Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Verbruikstemperatuur - KitchenAid Vertigo Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Vertigo:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 37

8.4 Verbruikstemperatuur

Als algemene regel geldt dat witte wijnen geser-
veerd moeten worden bij een temperatuur tussen
10 en 12°C (50 en 53,6°F) en rode wijnen tussen
12 en 14°C (53,6 en 57,2°F).
Sommige wijnen kunnen echter het best genoten
worden bij hogere of lagere temperaturen.
Houd er ook rekening mee dat wijn in de zomer
over het algemeen bij lagere temperaturen wordt
genoten dan in de winter.
U moet ook rekening houden met het volgende::
Witte wijnen
Witte wijnen worden normaal niet bij hoge tem-
peraturen geserveerd, omdat ze over het alge-
meen zuurder zijn dan rode wijnen en niet erg
tanninerijk. Daardoor zijn ze lekkerder bij lage
temperaturen.
Bij voorkeur schenkt u deze wijnen tussen 10° C
en 14° C (50°F en 57,2°F). Jonge, frisse en aro-
matische wijnen kunnen ook geserveerd worden
op 10°C (50°F), terwijl minder aromatische wij-
nen geserveerd worden op 12°C (53,6°F).
Temperaturen tussen 12°C en 14°C (53,6°F en
57,2°F) zijn voor zachte, gerijpte witte wijnen die
enkele jaren op fles hebben gerijpt.
Hogere temperaturen zouden de verheerlijking
van het zoete karakter van de wijn bevorderen,
ten koste van de zuurgraad en smaak, die als
aangename en wenselijke eigenschappen van dit
type wijn beschouwd worden.
Rosé
Roséwijn wordt op dezelfde temperatuur geser-
veerd als witte wijn. Opgemerkt moet worden dat
deze wijnen een bepaalde hoeveelheid tannine
kunnen bevatten en men daarom er de voorkeur
aan zou kunnen geven ze op hogere temperatu-
ren te serveren. Daarom worden ze geserveerd
tussen 10°C en 12°C (50°F en 53,6°F), indien ze
jong en fris zijn, en tussen 12°C en 14°C (53,6°F
en 57,2° F) indien ze robuust en gerijpt zijn.
Nieuwe wijnen (Vin Nouveau)
Door de speciale verwerking die ze ondergaan,
bevatten nieuwe vintage wijnen een laag tanni-
negehalte en zijn daarom aangenamer als ze ge-
serveerd worden tussen 12°C en 14°C (53,6 en
57,2°F).
Rode wijnen
Omdat ze meer tannine bevatten en minder zuur
zijn, worden rode wijnen normaal gesproken op
hogere temperaturen geserveerd.
Jongere wijnen met minder tannine worden nor-
maal gesproken geserveerd tussen 14°C en 16°C
(57,2 en 60,8°F), terwijl vollere wijnen met meer
tannine tot 18°C (64,4°F) geserveerd kunnen
worden. Sommige wijnen die jarenlang op fles
hebben gerijpt en nog steeds vol en tanninerijk
zijn, kunnen geserveerd worden op 18°C (64,4°F)
of zelfs 20° C (68°F).
Jonge rode wijnen met weinig tannine en een
licht structuur kunnen beter genoten worden bij
lagere temperaturen, tussen 12°C en 14°C (53,6
en 57,2°F).
Mousserende wijnen
Het is moeilijk om instructies te geven voor de
grote verscheidenheid aan mousserende wijnen.
Als algemene regel geldt dat zoetere en meer
aromatische mousserende wijnen geserveerd
moeten worden bij lagere temperaturen, tot 8°C
(46,4°F), terwijl meer tanninerijke mousseren-
de wijnen geserveerd kunnen worden bij hogere
temperaturen, tot 14°C (57,2°F).
Droge mousserende wijnen worden gewoonlijk
geserveerd tussen 8° C en 10° C (46,4 en 50°F).
"Klassieke " mousserende wijnen worden nor-
maal gesproken geserveerd bij deze tempera-
turen, die kunnen oplopen tot 12°C (53,6°F) voor
mousserende wijnen die al enige tijd gerijpt zijn.
Het is echter raadzaam, vooral voor fijnere wij-
nen, om de suggesties en aanbevelingen van de
wijnmaker op de fles te volgen.
Likeur- en strowijnen
Deze wijnsoorten kunnen geserveerd worden
bij temperaturen tussen 16°C en 18°C (60,8 en
64,4°F), afhankelijk van de persoonlijke smaak,
om de zoete smaak van strowijnen te verzachten,
kan deze ook op 10°C (50°F) geserveerd worden.
NL
125

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis