Inhaltsverzeichnis
Werbung
10
MULTIMODE FILTER / RESONATOR MODULE 1047
MULTIMODE FILTER / RESONATOR MODULE 1047 Controls
Controlli
(IT)
COARSE – Utilizzare questa manopola per selezionare
(1)
l'area di frequenza generale desiderata per la soglia
passa-alto, la soglia passa-basso, la frequenza centrale
passa banda e la frequenza centrale del filtro notch,
quindi andare alla manopola FINE per perfezionare
l'impostazione della frequenza. La frequenza impostata
dalle manopole COARSE e FINE ("fc") verrà utilizzata
contemporaneamente per ogni filtro del modulo.
FINE – Utilizzare questa manopola per perfezionare e
(2)
focalizzare la frequenza impostata dalla manopola
COARSE FREQUENCY.
RESONANCE (NORM/LIM) – Questo interruttore a
(3)
scorrimento consente di scegliere tra la modalità di
risonanza normale (NORM) e la modalità di limitazione
(LIM), che limita l'altezza del picco di risonanza di un filtro.
L'impostazione LIM previene il sovraccarico del circuito
quando si focalizza un filtro su una forte frequenza
armonica o fondamentale, specialmente con impostazioni
Q elevate sulla manopola RESONANCE (Q). In altre
situazioni, l'impostazione LIM può portare a un segnale
di uscita molto basso, quindi l'impostazione NORM è
generalmente preferita.
RESONANCE (Q) – Questa manopola controlla la
(4)
larghezza/uniformità e la ristrettezza/nitidezza delle
curve del filtro. Con impostazioni Q basse, le curve
del filtro sono più ampie e uniformi, con un effetto
più delicato sul suono (ad eccezione del filtro notch,
che funziona in modo più efficace con impostazioni
Q basse). Aumentando l'impostazione Q, le curve del
filtro diventano gradualmente più strette e nitide, il
che può aiutarti a concentrarti su bande di frequenza
strette. A impostazioni Q più alte, i vari filtri possono
produrre picchi risonanti nelle curve del filtro che
amplificano alcune frequenze e potrebbe richiedere
lo spostamento dell'interruttore RESONANCE (NORM/
LIM) sull'impostazione LIM per evitare di sovraccaricare
il circuito (oppure è possibile ruotare la manopola
dell'attenuatore INPUT giù).
F CV 1 – Questa manopola regola l'intensità del segnale di
(5)
tensione di controllo che arriva attraverso il jack F CV 1.
F CV 2 – Questa manopola regola l'intensità del segnale di
(6)
tensione di controllo che entra attraverso il jack F CV 2.
NOTCH FEQUENCY/fc – Utilizzare questa manopola per
(7)
compensare la frequenza centrale del filtro notch ("fc")
impostata dai controlli di frequenza COARSE e FINE. Per
il comportamento del filtro notch standard, il controllo
NOTCH FREQ/fc deve essere impostato su "1" sulla
scala. Questa impostazione standard può quindi essere
modificata spostando leggermente la manopola NOTCH
FREQ/fc intorno a "1". Inoltre, se valori Q più alti vengono
aggiunti tramite la manopola RESONANCE mentre il filtro
notch è sfalsato da fc, i valori Q più alti determinano un
picco di risonanza a fc, con il notch nel punto impostato
dalla manopola NOTCH FREQ/fc.
Impostazione
Effetto
della manopola
L'uscita del filtro notch diventa
Full CCW
una copia dell'uscita passa-alto
La frequenza della tacca si
CCW a 1/4
sposta significativamente al di
sotto di fc
La frequenza della tacca si
CW a 4
sposta significativamente al di
sopra di fc
L'uscita del filtro notch diventa
Full CW
una copia dell'uscita del filtro
passa-basso
INPUT – Questa manopola regola l'intensità del segnale
(8)
audio proveniente dal jack INPUT.
Q CV – Questa manopola regola l'intensità del segnale di
(9)
tensione di controllo Q che entra attraverso il jack Q CV.
INPUT – Utilizzare questo jack per instradare i segnali
(10)
audio nel modulo tramite cavi con connettori da 3,5
mm. Potete anche indirizzare in un segnale di gate
della tastiera per "squillare" il filtro e produrre un suono
percussivo unico quando premete un tasto.
F CV 1 – Utilizzare questo jack per instradare la tensione
(11)
di controllo esterna oi segnali di modulazione per
l'impostazione della frequenza del filtro nel modulo
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
F CV 2 – Utilizzare questo jack per instradare la tensione
(12)
di controllo esterna oi segnali di modulazione per
l'impostazione della frequenza del filtro nel modulo
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
Q CV – Utilizzare questo jack per instradare i segnali
(13)
di tensione di controllo esterni per l'impostazione
RESONANCE (Q) nel modulo tramite cavi con connettori
da 3,5 mm.
