Na De Werkzaamheden; Vervoeren; Opslaan; Reinigen - Stihl WP 300.0 Gebrauchsanleitung

Nederlands

11 Na de werkzaamheden

11.1 Na het werken
► Sluit de waterpomp zodanig aan op een water‐
bron dat er geen zand of vuil kan worden aan‐
gezogen.
► Start de motor.
Zand en vuil worden uit de waterpomp en de
slangen gespoeld.
► Schakel de motor uit.
► Laat de waterpomp afkoelen.
► Schroef de wartelmoeren (1) los.
De slangen zijn gedemonteerd.
► Draai de afsluitschroef (2) linksom totdat de
afsluitschroef (2) kan worden verwijderd.
Er stroomt water uit de waterpomp.
► Kantel de waterpomp naar voren om deze vol‐
ledige leeg te maken.
► Breng de afsluitschroef (2) aan.
► Draai de afsluitschroef (2) rechtsom en zet
deze met de hand vast.
► Als de waterpomp nat is: laat de waterpomp
drogen.
► Maak de waterpomp schoon.

12 Vervoeren

12.1 Waterpomp transporteren
► Schakel de motor uit.
Waterpomp dragen
► Draag de waterpomp aan het frame, zodat de
geluiddemper van de behuizing af wijst.
De waterpomp in een voertuig transporteren
► Zet de waterpomp rechtop vast, zodat deze
niet kan kantelen of bewegen.

13 Opslaan

13.1 Opslag waterpomp
► Schakel de motor uit.
► Sla de waterpomp zodanig op, dat aan de vol‐
gende voorwaarden is voldaan:
– De waterpomp staat buiten het bereik van
kinderen.
– De waterpomp is schoon en droog.
146
– De opslagtemperatuur ligt tussen de -20 °C
en +60 °C.
► Als de waterpomp langer dan 30 dagen wordt
opgeslagen:
► Open de brandstoftankdop.
► Ledig de brandstoftank.
► Sluit de brandstoftank.

14 Reinigen

14.1 Waterpomp schoonmaken
► Schakel de motor uit.
► Laat de waterpomp afkoelen.
► Reinig de waterpomp met een vochtige doek
of STIHL harsoplosmiddel.
► Reinig de ventilatiesleuven met een kwast.
14.2 Aanzuigzeef schoonmaken
► Schakel de motor uit.
► Spoel de aanzuigzeef onder stromend water.
► Maak bij grovere vervuiling het onderste deel
van de aanzuigzeef (1) los van het bovenste
deel van de aanzuigzeef (2) door het linksom
te draaien en te verwijderen. Spoel het van
binnenuit met stromend water af.
14.3 Slangen reinigen
► Schakel de motor uit.
► Reinig de slangen met een vochtige doek.
► Spoel de slangen met water.

15 Onderhoud

15.1 Onderhoudsintervallen
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de
omgevings- en werkomstandigheden. STIHL
adviseert de volgende onderhoudsintervallen:
Motor
► Onderhoud de motor zoals in de gebruiksaan‐
wijzing van de motor beschreven staat.
Waterpomp
► Laat de waterpomp elk jaar door een STIHL
dealer controleren.
11 Na de werkzaamheden
0478-701-9901-C