elco STRATON ST Bedienungsanweisung Seite 33

Condenserende stookolieketel
STRATON ST 18 / 21 / 24
4
1
2
3
5
Algemeen
De condenserende stookolieketel
STRATON ST is ontworpen voor het
verwarmen van woonruimtes en de
bereiding van warm water via een
gesloten verwarmingsinstallatie met
een aanvoertemperatuur van max. 85
°C en een bedrijfsdruk van max. 3
bar. Daarbij voldoet hij aan de
Europese en nationale
milieuwetgevingen in de landen van
installatie.
Brandstoffen
Stookolie Extra Licht conform de
nationale normalisatie:

AT: ÖNORM C1109: stookolie
zwavelarm.

BE: NBN EN590: zwavelarm.

CH: SN 181160-2: biostookolie
zwavelarm.

DE: DIN 51603-1: stookolie
zwavelarm, alsook stookolie EL
Bio10 conform DINV 51603-6.

Andere landen: stookolie EL,
kinematische viscositeit < 6 mm²
(Redwood-I 41,0s (GB)),
zwavelgehalte < 50 ppm.
Fabrieksinstellingen

Keteltemperatuur max. 80 °C.

Warmwatertemperatuur 55 °C.

Veiligheidstemperatuurbegrenzer
110 °C.
Vóór het inschakelen
Controleer of aan de navolgende
veiligheidsvoorschriften is voldaan.
Controleer daarenboven:

Is de sifon van het toestel met water
gevuld?

Is het verwarmingssysteem met
voldoende water gevuld?

Is de afsluitkraan van de
verwarming geopend?

Is er stookolie in de tank?

Zijn de olieafsluitkranen geopend?
7
6

Is er stroom voorhanden?

Zijn de afvoeropeningen voor de
verbrandingslucht vrij?
Ketel inschakelen

Ketelschakelaar (4) AAN.

Verwarming en warmwaterbereiding
in overeenstemming met de
instellingen gerealiseerd via de
verwarmingsregeling.
Zomermodus
In de zomer wordt de verwarming
automatisch via de verwarmings-
regeling uitgeschakeld wanneer de
bedrijfsmodustoets van de
verwarmingscircuit(s) (7) op "Auto"
staat. De verwarmingsmodus kan ook
handmatig worden uitgeschakeld door
deze in de Standaardscherm op "Off" te
zetten.
Het warm tapwater wordt hierdoor
niet uitgeschakeld, zie de themapagi-
na tapwater
In de zomer mag de verwar-
mingsketel alleen via de bedrijfsmodus
"Uit" in de basisweergave buiten bedrijf
worden gesteld. Bij uitschakeling via
de ketel-schakelaar (4) is de werking
van de vorst-bescherming en de
bescherming van de zonne-installatie
niet gegarandeerd.
Stilstand van de installatie
Bij langere stilstand van de
verwarmingsinstallatie:

Ketelschakelaar / spanningstoevoer
uitschakelen.

Olieafsluitkranen sluiten.

Installatie niet legen (behalve bij
vorstgevaar).
Bij vorstgevaar tijdens de stilstand
moeten de ketel en de verwarmings-
installatie volledig worden geledigd.
Alvorens ze opnieuw te gebruiken,
moet ze volledig opnieuw in dienst
worden gesteld.
33
1 Ontgrendeltoets STB
2 Ontgrendeltoets STB
(verbrandingsgas)
3 Dunne smeltveiligheid
4 Schakelaar AAN / UIT
5 Resetknop brander
6 Display ketelregelaar
8
7 Bedieningsknop (indrukken en
draaien)
8 Interface voor weergave-eenheid
branderservice
Storingen
Melding brander defect op het display
(6)

Kort op ontgrendeltoets (5) drukken.
Als de installatie na twee keer
drukken niet begint te werken:

Ketelschakelaar (4) UIT.

Olieafsluitkranen sluiten.

Klantenservice contacteren.
Wat te doen bij gevaar

Noodschakelaar UIT.

Ketelschakelaar (4) UIT.

Olieafsluitkranen sluiten.
Voor het blussen geschikte blus-
apparatuur, bv. brandblussers
conform DIN 14406, brandklasse B
gebruiken.
NL