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
INsTALLATIE

Ingebruikname

6. Ingebruikname
f Noteer in het meegeleverde installatieboek de datum van
de eerste ingebruikname en de actuele stand van de ter
plaatse gemonteerde watermeter.
f Noteer de meterstand waarbij de volgende filtervervan-
ging noodzakelijk is. Bereken de waarde door bij de actu-
ele stand van de watermeter het zachtwatervolume op te
tellen.
6.1

Berekening van het zachtwatervolume

De totale waterhardheid op de gebruikslocatie kan gratis wor-
den opgevraagd bij het plaatselijke waterbedrijf, bijv. geme-
entebedrijven.
f Bepaal het zachtwatervolume:
� � � �
���
V
Zachtwatervolume
WWM
GH
Totale waterhardheid op de gebruikslocatie
Ist
Voorbeeld
Het verwarmingssysteem heeft een installatievolume van
2000 l (bijv. totaal verwarmingsvermogen van 180 kW met ra-
diatoren). De regionale watermaatschappij vermeldt een totale
hardheid van 20 °dH. Daaruit resulteert een zachtwatervolu-
me (0 °dH) van 300 l. Bij een jaarlijks bijvoedingsvolume van
circa 10 % van het installatievolume (in dit voorbeeld 200 l)
gaat de filterpatroon in principe 1,5 jaar mee.
Info
Het bijvoedingswater moet algemeen tot 0 °dH wor-
den onthard.
f Controleer regelmatig de eindwaterstand.

6.2 Berekeningen voor de eerste vulling

De eerste vulling kan tot een verwarmingsvermogen van
ca.  100  kW direct via de onthardingskraan gebeuren (zie
hoofdstuk "Ingebruikname/eerste vulling"). Na de eerste vul-
ling dient u de patroon te vervangen (zie hoofdstuk "Ingebru-
ikname/eerste vulling/vervanging van de filterpatroon").
Voor de eerste vulling is, afhankelijk van het installatievolume,
een overeenkomstig aantal patronen vereist. Bij het installatie-
volume moet rekening worden gehouden met de volumes van
het buffervat, open verdelers, enz.
Wanneer de installatie met niet-onthard water werd gespoeld,
moet de installatie volledig met onthard water worden gespo-
eld. Het aantal benodigde patronen kan hoger liggen.
HZEA
6000 � ����� �
� ��� �
��
���
 
6.2.1 Bepaling van het aantal patronen
We adviseren om op 0 °dH te ontharden.
f Bepaal het aantal patronen voor de eerste vulling aan de
hand van de volgende vergelijking:
� ��
���
6000 � � � ��� �
��
N
Aantal patronen
PA
V
Installatievolume
A
GH
Totale waterhardheid op de gebruikslocatie
Ist
GH
Benodigde totale waterhardheid
soll
f Rond de verkregen waarde af om het benodigde aantal
patronen voor de eerste vulling te verkrijgen.
6.2.2 Bepaling van het installatievolume
Wanneer het installatievolume niet bekend is, kan het installa-
tievolume aan de hand van het totale verwarmingsvermogen
en de onderstaande tabel bij benadering worden bepaald.
Luchtverwarmingselemen-
ten
Plaatradiatoren
Moderne radiatoren
Radiator
Vloerverwarming
6.2.3 Bepaling van het watervolume per patroon
Het watervolume dat per patroon in het verwarmingssysteem
wordt gevuld, komt overeen met het installatievolume gede-
eld door het benodigde aantal patronen. Het vulvolume wordt
aan de hand van de watermeter gecontroleerd.
Wanneer het vulproces is afgesloten, wordt er een nieuwe pa-
troon geplaatst. De nieuwe patroon zorgt in de toekomst voor
de ontharding van het bijvoedingswater.
Watervolume per patroon
�� � ��� �
� ��
����
 
Specifieke installatie-inhoud
l/kW
l/kW
l/kW
l/kW
l/kW
Installatievolume V
A
 
Aantal patronen N
PA
7
8,5
11,2
17,0
20
| 31

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis