DEDRA DED9950A Bedienungsanleitung Seite 26

gebruikte motorolie te gebruiken. Bij contact van de brandstof met de huid
onmiddellijk met water en zeep wassen en met water spoelen.
Vul de tank met brandstof in.
Gebruik uitsluitend het door de fabrikant aanbevolen brandstof.
Vóór het invullen van de brandstof controleert of het apparaat van het
spanningsnet is losgekoppeld.
Controleer de tank tijdens het invullen op eventuele lekken. Wanneer een
lekkage van de brandstof wordt geconstateerd, mag het apparaat niet worden
gebruikt. Laat door een specialistisch servicedienst repareren.
Brandstofvulopening is aan de achterzijde van de kachel (Afb. C, pos. 1).
Tijdens het vullen observeer zorgvuldig de brandstofmeter (Afb. C, pos. 2).
Bewaar nooit grote hoeveelheid brandstof in het gebouw dan een eenmalige
dosis.
Alle brandstoftanks mogen niet dichter dan 8 meter van de kachel worden
bewaard, de uitzondering is een integrale tank die deel van de kachel
uitmaakt.
De opslagplaats van de brandstof moet aan de eisen van de geldende normen
betreffende brandveiligheid en werkveiligheid voldoen.
Werking van de kachel
Brandstofsysteem. De compressor perst de lucht door het luchtkanaal en
daarna is het naar het mondstuk op de brander kop geleverd. Hierdoor wordt
de brandstof uit de tank gelijktijdig gezogen en naar het mondstuk
doorgegeven die een sproeinevel vormt en het naar de verbrandingskamer
doorgeeft.
Luchtsysteem. De ventilator zuigt de lucht en geeft het daarna naar de
verbrandingskamer.
Ontstekingssysteem. Ontsteking transformator levert hoge spanning op de
ontsteking elektroden. Het overslaan van vonken op elektroden ontsteken
eerder geleverd brandstof-luchtmengsel.
Vlamcontrolesysteem. Bij uitdoven van de vlam wordt door het systeem de
werking van het brandstof- en luchtsysteem gestopt en de kachel uitgezet.
Thermostaat systeem. De thermostaat controleert de omgevingstemperatuur
en vergelijkt het met het met de knop afgestelde temperatuur (Afb. B, pos. 1).
De actuele temperatuur wordt op de display afgelezen (Afb. B, pos. 2).
Wanneer de lucht in omgeving door de kachel tot de ingestelde temperatuur
wordt verwarmd, gaat de kachel in standby modus. Wanneer de
omgevingstemperatuur onder de ingestelde temperatuur daalt, schakelt de
kachel automatisch in.
8. AAN HET NETWERK AANSLUITEN
Vooraleer het toestel aan een elektriciteitsbron wordt aangesloten controleren
of de voedingsspanning met de op de typeplaat weergegeven waarde
correspondeert.De voedingsinstallatie van het toestel dient te worden
uitgevoerd in overeenstemming met belangrijkste vereisten betreffende de
elektrische installatie en dient aan de veiligheidseisen voor gebruik te voldoen.
De parameters van de minimale diameter van de voedingskabel en de
minimale waarde van de zekering afhankelijk van het vermogen van het
toestel worden in de onderstaande tabel weergegeven.
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. Bij
gebruik van verlengkabels dient men te controleren of de diameter van de
draad niet kleiner dan vereist is (zie tabel). De elektrische kabel zo plaatsen
dat hij tijdens bedrijf niet doorgesneden kan worden. Geen beschadigde
verlengkabels gebruiken.De technische toestand van de voedingskabel
periodiek controleren. Aan de voedingskabel niet trekken.
Het vermogen van De minimale
het toestel [W] leidingdiameter [mm2]
<700 0,75
700÷1400
1
1400÷2300
1,5
>2300 2,5
9.Kachel aanzetten.
Vul de brandstof in de tank (punt 6 b van de Gebruiksaanwijzing), maakt de
tankdop dicht. Gemorst brandstof mag niet op de kachel of in de buurt
achterblijven, hierdoor ontstaat risico van brand.
Plaats de kachel zo op een vlak horizontaal oppervlak dat de hete luchtstroom
niet direct op stoffige, brandbare materialen of mensen is gericht. In het
bijzonder aandacht besteden aan gordijnen, vitrages of andere materialen die
door hete lucht kunnen ontsteken. Er moet aan de voorwaarden als op
afbeelding A worden voldaan. Minimale afstanden van de voorwerpen tijdens
het bedrijf: Minimum 3 m van de voorzijde van de uitgangsopening van de hete
lucht, minimum 2 m van de uitgangsopening van de lucht, minimum 2 m van
het plafond in de ruimte (zie afb. A).
