De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Verschillende
hoeken in één zaagketting leiden tot
rauw, ongelijkmatig draaien van de
zaagketting en sterkere slijtage – tot aan
breuk van de zaagketting.
Omdat aan deze eisen alleen na een
voldoende en continue oefening kan
worden voldaan:
:
Vijlhouder gebruiken
De zaagkettingen met de hand alleen
met behulp van een vijlhouder – zie
tabel „Slijpgereedschap" – slijpen.
Vijlhouders zijn voorzien van
aanscherphoekmerktekens.
HT-KM
Ter controle van de hoeken
90°
85° 70°
80°
60°
30°
35°
10°
0°
STlHL vijlkaliber – zie tabel
„Slijpgereedschap" – een universeel
gereedschap ter controle van de
aanscherp- en voorsnijvlakhoek, hoogte
van de dieptebegrenzers,
beiteltandlengte, groefdiepte en voor het
schoonmaken van de groef en de
olietoevoerboringen.
Correct slijpen
:
Bij gebruik van de apparaten FG 2,
HOS en USG: Zaagketting van het
zaagblad nemen en volgens de
handleiding van het slijpapparaat
slijpen
:
Regelmatig slijpen, weinig materiaal
wegnemen – voor het gebruikelijke
aanscherpen zijn meestal twee tot
drie vijlstreken voldoende
:
De vijl geleiden:
horizontaal – in een rechte hoek
ten opzichte van het zijvlak van het
zaagblad – overeenkomstig de
voorgeschreven hoeken – aan de
hand van de markeringen op het
vijlkaliber – vijlhouder op het
tanddak en op de dieptebegrenzer
plaatsen
:
Alleen van binnen naar buiten vijlen
:
De vijl grijpt alleen aan bij de
voorwaartse streek – bij het
teruggeleiden de vijl oplichten
:
Verbindings- en aandrijfschakels
niet afvijlen
Nederlands
90°
77