VONROC LL503DC Bersetzung Der Originalbetriebsanleitung Seite 24

NL
de nauwkeurigheid van de laser al een tijdje
niet is gecontroleerd.
• Controleer de nauwkeurigheid ook wanneer de
laser is gevallen.
Zelfnivellering stand (Afb. A, B, F)
1. Plaats de laser op een vlak oppervlak, of
monteer het op de magnetische beugel (7) of
een statief (niet meegeleverd) en maak het vast
zoals hierboven beschreven.
2. Schuif de vergrendeling (3) naar rechts om het
apparaat in te schakelen.
De LL503DC en LL504DC lijnlasers hebben
-
twee 360° stralen, zoals afgebeeld in
afbeelding F1. Één horizontale straal en
één verticale straal aan de voorkant. Elke
laserstraal kan worden ingeschakeld met de
AAN/UIT-knop (1, 2) op het toetsenblok of
de afstandsbediening (11). De laserstralen
kunnen afzonderlijk van elkaar of allemaal
tegelijk worden ingeschakeld.
De LL505DC en LL506DC lijnlasers hebben
-
drie 360° laserstralen, zoals afgebeeld in
afbeelding F2. Één horizontale straal, één
verticale straal aan de voorkant en één
verticale straal aan de zijkant. De horizontale
laserstraal kunt u inschakelen door op de
AAN/UIT-knop (1) van de laserstraal op
het toetsenblok of de afstandsbediening
te drukken. De verticale laserstraal aan de
voorkant kunt u inschakelen door op de
AAN/UIT-knop (2) van de laserstraal op het
toetsenblok of de afstandsbediening te
drukken. Druk twee keer op de AAN/UIT-
knop (2) om de verticale laserstraal aan de
zijkant in te schakelen en druk drie keer voor
beide laserstralen. De laserstralen kunnen
afzonderlijk van elkaar of allemaal tegelijk
worden ingeschakeld.
3. Als de laserstralen knipperen en het apparaat
begint te piepen, wordt de maximaal toegesta-
ne helling van 4 graden overschreden. Zet het
apparaat waterpas.
4. Druk nogmaals op de AAN/UIT-knoppen (1, 2)
om de laserstralen uit te schakelen.
5. Schakel het apparaat uit door de vergrendeling
(3) naar links te schuiven. De laserstralen gaan
uit en de pendel vergrendeld.
24
Schakel het apparaat altijd uit als u het
vervoert of verplaatst. De pendel wordt
vergrendeld zodra het apparaat wordt
uitgeschakeld, anders kan de pendel
beschadigen.
Handmatige modus (Afb. A, B, F)
1. Plaats de laser op een vlak oppervlak, of
monteer het op de magnetische beugel (7) of
een statief (niet meegeleverd) en maak het vast
zoals hierboven beschreven.
2. Controleer of de vergrendelingsknop (3) naar
links staat. Als dat nog niet zo is, schuif de
vergrendelingsknop (3) dan naar links.
3. Druk op de AAN/UIT-knop (1) om het apparaat
in te schakelen. De bedieningsmodus led (6)
wordt rood, omdat de pendel is vergrendeld.
De LL503DC en LL504DC lijnlasers hebben
-
twee 360° stralen, zoals afgebeeld in
afbeelding F1. Één horizontale straal en
één verticale straal aan de voorkant. Elke
laserstraal kan worden ingeschakeld met de
AAN/UIT-knop (1, 2) op het toetsenblok of
de afstandsbediening (11). De laserstralen
kunnen afzonderlijk van elkaar of allemaal
tegelijk worden ingeschakeld.
De LL505DC en LL506DC lijnlasers hebben
-
drie 360° laserstralen, zoals afgebeeld in
afbeelding F2. Één horizontale laserstraal,
één verticale laserstraal aan de voorkant
en één verticale laserstraal aan de
zijkant. De horizontale laserstraal kunt u
inschakelen door op de AAN/UIT-knop (1)
van de laserstraal op het toetsenblok of
de afstandsbediening (11) te drukken. De
verticale laserstraal aan de voorkant kunt
u inschakelen door op de AAN/UIT-knop
(2) van de laserstraal op het toetsenblok
of de afstandsbediening (11) te drukken.
Druk twee keer op de AAN/UIT-knop (2)
om de verticale laserstraal aan de zijkant
in te schakelen en druk drie keer voor
beide laserstralen. De laserstralen kunnen
afzonderlijk van elkaar of allemaal tegelijk
worden ingeschakeld.
4. Nu kunt u de lijnlaser in de gewenste stand
kantelen, zodat de laserstralen diagonaal op de
muur, grond of het plafond staan.
5. Houd de AAN/UIT-knop (1) ingedrukt om het
apparaat uit te schakelen.
WWW.VONROC.COM