Inbedrijfstelling; Inschakelwijzen; Onderhoud; Algemeen - Homa CONDISTAR H76 K Originalbetriebsanleitung

Ter stabilisatie van de drukslang kan een stijve kabelbe-
schermbuis worden gebruikt.
Niveauregeling
De pomp is behalve met de netkabel uitgerust met een
extra signaalkabel. Met deze signaalkabel wordt een po-
tentiaalvrij contact aangesloten, naar keuze voor de vei-
ligheidsuitschakeling (COM en NO) of ter aansturing van
een extern alarmtoestel (COM en NC). Raadpleeg voor de
kabeltoewijzing de volgende tabel.
Aders Veiligheidsuitschakeling
Grijs = COM X
Oranje = NO X
Paars = NC -
Bij aansluiting van de veiligheidsuitschakeling of een ex-
tern alarmtoestel moeten de bijbehorende handleidingen
in acht worden genomen.
De aansluitingen van het contact zijn al voorzien van dra-
den en zijn toegankelijk na het openen van de motorafdek-
king. De leidingen kunnen dan via de daarvoor bestemde
opening naar buiten worden geleid. Vervolgens de motor-
afdekking terugplaatsen en vastschroeven.

5.3. Inbedrijfstelling

De pomp nooit langere tijd droog laten lopen (over-
verhittingsgevaar). Let op dat de pomp niet met water
bespat of besproeid kan worden. De pomp is niet ge-
schikt voor toepassing binnen overdruk-airconditio-
nings.
De tank is voorzien van twee gleuven, met behulp waar-
van de condensaatpomp gemonteerd kan worden. Deze
gleuven bevinden zich aan het uiteinde van de tank. De
condensaatpomp in horizontale positie installeren, zodat
de inlaat zich onder de afvoerbak bevindt.

5.4. Inschakelwijzen

Inschakelwijzen met stekker/schakeltoestellen
Stekker in de daartoe bestemde contactdoos steken en
de in-/uitschakelaar op het schakeltoestel bedienen.
Extern alarmtoestel
X
-
X

6. Onderhoud

6.1. Algemeen

De complete installatie moet regelmatig worden gecon-
troleerd en onderhouden. De periode voor het onderhoud
wordt door de fabrikant vastgelegd en geldt voor de alge-
mene gebruiksvoorwaarden.
De volgende punten moeten worden nageleefd:
• De handleiding moet beschikbaar zijn voor het on-
derhoudspersoneel en in acht genomen worden. Er
mogen alleen onderhoudswerkzaamheden en -maat-
regelen worden uitgevoerd die hier worden vermeld.
• Bij toepassing van licht ontvlambare oplos- en reini-
gingsmiddelen is open vuur, open licht en roken ver-
boden.
• Machines die media circuleren die schadelijk zijn voor
de gezondheid of hiermee in contact staan, moeten
worden gedecontamineerd. Er moet tevens op wor-
den gelet dat er geen gassen worden gevormd of
aanwezig zijn die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Bij letsel door vloeistoffen of gassen die schadelijk zijn
voor de gezondheid, moeten de eerstehulpmaatrege-
len volgens de poster op de werkplek worden toege-
past en moet onmiddellijk een arts worden geraad-
pleegd!
• Controleer of het benodigde gereedschap en materi-
aal beschikbaar is. Orde en reinheid garanderen veilig
en probleemloos werken aan de machine. Verwijder
na de werkzaamheden gebruikt poetsmateriaal en
gereedschap van de machine. Bewaar alle materialen
en gereedschappen op de daarvoor bestemde plaats.
• Vloeistoffen voor het bedrijf (bijv. olie, smeermidde-
len, etc.) moeten in geschikte reservoirs worden op-
gevangen en volgens de voorschriften worden afge-
voerd (volgens richtlijn 75/439/EEG en verordeningen
§§5a, 5b volgens AbfallGesetz (Duitse afvalwet)). Bij
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden moet de
juiste beschermende kleding worden gedragen. Deze
moet volgens de Duitse afvalsleutel TA 524 02 en
EG-Richtlijn 91/689/EEG worden afgevoerd. Alleen
de door de fabrikant aanbevolen smeermiddelen mo-
gen worden gebruikt. Oliesoorten en smeermiddelen
mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen origine-
le onderdelen van de fabrikant.
• Controleer of het systeem lekvrij is.
De correcte werking van de pomp en de levensduur van
de slijtdelen is voor een belangrijk deel afhankelijk van een
regelmatige controle en onderhoud van de installatie. Ver-
brandingsresten zetten zich in de loop der tijd als slib af in
de verzameltank.
Dit slib kan de pomp verstoppen en de vlotterschakelaar
in de tank blokkeren. Daarom is het aan te raden de pomp
en de toe- en afvoerleidingen 2 x per jaar te controleren en
indien nodig te reinigen. Dat is met name voor het begin
van de stookperiode vereist, in combinatie met het alge-
mene onderhoud van de verwarmingsinstallatie.
nEDlErlanDS | 37