INSTALLATIEPLAATS VAN UW ONTVOCHTIGER
INSTALLATIEPLAATS VAN DE
ONTVOCHTIGER
De ontvochtiger moet binnenshuis,
beschermd tegen regen, worden geplaatst.
Boven de ontvochtiger moet minimaal 500
mm onbeperkte toegangsruimte zijn.
De regeneratielucht moet naar buiten en
van buiten naar binnen worden geleid.
De uitlaat voor de regeneratielucht moet
omlaag afwateren, zodat condenswater
eruit kan stromen. Als omlaag afwateren
niet mogelijk is, moet een gat van ø6mm in
het laagste deel van het kanaal worden
geboord, waardoor het opgehoopte water
kan wegstromen.
CONFIGURATIES/INSTALLATIES
Alle Cotes C35 ontvochtigers beschikken
over een geïntegreerde PLC regelunit.
Bij PLC-A en PLC-B configuraties moet
een luchtklep worden geïnstalleerd in de
uitlaat van de proceslucht om de
procesluchtstroom in te stellen.
Bij PLC-A configuratie moet een
luchtklep worden geïnstalleerd in de
uitlaat van de regeneratielucht om de
regeneratieluchtstroom in te stellen.
In de PLC-C en PLC-D configuratie zijn
de luchtstromen zelfregulerend, wat
betekent dat er geen luchtkleppen nodig
zijn.
AAN DE WAND OF OP DE GROND
De ontvochtiger kan aan de wand of op de
vloer worden bevestigd met behulp van
beugels.
Een wand- of vloerbeugel kan naar keuze
apart worden gekocht.