Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Betekenis Van De Symbolen - Cochlear Mini Microphone 2 Benutzerhandbuch

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

seguenti due condizioni: (1) Il dispositivo non deve
provocare interferenze dannose e (2) Il dispositivo deve
tollerare qualsiasi interferenza, comprese quelle che
possono provocarne un funzionamento indesiderato.
Nota:
questo apparecchio è stato sottoposto a test ed è
risultato conforme ai limiti previsti per i dispositivi digitali
di Classe B, ai sensi dell'articolo 15 del regolamento FCC.
Questi limiti hanno lo scopo di fornire una protezione
ragionevole contro le interferenze dannose nelle
installazioni residenziali. Questo dispositivo genera,
utilizza e può irradiare energia in radiofrequenza e, se non
viene installato o utilizzato conformemente alle istruzioni,
può provocare interferenze dannose alle comunicazioni
radio. Non si garantisce, tuttavia, che tali interferenze non
possano verificarsi in un'installazione specifica. Se questo
dispositivo provoca interferenze dannose che disturbano
la ricezione radiotelevisiva (per accertarsene, è sufficiente
spegnere e riaccendere il dispositivo), si consiglia di tentare
di eliminare le interferenze adottando una o più delle
seguenti precauzioni:
• Riorientare o riposizionare l'antenna ricevente.
• Aumentare la distanza tra l'apparecchio e il
dispositivo ricevente.
• Collegare l'apparecchio a una presa di un circuito diverso
da quello al quale è collegato il dispositivo ricevente.
• Richiedere assistenza al rivenditore o a un tecnico radio/
TV esperto.
Qualsiasi alterazione o modifica apportati dall'utente
potrebbero invalidare il diritto dell'utente a utilizzare
il dispositivo.
Elenco di paesi:
I prodotti sono conformi ai seguenti requisiti normativi:
• Nell'Unione Europea il dispositivo è conforme ai requisiti
essenziali previsti dall'Allegato I della Direttiva del
Consiglio 93/42/CEE sui dispositivi medici (MDD), nonché
ai requisiti essenziali e altre disposizioni specifiche
compresi nella Direttiva 1999/5/CE (R&TTE). La
dichiarazione di conformità può essere consultata sul sito
web www.cochlear.com
• I prodotti con funzionalità wireless sono riservati ai paesi
dell'Area Economica Europea e alla Svizzera. Indicazione
delle limitazioni: Non è consentito utilizzare l'apparecchio
a una distanza inferiore a 20 km dal centro di Ny Ålesund,
Norvegia.
• Negli Stati Uniti: FCC CFR 47, Articolo 15, Comma C,
Paragrafo 15.249.
• Altri requisiti normativi internazionali identificati,
in vigore in paesi al di fuori dell'Unione Europea e degli
Stati Uniti. Fare riferimento ai requisiti specifici dei paesi
di queste aree.
• I prodotti sono conformi alla norma EN 300 328.
• In Canada il microfono è certificato in base al seguente
numero: IC:8039C-SM2M.
• Questo dispositivo è conforme agli standard RSS esenti da
licenza di Industry Canada.
• Questa apparecchiatura digitale di Classe B è conforme
allo Standard canadese ICES-003. Cet appareil numérique
de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du
Canada.
• Il funzionamento è soggetto alle seguenti due condizioni:
(1) Il dispositivo non deve provocare interferenze e
(2) Il dispositivo deve tollerare qualsiasi interferenza,
comprese quelle che possono provocarne il funzionamento
indesiderato. L'exploitation est autorisée aux deux
conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire
de brouillage, et (2) l'utilisateur de l'appareil doit accepter
tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage
est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
• L'apparecchio comprende un trasmettitore RF.
• Este equipamento opera em caráter secundário, isto é,
não tem direito a proteção contra interferência prejudicial,
mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar
interferência a sistemas operando em caráter primário.
Welkom
Gefeliciteerd met de aankoop
van uw Cochlear
Wireless Mini
Mircophone 2 (mini-microfoon 2), een
kwalitatief hoogwaardig en draagbaar
apparaat voor het streamen van spraak.
