Herunterladen Diese Seite drucken

Proosten IC-TWIN Gebrauchsanweisung Seite 5

Werbung

P r
P r o b l e e m o p l o s s e r
o b l e e m o p l o s s e r
P r P r
o b l e e m o p l o s s e r
o b l e e m o p l o s s e r
Probleem
(mogelijke) oorzaak
Led 'error' brandt.
Aansluitdraden omgepoold.
Er is een accu op de
lader aangesloten en
1. Geen contact tussen de
de lader is in het
accu en de lader.
stopcontact gestoken.
2. Zekering in de laadkabel
defect.
Alleen de led 'power
on' brandt.
De lader is ingeschakeld maar
Er is een accu op de
het contact met de accu is
lader aangesloten en de
verbroken.
lader is in het
1. Slecht contact tussen de
stopcontact gestoken.
accu en de lader.
De rode en groene led's
2. Zekering in de laadkabel
branden gelijktijdig.
defect.
("power on" brandt)
3. Accu is stuk.
Er is een accu op de
lader aangesloten en
1. Geen netspanning of te
de lader is in het
lage netspanning aanwezig.
stopcontact gestoken
2. Lader staat in een
thermische stop.
Alleen de gele led
brandt.
("power on" brandt niet)
Er is géén accu aange-
De lader heeft een tegen-
sloten en de led 'power
spanning nodig van een accu
on' brandt. U meet geen
om te worden geactiveerd.
uitgangsspanning.
De rode of gele led
1. De accu is stuk.
blijft, na verloop van
2. er zijn zware verbruikers
tijd, branden.
aangesloten op de accu.
Indien de IC-twin na de genoemde handelingen nog niet goed functioneert, kunt u de
lader terug brengen naar uw dealer. Probeer onder geen geding de lader zelf te
repareren of open te maken.
Handeling
Verwijder de verbinding en
sluit de kabels op de juiste
manier aan.
1. Controleer de verbinding
en de kabels.
2. Vervang de zekering.
1. Controleer de verbinding
en de kabels.
2. Vervang de zekering.
3. Controleer de accu.
1. Meet de netspanning,
deze dient hoger te zijn als
180VAC.
2. Het laadproces zal
automatisch weer vervolgt
worden als de lader
voldoende is afgekoeld.
Sluit een accu aan op de
lader.
1. Controleer de accu.
2. Schakel enkele verbruikers
uit.
I n s t a l l a t i o n
I n s t a l l a t i o n
I n s t a l l a t i o n
I n s t a l l a t i o n
Entfernen Sie die Kunststoff-Schutzfolien an der Vorderseite des Ladegeräts.
Einmalige Montage des Ladekabels an die Batterie genügt. Danach können Sie
mithilfe des
Anschlusssteckers (zwischen den Ladekabeln) das Ladegerät ganz
einfach an die Batterie koppeln oder abkoppeln.
1.
Koppeln Sie, ehe Sie das Kabel montieren, das Minuskabel zunächst
vom Batterie Pol ab.
2.
Halten Sie die Klemme des Anschlusssteckers eingedrückt und lösen Sie
das Ende des Ladekabels.
3.
Montieren Sie zuerst die rote Anschlussgabel auf den Pluspol der Batterie
und dann die schwarze Gabel auf den Minuspol der Batterie.
4.
Führen Sie das Kabel zu einer Stelle an der Sie den Anschlussstecker
einfach ineinander stecken können. Befestigen Sie das Kabel gut an den
Rahmen.
5.
Stellen Sie die Verbindung des Minuskabels mit dem Minuspol der
Batterie wieder her.
Verbinden Sie mithilfe des Anschlusssteckers immer erst das Batterieladegerät mit
der Batterie. Danach können Sie das Ladegerät in eine gut funktionierende, geerdete
Steckdose stecken. Überprüfen Sie ob die Anzeigediode 'Power on' und eines der
Indikationsdioden aufleuchtet.
Wichtig
Wichtig
Wichtig
Wichtig
Das Ladegerät an die Batterie anschließen, wobei ein gewisser Abstand von
der Treibstoffanlage einzuhalten ist.
Eventuell beschädigte Leitungen / Kabel unverzüglich auswechseln.

Werbung

loading