Oplossen Van Problemen; Access Point-Modus; Webinterface; Status - Hama 00053311 Bedienungsanleitung

6.2.3 Oplossen van problemen

Als de status-led (4) van de repeater niet branden zoals
beschreven, dan kon de verbinding niet tot stand worden
gebracht.
Controleer de volgende zaken om het probleem op te
lossen:
• Controleer de locatie waar u de repeater hebt geplaatst;
we raden aan de repeater voor de configuratie in de
directe nabijheid van uw draadloze router te plaatsen.
• Controleer of de WPS-functie van uw router is
geactiveerd in de firmware en of uw router deze
procedure ondersteunt.
• Controleer of uw gebruikte wifi-netwerk een verborgen
SSID gebruikt. We raden u aan de SSID niet te verbergen
voor de eerste installatie.
• Controleer of uw wifi-netwerk de 2,4 GHz band gebruikt.
De Hama repeater ondersteunt alleen de 2,4 Ghz band.

6.3 Access Point-modus

• Sluit de Hama repeater in de directe omgeving (we raden
u aan dezelfde kamer te gebruiken als waar uw router
staat) van de draadloze router aan en wacht tot de
status-led (4) oplicht.
• Sluit nu de netwerkaansluiting (2) van de Hama repeater
via een netwerkkabel aan op uw bestaande netwerk
(bijv. router of netwerkaansluiting).
• Verbind uw computer met het netwerk "Wireless-N".
Het is niet nodig om een wachtwoord in te voeren.
• Ga vervolgens naar het adres http://ap.setup in uw
webbrowser. (U kunt ook het IP-adres van de repeater
192.168.10.1 openen).
• Kies een taal en voer het wachtwoord in. Klik
vervolgens op "Login" om de configuratie te starten.
Het standaardwachtwoord is "admin".
• Kies "Assistent".
• Kies vervolgens "AP".
• Voer een naam in voor het netwerk (SSID) dat de
repeater moet opbouwen.
• Selecteer de codering en wijs een wachtwoord aan het
netwerk toe. Klik vervolgens op "Toepassen".
• De instellingen worden overgenomen. Vervolgens bouwt
de repeater een netwerk op met de eerder gedefinieerde
instellingen.
• U kunt nu uw wifi-apparaten met het nieuwe netwerk
verbinden.

7. Webinterface

Nadat u het adres http: //ap.setup of het IP-adres van
de repeater in uw webbrowser hebt ingevoerd, bereikt
u de webinterface van de repeater nadat u de taal hebt
geselecteerd en het wachtwoord hebt ingevoerd.

7.1 Status

De webinterface begint altijd met de overzichtspagina
"Status".
Hier vindt u een overzicht van de configuratie van de
repeater en de aangesloten of verbonden apparaten.
Als u tijdens de configuratie op een andere pagina bent,
kunt u dit overzicht op elk gewenst moment openen door
op "Status" te klikken.

7.2 Assistent

In het menuonderdeel Assistent kunt u de repeater, zoals
beschreven in hoofdstuk 6, configureren als een repeater
of als een access point.

7.3 Wifi

Onder de optie Wifi-instellingen vindt u de instellingen
voor de geïntegreerde wifi-module. Hier kunt u de repeater
een andere SSID geven of wijzigingen aanbrengen in de
werking van de wifi-module.
Aanwijzing – Wifi-instellingen
• Houd er rekening mee dat er geavanceerde wifi-/
netwerkvaardigheden vereist zijn om de hieruit
voortvloeiende wijzigingen in te schatten.
• Als u het niet zeker weet, vraag dan hulp van
deskundige mensen voordat u wijzigingen aanbrengt.
In het menu-item "Wifi" hebt u de mogelijkheid de
draadloze instellingen van de repeater zoals netwerknaam
(SSID), codering, signaalsterkte of het gebruikte kanaal aan
te passen.
In dit venster ziet u de momenteel gebruikte SSID van
uw router en van de repeater. Om te garanderen dat een
wifi-apparaat zich nu via de repeater op uw wifi-netwerk
aanmeldt, kunt u de SSID van de repeater wijzigen en
vervolgens op uw wifi-apparaat dezelfde SSID selecteren.
29