Onderdelen van het apparaat
Zie afbeelding
1
1. AAN/UIT-toets
2. Microfoons
3. Statusindicatorlampje (LED)
4. Micro-USB voor opladen
5. Koppeltoets
6. Bevestigingsklem
7. Volume omlaag
8. Mute-toets
9. Volume omhoog
10. Dempingsindicatorlampje (LED)
Inleiding
We raden u aan deze handleiding aandachtig te lezen,
zodat u de mogelijkheden van de mini-microfoon volledig
kunt benutten. Als u vragen hebt, kunt u deze aan uw
audioloog stellen.
Ga voor meer informatie naar www.cochlear.com.
Voor uw veiligheid is het belangrijk dat u het hoofdstuk
"Belangrijke informatie" aandachtig leest.
Garantie
De garantie geldt niet voor gebreken of schade voortvloeiend
uit, in verband met of gerelateerd aan het gebruik van dit
product in combinatie met een niet-Cochlear processor en/of
een niet-Cochlear implantaat. Zie de "Cochlear Wereldwijde
Beperkte Garantie-kaart" voor meer details.
Contact met onze klantendienst
Wij streven ernaar onze klanten de best mogelijke producten
en diensten te leveren. Uw mening over en ervaring met onze
producten en diensten is dan ook waardevol voor ons. Indien
u opmerkingen hebt, aarzel dan niet om contact met ons op
te nemen.

Betekenis van de symbolen

De volgende symbolen worden in deze documenten gebruikt.
Bevat kleine onderdelen die
verstikkingsgevaar kunnen
opleveren
CE-markering
Serienummer
"Raadpleeg de
gebruiksaanwijzingen" of
"Bedieningsinstructies"
Dit toestel beschikt over een
RF-zender met een bereik van 2,4
GHz tot 2,48 GHz
Interferentierisico
Voldoet aan ACMA (Australian
Communications and Media
Authority)
Vraag uw audioloog hoe u dit
apparaat moet afvoeren.
Temperatuurbeperking
Fabrikant
Op voorschrift
Catalogusnummer
REF
Toepassing
De mini-microfoon is bedoeld om ervoor te zorgen dat u
spraak beter kunt volgen en andere geluidssignalen beter kunt
horen. De belangrijkste taak van de mini-microfoon is het
overbrengen van signalen van de mini-microfoon of een ander
audioapparaat naar een Cochlear geluidsprocessor.
De batterij opladen
Zie afbeelding
• Laad de batterij ten minste 3 uur op voordat u uw mini-
microfoon voor de eerste keer gebruikt, ook als de batterij-
indicatoren aangeven dat de batterij volledig is opgeladen.
• Gedurende het laadproces zal de statusindicator rood
oplichten. Wanneer de batterij volledig opgeladen is en nog
steeds op de lader aangesloten is, zal de statusindicator
groen oplichten en om de 2 seconden rood knipperen.
• Het opladen van een lege batterij duurt ongeveer 3 uur.
NL
De batterij kan ook 's nachts opgeladen worden; de batterij
kan niet te veel opgeladen worden wanneer hij langer dan
3 uur op de lader aangesloten is.
• Omwille van de veiligheid raden we aan de batterij alleen
op te laden met laders die door Cochlear zijn geleverd.
Waarschuwing: Laad de mini-microfoon niet op
tijdens het dragen.
Aan- en uitzetten
Zie afbeelding
1. Voor het aanzetten van uw mini-microfoon drukt u op
de AAN/UIT-toets en houdt u deze ingedrukt totdat de
statusindicator groen oplicht. Zodra u de AAN/UIT-toets
loslaat, zal de statusindicator groen knipperen.
2. Voor het uitzetten van uw mini-microfoon drukt u op
de AAN/UIT-toets en houdt u deze ingedrukt totdat de
statusindicator rood oplicht.
Opmerking: Om de mini-microfoon te beschermen
wanneer deze niet wordt gebruikt, kunt u hem in het
etui bewaren dat bij het product wordt geleverd.
Koppelen met de geluidsprocessor
U kunt maximaal drie Cochlear streaming-apparaten koppelen
met uw Cochlear geluidsprocessor. Selecteer een ander
kanaal voor elk apparaat dat met de geluidsprocessor wordt
gekoppeld.