Zet de kachel op het stroomnet aan.
Stel de stroomschakelaar (Afb. B, pos. 3) in "I" stand. Stel met de draaiknop
(Afb. B, pos. 1) de gewenste temperatuur in. Wanneer de gewenste
temperatuur op de draaischakelaar hoger is dan de op de display afgelezen
temperatuur (Afb. B, pos. 2) schakelt de kachel automatisch in.
Vóór het starten controleer op brandstoflekken.
Gemorste brandstof noodzakelijk afvegen. Bij geconstateerde lekkage van de
brandstof door bv. lekkende tank of brandstofleidingen is het verboden de
kachel te gebruiken. In dat geval het servicedienst raadplegen.
10.Gebruik van het apparaat
Blokkeer en bedek nooit de in- en uitlaatopeningen van de kachel. Zorg voor
vrije luchtstroom die goede werking van het apparaat garandeert.
De kachel is uitgerust met het beveiligingssysteem dat het apparaat stopt in
volgende gevallen:
Geen ontsteking of uitdoving. De kachel is voorzien van een opto-elektronisch
element dat de vlam in de verbrandingskamer controleert. Het schakelt de
kachel uit bij uitvallen van de vlam op de brander.
Verlies van netspanning. De kachel schakelt in volgende gevallen uit:
Oververhitting van het apparaat. Bij verhoging van de temperatuur binnen de
kachel veroorzaakt door bv. verstopping van de luchtinlaat, wordt de
beveiliging van de kachel uitgeschakeld.
Wanneer de omgevingstemperatuur boven de ingestelde temperatuur stijgt,
schakelt de kachel automatisch uit en gaat in standby-modus. Wanneer de
omgevingstemperatuur onder de ingestelde temperatuur daalt, schakelt de
kachel automatisch in!
Kachel uitzetten.
Om de kachel uit te zetten, stel de schakelaar in "0" stand (Afb. B, pos. 3)
Koppel daarna de stekker uit het stopcontact. Na het uitschakelen van het
De minimale waarde van
de zekerheid type C [A]
6
10
16
16
apparaat voordat het zonder toezicht wordt achtergelaten, controleer of de
vlam binnen volledig is gedoofd.
11.Lopende handelingen
LET OP: Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer
het apparaat is uitgeschakeld. De stekker moet uit het stopcontact worden
genomen.
Reiniging van het apparaat.
Reinig en zuig het apparaat regelmatig, het stof kan oververhitting van de
kachel veroorzaken. Reinig in het bijzonder van verontreiniging door brandstof
die gemakkelijk vuil en stof hecht. In normale omstandigheden ontstaat zo`n
verontreiniging na het vullen van de tank met brandstof. Gebruik voor de
reiniging een zachte doek. Droge vervuiling kan met een stofzuiger worden
verwijderd. Gebruik geen agressieve, chemische schoonmaakmiddelen,
oplosmiddelen of andere middelen die het oppervlak van het apparaat kunnen
beschadigen.
Bandstoftank legen.
Tijdens het gebruik van het heteluchtkanon verzamelt vuil en vocht in de tank
wat de condensatie van water binnen de brandstoftank veroorzaakt. Als het
nodig is om de brandstoftank leeg te maken, schroef dan de tankdop (Afb. C,
pos. 1) los en kantel het heteluchtkanon terug.
Onderhoudshandleiding
LET OP! Nooit de onderhoudswerkzaamheden bij aangesloten apparaat,
tijdens het bedrijf of wanneer het apparaat heet is, doorvoeren. Het kan ernstig
letsel of een elektrische
onderhoudswerkzaamheden moet de kachel worden uitgeschakeld, de stekker
van het stopcontact genomen en voor het afkoelen achtergelaten.
Omvang van de bedienings- en onderhoudswerkzaamheden:
Brandstoftank.
Periodiek d.i. elke 150-200 bedrijfsuren of indien verslechtering van de
operationele parameters wordt
verontreinigingen die binnen de tank verzamelen. Het kan bezinksel of
condenswater in de vorm van kleine hoeveelheid water zijn. Om de tank te
reinigen, leeg de brandstoftank door de aftapplug te verwijderen (Afb. F, pos.
