VONROC LL503DC Bersetzung Der Originalbetriebsanleitung Seite 25

Laserrichtbord (Afb. A)
Het laserrichtbord (21) verbeterd de zichtbaarheid
van de laserstralen bij ongunstige werkomstandig-
heden (bijv. direct zonlicht) en lange afstanden.
Het reflecterende deel van het laserrichtbord (21)
verbeterd de zichtbaarheid van de laser.
5. ONDERHOUD
Nauwkeurigheidscontrole
Alleen het midden van de laserstraal mag
worden gebruikt om te markeren. De
breedte van de laserstraal veranderd
afhankelijk van de afstand.
Snel de horizontale laserstraal controleren (Afb.
A, G1)
1. Plaats het apparaat ongeveer 5 meter van de
muur vandaan.
2. Schuif de vergrendeling (3) naar rechts om het
apparaat in te schakelen. Als de laserstralen
knipperen en het apparaat begint te piepen,
wordt de maximaal toegestane helling van 4
graden overschreden. Zet het apparaat waterpas.
3. Maak na het zelfnivelleren een horizontale
markering op de muur, zoals afgebeeld in
afbeelding G1. Markeer dit punt als punt A.
4. Draai de laser 2,5 m naar rechts.
5. Zet de laser aan en zet na het zelfnivelleren een
horizontale markering op de muur. Markeer dit
punt als punt B, zoals afgebeeld in afbeelding G1.
Als punt A en B verder dan 2,5mm uit elkaar staan,
vanuit een verticaal oogpunt gezien, moet u een
kalibratiecontrole uitvoeren.
Snel de verticale laserstraal controleren (Afb. A,
G2):
1. Plaats het apparaat ongeveer 5 meter van de
muur vandaan.
2. Hang een touw van 2,5 meter aan de muur met
aan het uiteinde een gewicht, zoals afgebeeld
in afbeelding G2. Het touw moet vrij kunnen
bewegen.
3. Schuif de vergrendeling (3) naar rechts om het
apparaat in te schakelen. De verticale laser-
straal aan de voorkant kunt u inschakelen door
op de AAN/UIT-knop (2) van de laserstraal op
het toetsenblok of de afstandsbediening te
drukken. Druk twee keer op de AAN/UIT-knop
(2) om de verticale laserstraal aan de zijkant
WWW.VONROC.COM
in te schakelen (alleen LL505DC en LL506DC).
Positioneer de verticale laserstraal naast het
touw. Als de laserstralen knipperen en het
apparaat begint te piepen, wordt de maximaal
toegestane helling van 4 graden overschreden.
Zet het apparaat waterpas. Na het zelfnivelleren
mag het verschil niet groter zijn dan ± 2,5 mm.
Wanneer het verschil groter is dan 2,5mm, moet
u een kalibratiecontrole uitvoeren.
Kalibratiecontrole (Afb. A, H)
De nauwkeurigheid van de horizontale laserstraal
kan met de volgende stappen worden gecontro-
leerd:
1. Plaats het apparaat op een statief in het midden
van een ruimte, met de muren idealiter 5 meter
van de laser verwijderd.
2. Schuif de vergrendeling (3) naar rechts om het
apparaat in te schakelen. Als de laserstralen
knipperen en het apparaat begint te piepen,
wordt de maximaal toegestane helling van 4
graden overschreden. Zet het apparaat waterpas.
3. Maak na het zelfnivelleren een horizontale
markering op de muur om de hoogte van de
laserstraal aan te geven, dit kan op elk punt
van de laserstraal. Markeer dit punt als punt A,
zoals afgebeeld in Afb. H1.
4. Draai het apparaat 180° en markeer na het zelf-
nivelleren punt B, zoals afgebeeld in Afb. H2.
5. Draai het apparaat 180°. Plaats het apparaat zo
dicht mogelijk tegen de muur op de hoogte van
punt A, zoals afgebeeld in Afb. H3.
6. Draai het apparaat 180° en markeer na het zelf-
nivelleren punt C. Deze markering moet direct
boven, onder of precies op punt B zijn, zoals
afgebeeld in Afb. H4. Het verschil tussen punt B
en C is de afwijking.
Wanneer punt B en C verder dan 0,8 mm/ m uit
elkaar staan, moet het apparaat opnieuw worden
afgesteld. Neem contact op met een geautoriseerd
verkooppunt of de Vonroc serviceafdeling.
Reiniging
KENNISGEVING! Risico van beschadiging
van het product! Dompel tijdens de
reiniging het product nooit onder in water.
Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen.
Veeg de thermometer schoon met een droge doek.
NL
25