Bedieningspaneel - DeLonghi PAC ES72 Bedienungsanleitung

BEDIENINGSPANEEL

C8
C
C2
C6
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL (C)
C1 Toets ON/STAND-BY (on/off)
C2 Keuzetoets modus (airconditioning, ontvochtiging, ventilator)
C3 Toets verlagen
C4 Toets verhogen
C5 Keuzetoets ventilatorsnelheid
C6 Toets timer
C7 Indicator stand-by
C8 Indicator timer
C9 Indicator modus airconditioning
C10 Indicator modus ontvochtiging
C11 Indicator modus ventilator
C5
C12 Ingestelde temperatuurwaarden, geprogrammeerde tijd aan/
C6
uit
C7
C13 Indicator automatische ventilatorsnelheid
C14 Indicatoren ventilatorsnelheid
C9
HET APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN
C12
Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de
doppen van de afvoer (A11)(A12) op de achterkant van het apparaat
C11
C13
correct zijn aangebracht.
C15
Steek de stekker in het stopcontact.
C8
Het lampje stand-by gaat branden.
Druk op de toets (C1) om het apparaat in te schakelen.
C10
Bij de inschakeling wordt het apparaat geactiveerd met de functie
C4
die voorafgaand aan de laatste uitschakeling was ingesteld.
C14
Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op de toets
C1
ON/STAND-BY (C1).
Let op: om het energieverbruik te beperken, wordt de helderheid
van het display na enkele seconden van inactiviteit automatisch
verminderd.
C3
Let op: Schakel de airconditioner nooit uit door de stekker uit het
C2
stopcontact te trekken. Druk op de toets
in de stand-bymodus te plaatsen en wacht enkele minuten alvorens
de stekker te verwijderen. Op deze manier kan het apparaat de con-
troles van de operationele status uitvoeren.
C12
C9 C10
C11
C5
C6
C7
C9
C12
C13
C5
C6
C4
C7
C9
C1
C12
C13
C4
C1
om uw airconditioner
C13
C5
C14
SELECTIE MODI
Druk voor de selectie van de gewenste bedrijfsmodus herhaald op
de toets MODE (C2), tot de gewenste functie wordt geselecteerd.
MODUS AIRCONDITIONING
Deze modus is ideaal wanneer de ruimte, bij warm en vochtig
weer, zowel gekoeld als ontvochtigd moet worden.
Voor de instelling van deze modus:
• Druk herhaaldelijk op de toets MODE, (C2) tot de indicator
van de airconditioning
toont de gewenste temperatuur.
• Om de te bereiken temperatuur te wijzigen, moet gedrukt
worden op de toets
• Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid door middel van
de toets (C5) .
De beschikbare snelheden zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer een maximaal
stille werking gewenst is.
Maximale luchtstroom: om de gewenste tempera-
tuur zo snel mogelijk te bereiken.
Automatische luchtstroom: Het apparaat kiest au-
tomatisch de beste ventilatorsnelheid, gebaseerd op
de geselecteerde temperatuur en de omgevingsom-
standigheden.
In de zomer varieert de geschiktste temperatuur tussen 24 en 27°C.
In ieder geval wordt aangeraden om de temperatuur niet bedui-
dend lager dan de buitentemperatuur in te stellen.
33
C4
C7
C3
C1
(C9) verschijnt. Het display (C12)
(C3) of (C4).