1) spoel vervolgens de tank met kleine hoeveelheid verse brandstof.
Luchtfilter
Het (schuim) voorfilter moet worden schoongemaakt als het vervuild/verstopt
is, ten minste eenmaal per seizoen. Verwijder de achterste beschermklep (Afb.
D, pos. 1) en het schuimfilter, spoel in warm water, droog het grondig en
installeer het opnieuw. Schroef hiervoor de kunststof afdekking van de
compressor niet los (Afb. D, pos. 2).
Reiniging van de behuizing van stof en brandstofresten.
Na elk invullen van de tank met de brandstof. De verontreiniging van het
toestel met brandstofresten veroorzaakt risico op brand. Gebruik bij reiniging
zachte, droge doek waarmee het vuil van de oppervlakte wordt verzameld.
12.Zelfstandig verhelpen van problemen
PROBLEEM
De kachel start niet Voedingskabel niet aangesloten
Geen voedingsspanning
De motor werkt, geen ontsteking Geen brandstof in de tank
Ontstekingsbougie beschadigd
Thermostaat beschadigd
Het apparaat werkt niet Breuk in het elektrische circuit
Schakelaar beschadigd
Beperkte luchtdoorstroom
Ventilatormotor beschadigd
13.Samenstelling van het toestel, slotopmerkingen
Samenstelling: Heteluchtkanon op olie - 1 stuk
Rezerves daļu pasūtīšanas gadījumā lūdzam norādīt PĀRTIJAS numuru, kas
atrodas uz tabuliņas. Lūdzam aprakstīt bojātu daļu, papildus norādot ierīces
iegādes orientācijas laiku. Garantijas laikā remonti ir veikti saskaņā ar
Garantijas Lapas noteikumiem. Reklamēto produktu lūdzam nodod remontam
pirkšanas vietā (pārdevējam ir pienākums pieņemt reklamēto produktu) vai
nosūtīt DEDRA - EXIM Centrālam Servisam. Lūdzam pievienot Garantijas
Lapu, kuru noformēja importētājs. Bez dokumenta garantijas remonts būs
uzskatīts par pēc-garantijas remontu. Pēc garantijas laika remontu veic
Centrāls Serviss. Bojātu produktu nosūtīt servisam (par pasūtīšanu maksā
lietotājs).
14.INFORMATIES VOOR DE GEBRUIKERS OVER HET
VERWIJDEREN VAN
ELEKTRONISCHE APPARATEN.
(betreft particuliere huishoudens)
Het symbool op het product of in de gevoegde documenten
betekent dat de defecte elektrische en elektronische
producten niet bij het huishoudelijk afval mogen worden
weggegooid. De
verwijdering, hergebruik of recycling van de componenten
berust op het leveren van het product bij de aangewezen
inzamelingspunt, waar het gratis worden aangenomen. Informatie over de
locatie van de inzamelingspunt van verbruikte apparatuur worden door de
lokale overheden bv. op hun websites gepubliceerd.
Het correcte verwijderen van het apparaat maakt mogelijk dat de waardevolle
onderdelen worden bespaard en de negatieve effecten op de gezondheid en
het milieu worden vermeden, dat door een onjuiste verwerking van afval zou
kunnen worden bedreigd.
Het niet correcte verwijderen van het afval veroorzaakt de oplegging van
boetes als in de relevante nationale wetgeving voorzien.
Gebruikers in de Europese Unie
Bij verwijderen van elektrische en elektronische apparaten neem contact op
met een nabij gelegen verkooppunt of een leverancier voor aanvullende
informatie.
De verwijdering van het afval buiten de Europese Unie
Dit symbool heeft uitsluitend betrekking op de Europese Unie. Bij het
verwijderen van dit product neem contact met lokale overheden of de verkoper
voor aanvullende informatie hoe verder te handelen.
15. Lijst van onderdelen voor de
montagetekeningen
1 Bovenste beschermkap
Vóór
schok veroorzaken.
geconstateerd, reinig de tank
Oorzaak Oplossing
Sluit de kabel op het net
Controleer de spanning
Vul brandstof bij
Lever de apparaat voor de reparatie
Lever de apparaat voor de reparatie
Controleer spanningsaansluiting
Lever de apparaat voor de reparatie
Lever de apparaat voor de reparatie
ELEKTRISCHE
correcte behandeling tijdens
34 Luchtfilter
de
van
EN
de