patura P1000 Bedienungsanleitung Seite 37

Als aansluitdraden en draden van elektrische weide afrasteringen dicht bij een
bovengrondse stroomleiding worden geïnstalleerd, dient de afstand tot deze niet
minder te bedragen dan hetgeen in de onderstaande tabel te zien is.
Minimum afstanden van stroomleidingen voor elektrische weide afrasteringen:
Spanning stroomleiding
≤1.000 V
>1.000 V ≤33.000 V
>33.000 V
Als aansluitdraden en draden van elektrische weide afrasteringen nabij een
bovengrondse stroomleiding worden geïnstalleerd, mogen zij niet meer dan 3 m
boven de grond zijn aangebracht. Deze hoogte heeft betrekking op beide zijden
van de orthogonale projectie van de buitenste geleiders van de stroomleiding op
het grondoppervlak, voor een afstand van:
2 m voor stroomleidingen met een nominaal voltage van niet meer dan 1000 V.
15 m voor stroomleidingen met een nominaal voltage van meer dan 1000 V.
Elektrisch rasterapparaat voor de voeding van elektrische afrasteringen op de
wei mogen niet worden ondergebracht in ruimten waar brandgevaar bestaat,
zoals schuren en stallen. Om bliksemschade te voorkomen, moet in deze raster
toevoerleiding een bliksembeveiliging (vonkbescherming met aarding) worden
geïnstalleerd voordat de toevoerleiding in een gebouw wordt geplaatst.
Elektrische afrasteringen die bedoeld zijn om vogels af te schrikken, te voor-
komen dat huisdieren ontsnappen of bij gewenning, zoals koeien (koetrainer),
hoeven slechts door energiebronnen met laag vermogen te worden gevoed om
veilig en betrouwbaar te werken.
Elektrische afrasteringen die zijn ontworpen om te voorkomen dat vogels zich op
gebouwen nestelen, mogen niet zijn voorzien van geaarde afrasteringsdraden.
Afstand
3 m
4 m
8 m
37