LP – Questo jack invia il segnale finale dal filtro passa
(14)
basso tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
HP – Questo jack invia il segnale finale dal filtro passa-
(15)
alto tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
NOTCH – Questo jack invia il segnale finale dal filtro notch
(16)
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
BP – Questo jack invia il segnale finale dal filtro passa
(17)
banda tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
Bediening
(NL)
COARSE – Gebruik deze knop om het gewenste
(1)
algemene frequentiegebied in te stellen voor de
hoogdoorlaatdrempel, de laagdoorlaatdrempel, de
banddoorlaatmiddenfrequentie en de middenfrequentie
van het notchfilter, en ga vervolgens naar de FINE-knop
om de frequentie-instelling te verfijnen. De frequentie die
is ingesteld met de COARSE- en FINE-knoppen ("fc") wordt
gelijktijdig gebruikt voor elk filter in de module.
FINE – Gebruik deze knop om de frequentie te verfijnen
(2)
en scherp te stellen die is ingesteld met de GROVE
FREQUENTIE-knop.
RESONANCE (NORM/LIM) – Met deze schuifschakelaar
(3)
kunt u kiezen tussen de normale resonantiemodus
(NORM) en de begrenzingsmodus (LIM), die de hoogte
van de resonantiepiek van een filter beperkt. De LIM-
instelling voorkomt overbelasting van het circuit bij het
focussen van een filter op een sterke harmonische of
fundamentele frequentie, vooral bij hoge Q-instellingen
op de RESONANCE (Q)-knop. In andere situaties kan de
LIM-instelling resulteren in een zeer laag uitgangssignaal,
en daarom heeft de NORM-instelling meestal de voorkeur.
RESONANCE (Q) – Deze knop regelt de breedte/
(4)
gladheid en smalheid/scherpte van de filtercurves.
Bij lage Q-instellingen zijn de filtercurven breder
en vloeiender, met een zachter effect op het geluid
(behalve het notch-filter, dat het meest effectief werkt
bij lage Q-instellingen). Naarmate u de Q-instelling
verhoogt, worden de filtercurven geleidelijk smaller en
scherper, waardoor u zich kunt concentreren op smalle
frequentiebanden. Bij hogere Q-instellingen kunnen de
verschillende filters resonantiepieken in de filtercurves
produceren die sommige frequenties versterken en kan
het nodig zijn de RESONANCE (NORM/LIM)-schakelaar naar
de LIM-instelling te verplaatsen om overbelasting van het
circuit te voorkomen (of de INPUT-verzwakkerknop kan
worden gedraaid naar beneden).
F CV 1 – Deze knop regelt de sterkte van het
(5)
stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
F CV 1-aansluiting.
F CV 2 – Deze knop regelt de sterkte van het
(6)
stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
F CV 2-aansluiting.
NOTCH FEQUENCY/fc – Gebruik deze knop om
(7)
de middenfrequentie ('fc') van het notch-filter te
compenseren die is ingesteld met de frequentieregelaars
COARSE en FINE. Voor standaard notch-filtergedrag moet
de NOTCH FREQ/fc-regelaar worden ingesteld op "1" op
de schaal. Deze standaardinstelling kan vervolgens
worden aangepast door de NOTCH FREQ/fc-knop heel licht
rond "1" te bewegen. Ook als hogere Q-waarden worden
toegevoegd via de RESONANCE-knop terwijl het notch-
filter is verschoven ten opzichte van fc, resulteren de
Quick Start Guide
hogere Q-waarden in een resonantiepiek bij fc,
waarbij de inkeping op het punt is ingesteld door de
NOTCH FREQ/fc-knop.
Knop
Effect
instelling
Volledige
Notch-filteruitvoer wordt een
CCW
kopie van de high-pass-uitvoer
Linksom
Notch-frequentie verschuift
naar 1/4
aanzienlijk onder fc
Notch-frequentie verschuift
CW tot 4
aanzienlijk boven fc
Notch-filteruitvoer wordt
Volledige
een kopie van de
CW
laagdoorlaatfilter-uitvoer
INPUT – Deze knop regelt de sterkte van het audiosignaal
(8)
dat via de INPUT-aansluiting komt.
Q CV – Deze knop past de sterkte aan van het
(9)
Q-stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
Q CV-aansluiting.
INPUT – Gebruik deze aansluiting om audiosignalen naar
(10)
de module te leiden via kabels met 3,5 mm-connectoren.
U kunt ook een keyboard gate-signaal insturen om
het filter te "ringen" en een uniek percussief geluid te
produceren wanneer u op een toets drukt.
F CV 1 – Gebruik deze aansluiting om externe
(11)
stuurspannings- of modulatiesignalen voor de
filterfrequentie-instelling via kabels met 3,5 mm-
connectoren in de module te leiden.
F CV 2 – Gebruik deze aansluiting om externe
(12)
stuurspannings- of modulatiesignalen voor de
filterfrequentie-instelling via kabels met 3,5 mm-
connectoren in de module te leiden.
Q CV – Gebruik deze aansluiting om externe
(13)
stuurspanningssignalen voor de RESONANCE (Q)-instelling
naar de module te leiden via kabels met 3,5 mm-connectoren.
LP – Deze jack zendt het eindsignaal van het
(14)
laagdoorlaatfilter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
HP – Deze jack zendt het eindsignaal van het
(15)
hoogdoorlaatfilter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
NOTCH – Deze jack zendt het eindsignaal van het notch-
(16)
filter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
BP – Deze jack stuurt het eindsignaal van het
(17)
banddoorlaatfilter via kabels met 3,5 mm-connectoren.
11
Werbung
Inhaltsverzeichnis