1. Zet uw Cochlear geluidsprocessor uit.
2. Zet uw mini-microfoon aan.
3
3. Zie afbeelding
Druk één keer op de koppeltoets (twee keer voor kanaal
2, drie keer voor kanaal 3). Gebruik hiervoor de punt van
een pen of een vergelijkbaar voorwerp. De statusindicator
zal geel gaan knipperen en het apparaat blijft gedurende
20 seconden in de koppelmodus. Het aantal keren dat de
statusindicator binnen elke knipperreeks knippert, komt
overeen met het kanaal waarmee de mini-microfoon is
gekoppeld (twee keer knipperen - kanaal twee, drie keer
knipperen - kanaal drie).
4. Zet uw geluidsprocessor aan, terwijl de koppelmodus
actief is. Zodra de koppeling geslaagd is, wordt in de
geluidsprocessor een hoorbare melodie afgespeeld of
knippert er een lampje op de geluidsprocessor (afhankelijk
van het type geluidsprocessor).
Het streamen starten
1. Zet de mini-microfoon en uw geluidsprocessor aan.
2. Druk op de toets voor draadloze streaming/de
programmatoets op uw geluidsprocessor en houd deze
ongeveer drie seconden ingedrukt.
3. Als uw geluidsprocessor gekoppeld wordt met meer dan
één streaming-apparaat, druk dan voor een 2e of 3e keer
op de toets voor draadloze streaming/de programmatoets
en houd deze ingedrukt om toegang te krijgen tot het 2e of
3e Cochlear streaming-apparaat.
Wanneer de streaming geactiveerd wordt, zal een hoorbare
melodie of een knipperend lampje (afhankelijk van het type
geluidsprocessor) worden gevolgd door een gestreamd
geluidssignaal via de mini-microfoon.
Opmerking: U kunt het starten en beëindigen van
de streaming, het aanpassen van het volume en het
dempen van de microfoon ook regelen via een optionele
Cochlear Baha® Remote Control (afstandsbediening)
of een Cochlear App. U kunt het starten en beëindigen
van de streaming ook regelen via een CR230 of CR210
afstandsbediening. Vraag uw audioloog om meer
informatie.
Het streamen beëindigen
1. Druk op de toets voor draadloze streaming/de
programmatoets op uw geluidsprocessor. Hierdoor
zal de geluidsprocessor naar het laatst gebruikte
programma gaan.
Opmerking: Als u buiten het bereik van uw mini-microfoon
geraakt, maar binnen 5 minuten weer binnen het bereik
bent, zal uw geluidsprocessor automatisch weer met de
mini-microfoon worden verbonden en wordt het streamen
hervat.
De mini-microfoon bevestigen
Zie afbeelding
4
Klem uw mini-microfoon op de kleding van de spreker of
hang het om zijn/haar nek met het bijgeleverde nekkoord.
Plaats de mini-microfoon op 10 tot 40 cm afstand van de
mond van de spreker. Als u de klem gebruikt, zorg er dan voor
dat de mini-microfoon verticaal wordt bevestigd, waarbij de
statusindicator naar de mond is gericht.
Volumeregelaar
Gebruik de "+" en "-" toetsen om het volume aan te passen tot
een aangenaam niveau.
Bij elke volumewijziging licht de dempingsindicator kort geel
op. Wanneer het maximale of minimale volumeniveau is
2
bereikt, licht de dempingsindicator langer geel op.
Opmerking: De mini-microfoon keert terug naar
zijn standaard volumeniveau wanneer deze opnieuw
wordt aangezet.
Het volume kan in sommige gevallen verder worden
aangepast op het audioapparaat dat het signaal produceert,
zo kunt u bijvoorbeeld het volume van de tv harder of
zachter zetten.
In veel gevallen wordt hierdoor zowel het volume van het
gestreamde geluid (dat draadloos naar uw geluidsprocessor
wordt overgedragen) als het volume van het niet-gestreamde
geluid (geluiden die de microfoons van de geluidsprocessor
op de normale manier bereiken) aangepast. Vanzelfsprekend
heeft dit ook invloed op het luistervolume voor anderen in
uw omgeving.
1
Dempen
1. Voor het dempen van het geluid drukt u op de Mute-
toets. De dempingsindicator knippert geel wanneer het
geluid gedempt is.
