Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

YATO YT-83033 Bedienungsanleitung Seite 56

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 12
NL
Het is verboden te roken of vuur in de omgeving van de accu toe te laten.
Raak nooit de laadtangen van de acculader aan indien hij met de voeding verbonden is.
Schakel de motor nooit in tijdens het laden van de accu.
Controleer voor elk gebruik de staat van de acculader, voedinskabel en oplaadkabels. Als er defecten worden opgemerkt, gebruik
de acculader niet. De beschadigde kabels en draden dienen door nieuwe in een daarvoor gespecialiseerd bedrijf te worden
vervangen.
Alvorens tot onderhoud van de acculader over te gaan, trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
De acculader dient op een plaats te worden bewaard die niet toegankelijk is voor buitenstaanders en vooral kinderen. Ook tijdens
de werking dient de acculader zich op een plaats te bevinden die niet toegankelijk is voor buitenstaanders en vooral kinderen.
Alvorens de laadtangen van de acculader aan te sluiten, controleer of de acculaadtangen proper en corrosievrij zijn. Controleer of
het elektrische contact tussen de laadtang van de accu en de laadtang van de acculader optimaal is.
Laad een bevroren accu nooit op. Alvorens op te laden, plaats de accu op een plaats die de elektrolyt volledig zal laten ontdooien.
Verwarm de accu niet om het ontdooien te bespoedigen.
Laat het lekken van de vloeistof uit de accu niet toe. De lekkage van de accuvloeistof op de acculader kan tot kortsluiting en als
gevolg hiervan tot levensgevaarlijke elektrocutie leiden.
BEDIENING VAN DE ACCULADER
Gebruik van de haak
Op de bodem van de behuizing bevindt zich een hak om het product te kunnen ophangen. De haak dient van de transportbeves-
tigingen in de behuizing te worden gedemonteerd (II). Draai de haak 180 graden en druk hem in de middelste contactdoos van de
behuizing (III), daarna draai hem 90 graden in de door het pijltje aangegeven richting. Het pijltje is aangegeven door het symbool
van een gesloten slot. (IV). Het haakje is nu klaar voor gebruik. Het haakje kan in omgekeerde volgorde tot de montage worden
gedemonteerd. Indien het haakje niet zal worden gebruikt, is het raadzaam om hem op de bodem van de behuizing te plaatsen,
wat het risico voor verlies ervan kleiner maakt.
Voorbereiding van de accu voor het opladen
Lees aandachtig en volg de bijgeleverde instructie voor het opladen. In lood-zuuraccu`s van het „natte type", controleer het elek-
trolytniveau en eventueel vul die met gedestileerd water aan tot het in documentatie van de accu aangegeven niveau.Tijdens het
aanvullen van het elektrolytniveau volg de in de documentatie vermelde aanwijzingen strikt op.
De acculader dient voor het opladen van lood-zuuraccu`s (zgn. „natte:, gelaccu`s en AGM) met nominale spanning zoals vermeld
in de tabel met de technische gegevens.
De acculader werd met krokodillaadtangen, waarmee de meeste accu`s kunnen worden opgeladen, uitgerust,
Sluit de krokodillaadtangen van de acculader aan de acculaadtangmen aan, controleer of de acculaderlaadtang aangeduid met
„+" aangesloten is aan de acculaadtang met „+" en, of de acculaderlaadtang aangeduid met „-" aangesloten is aan de accu-
laadtang met „-".
Onder invloed van de accuspanning, kan het LCD-scherm aangaan alsook en kan erop een spanningsindicatie zichtbaar zijn.
Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact. Op het scherm verschijnen meldingen die de accusoort en de werk-
modus aangeven.
De acculader dient de nominale spanning en de accusoort automatisch te herkennen. Indien dit niet gebeurt , kan met behulp van
de toets „BATT.TYPE" de juiste laadmodus en de juiste nominale spanning van de accu worden ingesteld.
„STD" – laadmodus voor het laden van gewone accu`s (zgn. natte accu`s), gelaccu`s en de meeste AGM-accu`s.
„AGM" – laadmodus voor alle accusoorten bij lage temperaturen (lager dan 5
C) of voor AGM-accu`s met groot vermogen.
O
Met de toets „RATE TEST" kan de laadstroomwaarde worden ingesteld:
1A – voor het laden van accu`s met vermgen kleiner dan 30 Ah. Nominale spanning 14,4 V; nominale stroom 1 A.
4A – voor het laden van accu`s met vermgen groter dan 30 Ah. Nominale spanning 14,4 V; nominale stroom 4 A.
Opgelet! Voordat de laadparameters worden ingesteld, lees en bestudeer de aanbevelingen van de accuproducent.
Het laden zal beginnen nadat de „START"-toets wordt ingedrukt, wat afgebeeld zal worden door verchijning van het batterijsym-
bool op het LCD-beeldscherm, dat geleidelijk met streepjes gevuld zal worden naarmate de accu opgeladen wordt. Naast het
batterijsymbool is de waarde van de accuspanning zichtbaar, foutsymbool of proefresultaat.
Wanneer de „START"-toets opnieuw wordt ingedrukt, zal het oplaadproces stoppen, waarna bvb.de laadstroom kan worden
veranderd.
Opgelet! Nadat de accu volledig wordt opgeladen, wat gesignaliseerd zal worden door opvulling van de streepjes op het bat-
terijsymbool, zal de acculader de accu met onderhoudende (conserverende) stroom laden. Ontkoppel onmiddellijk de accu van
de acculader nadat het laadproces is beëindigd. Landurige aansluiting van de toestellen nadat het laadproces is beëindigd, kan
tot beschadiging van de accu leiden.
Nadat het laadproces is beëindigd, trek eerst de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en vervolgens trek de laadtan-
gen van de laadkabels uit.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
56

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis