Gebruiksaanwijzing - Siemens Intrunet E-Line ADM-QXA12T Betriebsanleitung

Gebruiksaanwijzing

nl
ADM-Q12T Bwegingsdetector
De detector herkent bewegingen in de
bewaakte ruimte
Deze reageert het beste op bewegingen
in pijlrichting 7
detector is gebaseerd op Dual Technolo-
gie (microgolf en passief infrarood). Door
bewaking van de afdekking (antimask)
wordt manipulatie in de buurt (0,5 meter)
betrouwbaar herkend. De breekbewaking
herkent het bruut verwijderen van de de-
tector.
Voorwaarden
De installatie moet door personen met
vakkennis en met inachtneming van de
geldende voorschriften plaatsvinden.
De detector is uitsluitend voor
binnen bedoeld. Plaatsingsin-
structies
Openen van de detector
1. Controleer de leveringsomvang
2. Schuif de schroefafdekking
hoog en maak de schroef
3. Trek het deksel
van de bodem
Monteren van de detector
1. Monteer de detectorbodem
volgt:
- Bevestigingstype
ook optie montageklem).
- Drie bevestigingsgaten uitbreken.
- Opening voor kabeldoorvoering
uitbreken.
- Detectorbodem op de voorgestelde
hoogte monteren.
De detectorbodem moet met
twee schroeven
breekbewaking met één
schroef
tigd.
2. Maak de aansluitingen voor voeding,
alarm en sabotage volgens de aanwe-
zige opties op het paneel
Let op de End-of-Line ge-
bruiksrichtlijnen voor de ver-
eenvoudigde installatie met
het End-of-Line (EOL) con-
cept
3. Zet het deksel
torbodem 2
schroef 2 B. Schuif de schroefafdek-
king 2 A omlaag.
Downloaded from www.Manualslib.com
Programmering
Om de instellingen aan de toepassing
7 en genereert alarm.
aan te passen, de schakelaars in de be-
treffende posities zetten:
B, D. De werking van de
LED aan / uit
* Fabrieksinstelling
PIR gevoeligheid
* Fabrieksinstelling
Onderdrukking kleine dieren
6 respecteren.
1
.
2 A om-
* Fabrieksinstelling
2 B los.
D van de behuizing
2
2 C.
2 C als
4 A, B bepalen (zie
Microgolven gevoeligheid
4 D
* Fabrieksinstelling
4 A, B en de
Gevoeligheidsinstelling
4 C worden beves-
-
8 .
* Fabrieksinstelling middelste positie
(gezichtsveld 12 meter)
Looptest
5 E, 9 .
Zet de LED jumper DIP1
zet de alarmcentrale in de modus Loop-
D weer op de detec-
2
test.
C en bevestig het met de
Voer de looptest op het genereren van
alarm in de gehele actieradius
detector uit.
manuals search engine
5 A
LED toont alleen bewegingen
in de modus Looptest.
LED brandt bij bewegingsde-
tectie.*
A
5
Lage gevoeligheid, voor on-
rustige omgevingen.
Hoge gevoeligheid, voor rus-
tige omgevingen.*
5 A
Onderdrukt het alarm voor dieren
met een gewicht tot 30 kg.
Onderdrukt het alarm voor dieren
met een gewicht tot 12 kg.*
Voor de onderdrukking van de
detectie van kleine dieren
moet het plaatje 5 D worden
ingedrukt 5 G. Voor
EN50131-2-4 grade 3 bewa-
king het plaatje weer in de
uitgangspositie 5 Fzetten.
5 A
Hoge gevoeligheid, voor rus-
tige omgevingen.*
Lage gevoeligheid, voor onrus-
tige omgevingen
5 B, 5 C
Draai de potentiometers
5 B, 5 C in de gewenste
+
positie om de detector
*
aan de grootte van de
ruimte en het gezichts-
veld aan te passen.
B: passief infrarood signaal
5
C: microgolven signaal
5
5 A op ON of
7 van de
- 10 -
Opties
Witlicht filter AO-WL10k
Het witlicht filter is nodig bij extreme wit-
licht interferenties (> 4000 lux).
Maak de aanwezige lens los van de posi-
tie 5 F en trek deze van de detector af.
Steek de adapter 3 B in de detector en
druk de lens weer vast.
Montageklem wand & plafond
Met de montageklemmen AZ-MBWG2 /
AZ-MBWG3 (wandmontage) en AZ-
MBCG2 / AZ-MBCG3 (plafondmontage)
kan de detector +/-45° worden gedraaid
en +10°/–15° worden gebogen.
Gebruik de G2 typen voor EN grade 2,
resp. G3 typen voor EN grade 3 installa-
ties.
Technische gegevens
Actieradius 12 m
volumetrisch 7 B
Aansluitingen Voeding (2x)
Alarm (2x)
Sabotage (2x)
Antimask (2x)
Voedingsspanning 9,6 ... 16 V
(12 V nominaal)
DC
Max. rimpel 1 V
Stroomopname Max. 34 mA
Stroomlimiet Max. 0.9 A
Alarmuitgang Opent bij alarm
Houdtijd alarm 2 ... 3 s
Sabotagecontact Opent bij alarm
Antimask Opent bij alarm
na 30 sec.
Stuuringang Looptest
(in: +12V)
Zelftest – Storing Rood LED: in
Storing relais: opent
Zelftest tijd 60 ± 5 s
Onderdrukking < 12 kg
kleine dieren < 30 kg
EMC-stabiliteit tot > 10 V/m
2 GHz
Werktemperatuur -10 °C ... +50 °C
Opslagtemperatuur -20 °C ... +60 °C
Luchtvochtigheid < 85 % rF
EN60721 niet condenserend
Bescherming be- IP41 / IK02
huizing
EN 60529
EN 50102
nl
10
DC
SS