2. Voor het activeren van het geluid drukt u nogmaals op de
Mute-toets.
Opmerking: Door de mini-microfoon opnieuw aan te
zetten terwijl het geluid gedempt is, wordt het geluid weer
geactiveerd.
Vergrendeling van volumeregelaar
Voor speciale doeleinden kan het volume van de mini-
microfoon op een specifiek niveau worden vergrendeld.
Wanneer de volumeregelaar wordt vergrendeld, wordt deze
vastgezet op het niveau dat was ingesteld toen de mini-
microfoon werd uitgezet en is het nog steeds mogelijk om
de dempfunctie te gebruiken.
1. Bepaal het juiste volumeniveau dat vergrendeld moet
worden.
2. Zet de mini-microfoon uit om de volumeregelaar te
vergrendelen.
3. Druk op de volume "-" toets en houd deze ingedrukt
en druk tegelijkertijd op de AAN/UIT-toets totdat de
statusindicator groen oplicht.
4. Houd de volume "-" toets ingedrukt totdat de
statusindicator de volgende knipperreeks laat zien:
groen-geel-rood.
5. Voor het ontgrendelen van de volumeregelaar volgt u
dezelfde 3 stappen die hierboven worden beschreven,
maar nu houdt u de volume "+" toets ingedrukt in plaats
van de volume "-" toets.
Valdetectie
In het geval dat de mini-microfoon valt van een hoogte van
meer dan 75 cm, zorgt een ingebouwde sensor ervoor dat
de output die naar de geluidsprocessor wordt gestreamd
gedurende maximaal 2 seconden wordt gedempt. Dit wordt
gedaan om u te beschermen tegen zeer luid en onaangenaam
contactgeluid wanneer de eenheid tijdens gebruik zou vallen.
Testmodus
(Informatie over de testmodus is bedoeld voor audiologen.)
De testmodus is hoofdzakelijk bedoeld voor het uitvoeren van
transparantiemetingen bij kinderen. De transparantiemeting
beoordeelt of de lokale (geluidsprocessor) en draadloze
(mini-microfoon) microfoons een gelijke output van de
geluidsprocessor produceren wanneer ze dezelfde input-
stimulus van 65 dB SPL gepresenteerd krijgen.
In de testmodus wordt de mini-microfoon ingesteld
op de omnidirectionele modus met 0 dB versterking
wanneer deze horizontaal in de testkamer wordt geplaatst.
Raadpleeg de relevante richtlijnen voor het uitvoeren van
transparantiemetingen.
1. Om naar de testmodus te gaan, zet u de mini-microfoon
uit.
2. Druk op de Mute-toets en houd deze ingedrukt en
druk tegelijkertijd op de AAN/UIT-toets totdat de
statusindicator groen oplicht.
3. Blijf de Mute-toets ingedrukt houden totdat de
statusindicator de volgende knipperreeks laat zien: groen-
geel-rood.
4. In de testmodus is de statusindicator continu geel.
5. Wanneer de testmodus actief wordt, wordt het
standaardvolume toegepast. Indien nodig kan het
volume worden aangepast op de mini-microfoon totdat
transparantie is geverifieerd.
6. Om de testmodus te verlaten en de instellingen op
te slaan, zet u de mini-microfoon uit en vergrendelt u
de volumeregelaar (zie de paragraaf "Vergrendeling van
volumeregelaar").
Opmerking: Aanpassingen om transparantie te bereiken,
kunnen op de mini-microfoon worden gedaan. Voor Baha
gebruikers kan de mixverhouding worden aangepast in de
Baha Fitting Software.
Statusindicatorlampjes (LED)
Aan: lange groene flits
Normale werking: continue groene flitsen
Volume vergrendeld: continue groene flitsen
Uit: lange rode flits
Batterij bijna leeg: continue gele flitsen
Batterij bijna leeg + volume vergrendeld: continue
gele flitsen
Testmodus: continu geel
Bezig met opladen: continu rood
Volledig opgeladen, nog verbonden met lader: korte
groene en lange rode flitsen
Bezig met opladen en aan: snelle groene en lange
rode flitsen
Volledig opgeladen en aan: korte rode en lange
groene flitsen
Bezig met opladen en aan + volume vergrendeld:
snelle groene en lange rode flitsen

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis